gisteren dag 71 donderdag 21 juni 2001 morgen

Ware acteerkunst

Voor de middag een bezoek aan de Sint-Pieter: de kerk zelf met een aantal wereldberoemde kunstschatten, zoals Michelangelo’s Pieta. Over dit beeld werden al heelder bibliotheken gepubliceerd, en ik ben niet zinnens om daar iets aan toe te voegen.

Op een paar meter van de Pieta kijkt paus Pius XII wat mistroostig naar de toeristenstroom, waarover hij een zegenend gebaar maakt. In die gelaatsuitdrukking voel je de wat gekwelde ziel t.g.v. een eenzaamheid waarmee de man moet hebben geworsteld. De paus, helemaal op de top van de piramide, met alleen nog God boven zich. En dat in de tijd van het Koekelbergkatholicisme, toen het pausdom werkelijk een hoogtepunt beleefde van zijn spirituele macht.

Eugenio Pacelli heeft die eenzaamheid verdragen en moet alleen daarom al een man van geweldige wilskracht geweest zijn. Maar precies die eenzaamheid, het isolement waarin hij leefde, dreef hem in de bijzonder moeilijke oorlogsjaren tot beslissingen die van hem de meest gecontesteerde Pontifex Maximus van de twintigste eeuw hebben gemaakt. Heeft hij dit bij leven nog beseft? Zo ja, dan begrijp ik iets van dat grote beeld, die zorgelijke blik achter die koude bril. Dan begrijp ik hem, zonder daarom goed te keuren… en zonder te veroordelen!

Het graf van de Heilige Petrus achter tralies en glas, de pauselijke tombes, waar de plechtige eenvoud van de laatste rustplaats van paus Paulus VI opvalt tussen de pralerige sarcofagen van de barokpausen.

En dan van de kelder helemaal naar de zolder van de basiliek: dé Koepel der koepels, kolossaal geniaal product van het brein van die Homo Universalis Michelangelo Buonaroti. De lift reikt slechts tot op het dak van het kerkgebouw, tot aan de basis van de koepeltrommel. Die koepel is een zelfstandig geheel, staat los van de kerk, is er niet mee verbonden maar zweeft er toevalligerwijs boven. De klim per trap, door de dubbele trommelwand, daarna tussen binnen- en buitengewelf, het duurt allemaal veel langer dan je verwacht. Naarmate je de top nadert vallen de wanden steeds schuiner. Zigzag slingert de trap opwaarts, wat me onmiddellijk het beeld van de bergen voor de geest brengt, die ik al zo vaak per fiets langs een zigzag slingerende weg heb beklommen. Een laatste nauw wenteltrapje, en daar sta je: buiten op dat half-sferisch gedrocht, met slechts de elegante lantaren die nog hoger de blauwe lucht uitdaagt.

Gisteren, tijdens mijn eeuwigdurende rit over de Via della Conciliazione keek ik op naar deze kroon van de Sint-Pieter. Nu mijn blik precies dezelfde weg aflegt, in omgekeerde richting, herbeleef ik even de ontroering van gisteren. In alle kalmte leg ik dit klassieke beeld van Rome voor altijd vast op het rolletje in mijn fototoestel.

De afdaling is al even zwaar als de klim. Terwijl de familieleden het laatste deel met de lift afdalen, wandel ik in alle rust de trap af. Honger stillen met een broodje uit het vuistje, en dan samen een deugddoende siësta in het park naast de Engelenburcht. Rustig kuieren doorheen het centrum, via de andere, tweeduizend jaar oude koepel van het Pantheon, die Filippo Bruneleschi tot voorbeeld diende voor de koepel van de Florentijnse dom. En op die koepel baseerde Michelangelo zich toen hij Bruneleschi’s schepping in grootte overtreffen zou. We lopen langs de Sint-Agneskerk aan de bekende Piazza Navona.

Dezer dagen komen we overal een figuur tegen die Rome onveilig maakt. Een gesluierde, volledig in het zwart geklede vrouw, barvoets, de voeten geketend, waggelt meelijkwekkend tussen het volk, met in de hand een bedelmand. De meesten trappen er uiteraard niet in, maar blijkbaar zijn er goedgelovigen bij de vleet, die haar de kans bieden haar kostje bij elkaar te scharrelen. Grappig hoe ze zich soms in een stil hoekje terugtrekt om iets te eten, te drinken of een sigaretje te roken. Dan gaat de sluier naar beneden, en blijkt het om een kerngezonde jongedame te gaan. “Niets geven hoor, ze is een komediante”, luidt het dan van overal.

Ach, het is een komisch stukje toneel, aandoenlijk met welke overtuiging zij dit speelt. Niet zij is onlogisch, wij zijn het. Zonder morren betalen we ons entreegeld in theater en bioscoop: om mensen te zien toneelspelen. Welke kritiek is dan op zijn plaats tegenover dit meisje, dat identiek hetzelfde doet als de veel te dik betaalde helden van het witte doek? Voor de acteurs in het theater – ik speel zelf amateurtoneel – hebben we wel een applausje over, maar voor deze vrouw slechts hoongelach en misprijzen.

Uiteraard heb ik haar spelletje door. Toch krijgt ze van mij een kleinigheid. En wat zij met dat geld doet, dat is haar zaak, niet de mijne! Zei Christus niet dat het beter is te geven dan te krijgen? Vroeg Hij ons niet onze linkerhand niet te laten weten wat onze rechter geeft?

Home Top Gisteren Morgen Zelfde datum 1996