gisteren dag 42 woensdag 23 mei 2001 morgen
Vertrek te Serradifalco (Caltanissetta - Sicilië) Aankomst te Calderari (Enna - Sicilië) Overnachting: schuur
Maximumsnelheid: 52 km/u Gemiddelde snelheid: 13,6 km/u Dagafstand: 86,32 km Duur etappe: 6:20u Totale afstand: 2387,9 km

Over de opvoeding van kinderen

Kijk nu toch eens aan: Ludo, ongehuwd, vrij als een vogel, zal zich eens gauw de allures aanmeten van een specialist in de opvoedkunde. Wie hiervan uitgaat leest best niet verder, want hij mag zich misschien mateloos ergeren. Het volgende stukje heeft echter geenszins de pretentie om tot grote theorieën verheven te worden. Vanuit wat ik hier al enkele weken zie, hoe volwassenen zich met kinderen bezighouden, maar ook vanuit mijn eigen kinderjaren – ik ben niet vergeten dat ik kind ben geweest, en als kind een heel andere visie had op mijn omgeving – vanuit de wijze waarop mijn zussen en broer het beste van zichzelf trachten te geven aan hun kroost, vanuit dit alles volgt enige reflectie. En op dit ogenblik heb ik toch niets beters te doen, dus…

Nog maar een paar dagen geleden was ik er getuige van hoe Giuseppe, tien jaar, eens flink door elkaar werd geschud door zijn vaders vriend, omdat de knaap niet ophield zijn vader te vervelen met zijn gezeur. Vrij hardhandig werd hij naar buiten gejaagd. En de vader accepteerde, zonder enig probleem het optreden van zijn vriend des huizes. Zoiets is bij ons ondenkbaar: ieder houdt zich enkel en alleen met zijn eigen kroost bezig. Zelfs onderwijzers, jeugdleiders, eigen broers en zussen mogen van de meeste ouders slechts beperkt interfereren.

Ik herinner me een gelijkaardige situatie met het dochtertje van één van mijn zussen dat ooit – niet bijzonder hardhandig – door mij aangepakt werd. Zuslief had niet zozeer moeilijkheden met mijn optreden, maar wel met het geschreeuw van dochterlief, dat twee straten verder nog te horen was. En dan? Mogen kinderen dan niet meer huilen? Veel ouders bij ons lijken wel doodsbang voor kindertranen, de angst dat hun lieveling er trauma’s aan zou overhouden. Mogelijk is die angst terecht. Maar zelfs dan is het – volgens mijn onbescheiden mening – nog beter om die kinderen op te kweken tot mensen die met hun trauma’s kunnen leven. Trouwens: bij onze geboorte lopen we allemaal ons eerste trauma op, en dat is er één dat kan tellen!!!

Mijn oudste zus vertelde ooit een probleempje met haar oudste, die in de supermarkt een bolwassing opliep. Het luide wenen van het kind lokte een reactie uit van een dame die mijn zus wilde terechtwijzen: “Maar mevrouw, moet je dat kind nu voor zo’n bagatel dooreenschudden?” Antwoordt mijn zus kort en krachtig: “Mevrouw, jij jouw huishouden, ik het mijne!”

Voortdurend menen wij, volwassenen, elkáár te moeten terechtwijzen i.p.v. onze en elkaars kinderen. Je merkt dat ik me nu gedraag als de spreekwoordelijke pot die de ketel verwijt dat hij zwart ziet. Maar ik heb hier nu eenmaal plezier in. Geheel terecht dus, die ferme reactie van mijn zus. Is het niet beter mekaar te steunen i.p.v. verwijten naar elkaars hoofd te slingeren?

De Italianen zijn dat duidelijk niet vergeten. Hier trekken volwassenen nog aan hetzelfde koord. Hier kent een kind zijn grenzen nog klaar en duidelijk. Zelfs al vallen er al eens klappen, omdat vader of moeder hun geduld verloren hebben met een onhandelbare snotneus. En dan? Mag een kind dan niet meer worden geconfronteerd met de onvolmaaktheden van zijn ouders.

Ik hou hier geen pleidooi voor lijfstraffen, en uiteraard in het geheel niet voor kindermishandeling. Maar spijts alle pedagogische theorieën die – overigens geheel terecht – lichamelijke tuchtiging afzweren, mag het toch kunnen dat ouders, onvolmaakte menselijke wezens, die theorieën als eens overtreden en zoon- of dochterlief een klap verkopen, zónder daarover schuldgevoelens te krijgen. Wij, moderne ouders, wij mogen eens opnieuw gaan beseffen dat we ook maar mensen zijn, die regelmatig falen. Het heeft geen zin onze jeugd een volmaaktheid voor te spiegelen die wijzelf nooit kunnen bereiken, en onze jongeren evenmin. Want dan zadelen we hen op met een last die op den duur ondraaglijk wordt.

De zaak Dutroux heeft als gevolg dat wij onze kinderen op een sokkel hebben geplaatst, als heiligen, onaantastbaar en onschendbaar. Bewijzen we daarmee onze jeugd een dienst? Aan de lezer om hierover na te denken en zich een eigen mening te vormen.

Ik mag niet vergeten te vertellen hoe de Italianen hun kinderen aanhalen, knuffelen, over de haren strijken en kussen; niet alleen de ouders zelf, maar ook vrienden, zelfs volslagen onbekende gasten hebben onbeperkt toegang tot elk kind dat uit is op lichamelijke affectie. Is dit pedofilie? Natuurlijk niet, leer toch eens opnieuw genuanceerd denken, want Dutroux en Co heeft ons dit duidelijk afgeleerd! Een paar zaken waarop ik let, dit om het verschil met pedofilie toe te lichten:

Het doet me deugd eens een kind te mogen aaien. In België kan ik dat alleen met mijn eigen nichtjes, en die grote neef wordt stilaan zelf volwassen. Overigens geldt lichamelijk contact hier niet alleen tussen leden van verschillende generaties. Ook met volwassenen van beiderlei kunne is een vrij uitgebreide lichamelijkheid de norm. En het doet mij, nuchtere noorderling, veel deugd.

Over de opvoeding van een volwassen reiziger

Het stukje over kinderopvoeding schreef ik vanochtend, gezeten op een bankje in een park te Caltanissetta, waarbij ik regelmatig werd onderbroken door nieuwsgierige Sicilianen.

Vanaf Caltanissetta loopt de potloodstreep op mijn kaart langs een klein wegje, doorheen een echt niemandsland. Het eerstvolgende dorp, Villarosa, ligt op negentien kilometer. Al bij het verlaten van de stad neem ik een verkeerde afslag. Na een nijdige klim en een snelle afdaling beland ik in… Caltanissetta. Rechtsomkeer, bergop, bergaf, de weg gevraagd naar Villarosa. De man wijst me opnieuw naar boven, en op de top een klein wegje naar rechts: de bewoners van deze Via della Rosa maken me duidelijk dat dit niet de goede richting is.

Eens te meer afgedaald tot op de grote weg, een andere afslag genomen, slechts twintig meter na de eerste. Dit is duidelijk de juiste weg. Het straatje kruist een spoorlijn, gaat via een brug over een hoofdweg, precies zoals de kaart aangeeft. Zelfs de steile hellingen, het klopt allemaal als een bus.

Maar acht kilometer verder, alweer tijdens een stevig stuk bergop, buigt de weg af naar het westen, wat volgens de kaart onmogelijk is. Meer zelfs, hij buigt nog verder af naar het… zuidwesten, de richting vanwaar ik ben gekomen. Ik raak verstrikt in een wirwar van wegeltjes, sommige zelfs onverhard. Uiteindelijk, na meer dan een halfuur dwalen, stoot ik toevallig terug op de weg waarlangs ik gekomen ben.

Er zit niks anders op dan terug te keren, de spoorlijn over, de brug over de hoofdweg. Maar nergens ook maar de geringste mogelijkheid om op die hoofdweg te geraken: hermetisch afgesloten door drie meter hoog prikkeldraad. En zeggen dat de berm tussen beide wegen slechts twee meter breed is!!!

Ja, ik ben wat ontmoedigd: vierentwintig kilometer verloren gereden vandaag, en in dit steil heuvelend land is dat geen grapje. Om dan nog maar te zwijgen van de temperatuur. Nochtans was ik gewaarschuwd: “Mijnheer, de weg die u wil nemen is in het geheel niet bewegwijzerd. U zult verdwalen!” Ik had beter moeten weten. Gelukkig is de grote weg niet erg druk, en de hellingen zijn heel wat vlakker. Zo beland ik toch nog vrij snel in een piepklein boerengat, waar ik een plekje krijg in een schuur.

En wat meer is: mijn achterstand is kleiner geworden vandaag. Toch één positieve noot. Zo leert deze pelgrim dat zijn schelp hem geen enkel recht verleent:

Nee, de schelp is een aansporing tot bescheidenheid en tot hoffelijkheid. Want dat is nog steeds de rode draad doorheen deze fantastische reis.

Home Top Gisteren Morgen Zelfde datum 1996 Zelfde datum 2002