gisteren dag 5 maandag 16 april 2001 morgen
Vertrek te Somme-Tourbe (dept. Marne) Aankomst te Montier-en-Der (dept. Haute-Marne) Overnachting: parochiezaal
Maximumsnelheid: 52 km/u Gemiddelde snelheid: 17,7 km/u Dagafstand: 95,54 km Duur etappe: 5:24u Totale afstand: 387,3 km

Ons aller kachel

Het tempo ligt hoog hier in de zachtjes heuvelende Champagne. In de voormiddag biedt een lieve oude dame me vriendelijk enkele spiegeleieren aan die ik met veel smaak opeet.

De een- tonigheid van deze groene heuvels herinnert me aan Castillië, juni 1996, op weg naar Santiago. Maar spijts de brede opklaringen is het land verzopen en zijn heel wat rivieren buiten hun oevers getreden: gisteren de Maas en de Aisne, vandaag de Marne! Hectaren en hectaren staan blank, bijna geheel beplant met populieren of wilgen.

De late middag breng ik (al fietsend) door op de oever van het grootste kunstmatige meer van Europa: le Lac du Der Chantecoq. De zon lokt een ganse stad naar buiten: heel veel auto’s die – gelukkig voor mij – onder de indruk van mijn bagage, hoffelijk plaats maken. De zon doet toch zo’n deugd! Waarom schijnt ze niet wat vaker? Wij hebben ze zo broodnodig dat onze Schepper er één voorzag die meer dan een miljoen keer groter is dan onze aardkloot. Maar dat dunne vliesje waterdamp rond onze planeet komt toch wat vaak roet in het eten strooien!

De nacht zal ik in grote luxe doorbrengen: de pastoor van dit mooie stadje vergezelt me naar het parochiezaaltje en tovert er zowaar een veldbed tevoorschijn, nog van het Franse leger. Waar heb ik dergelijke bedjes nog gezien? Wanneer heb ik er nog in geslapen? Na twee nachten in een ijskoude tent, en twee nachten in een tochtige schuur lach ik de verzuchtingen van de priester weg, omdat hij geen warm water voor me heeft. Maar hij compenseert dat met een gezellige kop koffie in zijn pastorie.

Is het jou ook opgevallen? Ik maak fouten in mijn eigen moedertaal. Je zegt toch niet: “roet in het eten strooien”, maar wel: “roet in het eten gooien”. Hoe dan ook, ik betrap mezelf erop dat ik – soms zelfs luidop – in het Frans denk.

Alvorens te gaan slapen bedenk ik dat ik toch met mijn Q in de boter ben gevallen. Als ik niet bij de pastoor was langs geweest, dan had ik waarschijnlijk alweer in een schuur moeten overnachten. Pastoors worden zeldzaam. We doen er dus beter aan hen te koesteren i.p.v. hen de woestijn in te sturen, beladen met Israëls zonden. Het is immers niet hun schuld dat ze vandaag toch met zo weinig zijn. En wie hier anders over denkt, die mag het me recht in mijn gezicht komen zeggen. Dan leer ik ook nog eens iets!

Ik hoop er in elk geval mijn voordeel mee te doen, voor de duur van de hele reis. En ook daarna…

Home Top Gisteren Morgen