Walraven Theodoor Schellaert van Obbendorf heer van Schinnen (1682-1709),Broich, Anteil Muthagen u. Lewen

Geslacht

Man

Leeftijd

61 jaar

 
Geboren

13-3-1652

Overleden

20-12-1713

Vader 

Adam François (Frans) Schellaert van Obbendorf heer van Schinnen (1660-82), van Schijne, van Leeuwe

 Gedoopt 

11-2-1624

 Overleden 

30-10-1682

Moeder 

Anna Marie Cathérine van Twembrugge (de deux Ponts)

 
 
Zus 

Anna Véronica

Broer 

Adam Reinier

Broer 

Johan Ferdinand Ignatius *1654

Broer 

Jan Adam *12-10-1656

Zus 

Godefrida Catherina

Huwelijk

28-8-1682

 
met

Maria Anna van Eynatten

 Overleden

15-4-1721

Kind 

Walraven Wijnand Adam

BRONNEN:

WALRAAF THEODOOR VAN SCHELLARDT VAN OBBENDORF 1682-1713,
zoon van den vorige,/ waarschijnlijk eerder broer !! D.S./ huwde 28 Augustus 1682 met Anna Maria van Eynatten van Obsinnich met dispensatie in den 3en graad van bloedverwantschap.
Als huwelijksgift kreeg Walraaf Theodoor van zijne ouders de heerlijkheid Schinnen met hare jurisdictie, leenhoven, burcht met tuinen, vijvers, banmolen, oliemolen, akkers, weilanden, tienden, laatkaarten, cijnzen en den hof Stammen rnet jacht, visscherij, de collatie der beneficiën met diverse kapitalen. Actum te Aken 28 Augustus 1682 (Archief Geysteren).
Den 15 November 1685 werd te Schinnen geboren en gedoopt hun zoon Walramus Winandus Adam, wiens doopborgen waren: Walrarn de Schellardt namens Ignatius Ferdinand de Schellardt en Anna Francisca van Eynatten namens Maria de Schellardt, hare moeder en Catharina weduwe Angelica Randeraedt in de plaats van vrouwe Maria Francisca Twembrugge.
Walraaf Theodoor benoemde den 17 Januari 1690 tot koster van de kerk te Schinnen Jan Pricken in opvolging van wijlen zijn vader Tilman Pricken.
Op 17 Februari 1700 leende hij van Juffrouw Elisabeth Bonhom, weduwe van Hendrick Meex, in leven ontvanger-generaal van het Prinsdom van Luik en ´t graafschap Loon 1000 pattacons tegen den penning twintig, en stelde als hypotheek zijne hoeve Stammen. (Schepenregister op het Rijksarchief te Maastricht).
Walraaf Theodoor voerde een proces met Jan Willem Schellardt van Reulsdorp over eene jaarlijksche rente van 97 malder rogge, uit de goederen te Schinnen, welke rente de heer van Reulsdorp had te ontvangen uit eene nalatenschap van het huis Schinnen. Het proces eindigde door verkoop der rente aan Walraaf Theodoor op 21 November 1695.
De heer van Eynatten te Reimersbeek wilde in ´t jaar 1710 aan den Mulder korenmolen eenen oliemolen aanbouwen ten nadeelé van den heer van Schinnen, die een oliemolen had te Heisterbrug, waarover tusschen hen een twist ontstond.
Op l Mei 1698 verpandde Walraaf Theodoor het land bij "de Swarbele Coul" aan Merten Kisters voor 200 pattacons.
Den 6 September 1717 verkocht hij zijn vrijadellijk goed te Disternich, "de Kolferhof" genaamd aan het vrij-adellijk stift van O. L. Vrouw ten Kapitool te Keulen met alle voorrechten´) en aan Joanna van Effelt hun 3e deel in den Schertzel-molen, gelegen onder ´t kerspel Laurensberg bij Aken.
Den 21 December 1699 verklaart Walraaf Theodoor schuldig te zijn aan Thomas de Negri, heer te Henri-Chapelle, 1000 guldens Maastrichter cours, welke som 20 October 1714 werd afgelost (Archief Geysteren).
Meermalen verpandden zij hun riddergoed Broich (in ´t land Gu-lick) en wel: den 12 September 1704 aan ´t klooster St. Georgius voor 2050 rijksdaalders en aan Joan Werner en Joan Melchior, heeren te Broich voor 1300 rijksdaalders, den 7 Sept. 1705 aan dezelfde heeren voor 750 rijksdaalders en den 22 Januari 1706 aan de Gebrs. Remscheid voor 1400 rijksdaalders (Arch. Geysteren).
Walraaf Theodoor overleed te Schinnen den 20 December 1713, zijne vrouw den 15 April 1721, beiden te Schinnen, alwaar zij in den familiegrafkelder werden bijgezet.

1) Van toen af schreven de heeren zelf: "van" en ook al "de" Schellardt.
2) Jaartal zal wel niet juist zijn, daar Walr. Theod. toen reeds overleden was.

Bijdrage tot de geschiedenis van de Voormalige heerlijkheid Schinnen, H. Pijls, 1928
heruitgave: Bijdrage tot de geschiedenis van de voormalige heerlijkheid Schinnen H. Pijls, V.H.S. 1988

VIII. Walrame-Théodore, baron de Schellart, qualifié quelques fois à tort de comte, seigneur de Schinnen, Broich, Muthagen, Leeuwen, mort à Schinnen le 20 décembre 1713, avait épousé Marie-Anne d´Eynatten, décédée le 15 avril 1721, fille de Winand et de Marie-Barbe de Schellart.
Bron: Extrait de l´Annuaire de la Noblesse de Belgique, 1885

laatst gewijzigd 18.07.2004