gisteren dag 128 dinsdag 10 september 1996 morgen
Vertrek te Mantes-la-Jolie (dept. Yvelines) Aankomst te Les Andelys (dept. Eure) Overnachting: bij gastvrije Fransman
Maximumsnelheid: 38,5 km/u Gemiddelde snelheid: 15,4 km/u Dagafstand: 58 km Duur etappe: 3:46u Totale afstand: 6179 km

Als de drank is in de man...

Vandaag bezoek ik zowel de kerk van Mantes als die van het stadje Vernon. Beide stadjes liggen aan de Seine. Ik ben slechts matig geboeid, want de drang om de toerist uit te hangen begint wat te milderen. Raak ik stilaan verzadigd?

In Les Andelys maak ik kennis met François, vijftiger, die me zonder veel plichtplegingen uitnodigt om bij hem thuis te overnachten. Ik moet zeggen dat het ijs zeer snel gebroken is, ondanks zijn drankprobleem dat het gevolg is van zijn recente scheiding.

De meest bizarre figuren zijn vaak ook de interessantste, want spijts zijn pessimisme begrijpt de man mijn levenslust en optimisme, respecteert het zelfs. Tenslotte is een pessimist niet meer dan een optimist met vakantie, zo vertel ik hem.

François kent een massa kleine verhaaltjes, maar vertelt ze op zo'n bijzondere manier dat ik werkelijk aan zijn lippen hang. In mijn dagboek moet ik deze vertelseltjes uit hun context rukken, maar ik kan hier nu eenmaal geen ganse encyclopedie bijeenpennen, dus… Zoals in mijn kinderjaren de meeste sprookjes begonnen met de woorden “Er was eens…”, zo begint de Fransman zijn verhalen met: “Écoute, je vais te raconter un truc.”

Ghengis Khan vroeg ooit een oude wijze kluizenaar:

Nog zo'n juweeltje.

Elke morgen, terwijl ik een wandelingetje deed in mijn tuin, hoorde ik iets. Op zekere dag luisterde ik wat beter, en een stemmetje weerklonk zeer stilletjes: “Hé mijnheer, hé mijnheer!"

Ik keek rond, en keek nogmaals rond, doch kon niets vreemds ontwaren. Maar elke dag bleef het stemmetje roepen: "Hé mijnheer, hé mijnheer!"

Totdat ik in het gras, tussen de vele madeliefjes een vergeet-me-nietje zag. Het was precies dat bloempje dat altijd riep: "Hé mijnheer, hé mijnheer!"

Daarop ontwortelde ik het vergeet-me-nietje en plantte het weer aan de overkant van de straat, tussen vele soortgenoten.

En elke morgen, wanneer ik door mijn tuin wandel, weerklinkt van de overkant van de straat een fijn stemmetje: "Dank je wel, mijnheer! Dank je wel!

Dit verhaaltje treft me bijzonder, omdat anderen me zelf nu eenmaal als een buitenbeentje behandelen omdat ik niet zozeer tegen de gangbare normen wil ingaan, maar ze wel in vraag wil stellen. Veel van mijn vrienden vinden mij dan ook een “wringer” en zuchten soms: “Waarom moet jij altijd anders doen dan iedereen?” Zelf vind ik niet dat ik “speciaal” ben. Misschien spreek ik de Taal des Levens met een ietwat eigenzinnig accent, maar wie doet dat niet? En bovendien blijft het dezelfde taal, die iedereen spreekt, en iedereen begrijpt me zonder al te veel misverstanden. Jij toch ook, beste lezer?

Naarmate de avond vordert worden zowel mijn geest als die van François verlicht door de vrij grote hoeveelheden wijn. En aan de hoogstaande conversatie die daaruit voortvloeit kan, noch wil ik je deelgenoot maken, jij die de moeite doet om dit dagboek te absorberen…

Home Top Gisteren Morgen Zelfde datum 2001