gisteren dag 93 vrijdag 13 juli 2001 morgen

Zeg niet te gauw…

Marc heeft een pony besteld en wil hem vandaag geleverd zien. Gepassioneerd door dieren heeft hij zich op enkele maanden tijd kippen, ganzen, eenden en varkens aangeschaft, die op de verscheidene terrassen op de zeer steile helling rond zijn woning leven, samen met twee honden.

Gisteren kwam daar nog een pelgrim bij, die hij zonder terughoudendheid te eten geeft en te slapen legt. En dat terwijl hij nog maar pas bezoek heeft gehad van dieven, en daarbij een aanzienlijke som geld kwijtraakte. Dat roept sterke herinneringen op aan het optreden van pater Agostino in het Sardische dorpje Villanova Tulo.

De pony is een reuzenexemplaar, bijna een klein paard: een lief, rustig dier evenwel, mooi gebouwd en snel aan zijn nieuwe thuis aangepast. Luid hinnikend roept Mustang om zijn kameraden die achtergebleven zijn, zowat vijf kilometer hiervandaan. Dat beest heeft gezelschap nodig van soortgenoten, en Marc wil zelf af en toe in het zadel. Een paar dorpjes verder wil iemand af van een ouwe knol, gratis voor niks. Wij er naartoe. Zelfs een paard met pensioen kan een charmant dier zijn.

Gepassioneerd als hij is, rijdt Marc aan vrij hoge snelheid over de bochtige bergwegeltjes en ontlokt daarmee kritiek uit Cathy’s mond. Dus neemt zij het stuur maar over, en proeft de zoete wraak voor de uitgestane angsten. Ditmaal is hij het die panikeert: “Hé schat, kalmpjes aan in die bocht!” Zeg niet te gauw…

Tegen valavond arriveren de buren met het nog levende lam. Cathy weigert resoluut haar medewerking, en dus hou ik maar de teil vast om het bloed op te vangen. Het slachten gebeurt koelbloedig en snel, met respect voor het slachtoffer, je voelt hoe die buur, Régis, het mes hanteert met de vakkundigheid van iemand die zoiets niet voor het eerst doet. Velen die geen bloed kunnen zien en zich afvragen hoe anderen het over hun hart krijgen een weerloos dier de keel over te snijden, in koelen bloede. Maar zij smullen wel smakelijk, aan hun rijkgevulde tafels hun dagelijks stukje gebraad, biefstuk, worst, filet, gehakt of kotelet. Zijn ze écht vergeten dat ook daarvoor een dier naar de andere wereld moest verhuizen? Of willen ze het niet meer weten?

De laatste rit bij duisternis voert ons een tweetal kilometer “van huis”, zo’n honderd meter hoger. Daar ontspringt een bron met ondrinkbaar water, waarvan de huizen van Marc en zijn buren water betrekken. Een andere bewoner van de helling blokkeert echter meermaals per dag de vrije doorgang van het water, om zelf het hele debiet voor zich op te eisen. Die man ligt al heel lang in conflict met de anderen.

Met Christophe, een andere buur, achter het stuur is zo’n rit over een smalle weg, die tegen de rotswand aanleunt, een nogal riskante onderneming. Tien, vijftien jaar jonger dan ikzelf, meent hij zich nog te moeten bewijzen. Zelfs Marc, die verbleekt wanneer het kleine wagentje slechts een tiental centimeter achter een voorligger rijdt, dan hevig accelereert en in elke bocht van de weg dreigt af te raken, het ravijn in, tientallen, honderden meters diep. Christophe is weliswaar een ervaren crosser, maar heeft duidelijk een glas teveel op. Dit is niet leuk meer, en na de rit laat ik hem dit discreet maar beslist blijken. Een schaamtegevoel kalmeert hem, maar gelukkig zijn deze lui er de mensen niet naar om hierdoor hun avond te laten bederven. Zeg evenwel niet te gauw…

Home Top Gisteren Morgen Zelfde datum 1996