gisteren dag 32 zondag 13 mei 2001 morgen

Moeders zijn er om zich zorgen te maken

Vroeg uit de veren, want om zeven uur breviert de pater, en ik al twee dagen samen met hem. De achturenmis lokt meer volk dan je zou verwachten in deze tijd van secularisatie: niet alleen oudere dames, maar ook enkele jongelui vinden de kerkdeur toch nog de moeite waard.

De tienurenmis zit vol. Het gezang is tot buiten in de tuin hoorbaar. Daar heb ik me in het zonnetje geïnstalleerd, met een groots uitzicht over het stuwmeer en de bergen daarrond. Heel wat kinderen zijn hier misdienaar, zodat pater Agostino zich vorig jaar verplicht zag de kleerkast in de sacristie te vergroten om al die alben in kwijt te raken. Twee grotere jongens houden het klein grut wat koest: één van hen, Emiliano, zeventien, wil naar het seminarie. Samen met de pater en ikzelf bidt hij de lauden mee. Stille, godvruchtige gast, heel rijp voor zijn leeftijd. Hij weet blijkbaar al wat hem te wachten staat en reageert geenszins verwonderd als ik hem vertel over het tekort aan priesters in mijn eigen Vlaanderen en ook in Frankrijk, waar ik geen paasviering kon bijwonen.

Die middag nodigen zijn ouders de pater en diens vreemde gast uit voor het middagmaal. Het is moederdag, het eten is dus iets uitgebreider dan gewoonlijk. Ik eet opzettelijk zo langzaam mogelijk om elk explosiegevaar in de kiem te smoren. Maar de oude grootmoeder blijft me maar aanporren, "dat een fietser veel meer moet eten."

Emiliano heeft een PC met modem. Ik vraag hem om een mailtje te doen: geen probleem. Na een half uur vergeefse pogingen om verbinding te krijgen met het internet, dringt het plots tot me door dat de telefoonstekker niet in de wandcontactdoos zit. Erger nog: er is zelfs geen contactdoos! “Moet dat dan?”, vraagt die jongen me verbaasd. Ach, niet erg, zo dringend is die mail nu ook weer niet.

Maar vader en zoon steken de handen uit de mouwen en geen kwartier later staat de apparatuur in het salon opgesteld, naast de telefoon. Ondanks mijn protest. “Je komt als geroepen”, grinnikt Emiliano. “Nu kan ik eindelijk eens surfen. Vader stelt steeds maar uit.” Nieuwe poging, tevergeefs. Er is nog geen internet provider software geïnstalleerd. Buur Carlo wordt erbij gehaald. Die installeert de programmatuur: internet komt tot leven, maar de elektronische post niet. Het wordt dolkomisch wanneer vader, zoon, buur en vreemdeling elk proberen om Outlook Express aan de praat te krijgen, waardoor de boel steeds opnieuw vastloopt.

Begint moeder toch wel niet te klagen over hoeveel zorgen de moeder van die Vlaming zich wel niet moet maken, nu ze geen nieuws krijgt van haar zoon. En vader berispt zijn zoon, omdat de telefoonrekening al zo hoog ligt, en nu, met internet binnen handbereik, nog zal oplopen. “Ach, moeders zijn er nu eenmaal om zich zorgen te maken, en vaders zijn er om alles te betalen”, gekscheert pater Agostino. En iedereen die dat lachend beaamt.

De rest van deze zondag verloopt rustig, buiten dat de pater een half uur loopt te zoeken naar zijn ontsnapte poedel. ’s Avonds, tijdens het maal, rinkelt de telefoon nog tweemaal: twee uitnodigingen om ’s anderendaags het middagmaal te gaan gebruiken in het dorp. “En breng je Vlaamse gast mee, pater!”. Maar op dat laatste punt moet hij de mensen teleurstellen, want er is een tijd van komen, en een tijd van gaan. En de tijd van gaan is zo stilaan gekomen.

Home Top Gisteren Morgen Zelfde datum 1996