De pagode van Chanteloup

Vandaag rij ik eens met een lichte fiets, vermits mijn bagage in de jeugdherberg blijft. Het kasteel van Chaumont is niet mijn echte doel, maar ligt op weg naar Amboise. Daarom maak ik gauw een wandelingetje doorheen het park, een wandelingetje waarmee ik toch anderhalf uur bezig blijf: ik geniet met volle teugen van het weidse landschap over de Loirevallei, vanaf die hoge oever.

Maar mijn eigenlijke doel is de pagode van Chanteloup, die ik tijdens mijn vakantie van 1993 niet heb bezocht. En ik hou nu eenmaal van hoge torens, dus… Op vierenveertig meter hoogte lijkt het land nog vlakker. De achterzijde van het beroemde kasteel van Amboise toont zich nog kleiner, vanaf de zevende verdieping van deze pagode.

Een stevige oostenwind maakt mijn terugtocht heel wat zwaarder; bovendien zit mijn rugzakje vol boodschappen om straks mijn avondmaal klaar te maken. En zo leg ik de dertig kilometer van Amboise tot Blois af.

Zoals altijd, terwijl ik aan het koken ben, is de kurk al van de fles en proef ik mijn eerste glaasje. Ik eet een hele liter groentesoep, eet noedels met ratatouille, een biefstuk en… de intussen beruchte fles. De herbergierster duldt geen dronkaards in haar etablissement en verbiedt me om de ganse fles op één avondje te ledigen. Zelf wil ze geen glaasje, want ze is geheelonthoudster. Maar ik hou het been stijf, en beloof haar dat ze me er mag uitgooien als ik ook maar één kik geef 's nachts. Na veel over en weer gepraat zwicht ze dan toch, moppert nog wat binnensmonds en verdwijnt in haar kantoortje...