gisteren dag 39 zondag 20 mei 2001 morgen
Vertrek te Ficuzza (Palermo - Sicilië) Aankomst te Bivona (Agrigento - Sicilië) Overnachting: convent franciscanen
Maximumsnelheid: 56,5 km/u Gemiddelde snelheid: 16,1 km/u Dagafstand: 64,74 km Duur etappe: 4:00u Totale afstand: 2178,8 km

De vier evangelisten

Hier in Corleone, ooit een berucht maffianest, maar vandaag een vredig stadje, loopt een ganse bus Oostenrijkers rond, die hun spreekwoordelijke charme niet hebben thuisgelaten. Ik ontmoet er o.m. Ernestina, een lieve dame uit Salzburg die me uitnodigt om haar ooit te bezoeken. Wel tien keer ben ik verplicht mijn aanwezigheid toe te lichten; met verscheidene van hen moet ik mee op de foto.

De rit doorheen een groen, redelijk desolaat heuvelland is, ondanks de redelijke snelheid, erg vermoeiend wegens de sirocco. Mocht ik hier mijn was doen, dan was die in een mum van tijd droog: geen droogkast die daar tegenop kan. Meerdere malen hou ik halt aan een bron om te drinken en me te verfrissen. Mijn bandana spoel ik telkens uit. Kletsnat gaat hij weer rond mijn hoofd, maar hij is in geen tijd werkelijk kurkdroog. Zelfs het T-shirt is niet meer vochtig vanwege de transpiratie, want het zweet verdampt onmiddellijk. En in de fietshelm blijven zoutsporen achter!

In Bivona begeleiden een paar bengels me tot aan het convent van de paters Kapucijnen. Eerst word ik in de keuken onthaald op een flinke, met worst belegde boterham, die ik met een halve liter bier erbij heel rustig opeet. De kamer in het gastenkwartier heeft een eigen badkamertje, zoals in een driesterrenhotel.

Tegen zevenen zit de kerk stampvol: ook veel jonge mensen, mét hun kinderen. Iedereen bidt en zingt enthousiast mee. De pater die voorgaat lijkt met zijn donkere, lange, enigszins slordige haar en dito baard en snor, een tweelingbroer van Christus zelf. Tijdens zijn preek stelt hij voortdurend vragen, die de mensen spontaan beantwoorden. Dit alles gaat met enige hilariteit gepaard; jong en minder jong barst regelmatig los in een lachsalvo, de voorganger meegerekend.

Hij vraagt wie de symbolen kent van de vier evangelisten. Wie veel kerken bezocht heeft, de tijd genomen om beelden, brandramen en schilderijen in zich op te nemen – zoals ik dus – weet dat Johannes vaak als adelaar wordt voorgesteld, Marcus als leeuw en Matteüs als engel. De kerkgangers hebben het raden naar Lucas’ alter ego. Meegesleept door hun enthousiasme sta ik recht, trek onder algemene verbazing, in absolute stilte, mijn rode trui uit en neem de houding aan van een slome Spaanse stierenvechter die vergeefse pogingen doet om een os uit te dagen. Ossen vallen niet aan, ze zijn heel wat goedmoediger dan stieren.

Het duurt minuten en minuten vooraleer de mis kan verdergaan, doordat de pater niet meer bijkomt van het lachen. Na de viering deelt hij me mee werkelijk overtuigd te zijn van mijn goede intenties:

Home Top Gisteren Morgen Zelfde datum 1996 Zelfde datum 2002