Daem (Adam) Schellaert van Obbendorf heer van Gürzenich Schinnen (1565-1602) Geysteren(1591) Flodorp etc

Vaandel met wapen van Daem Schellaert

Geslacht

Man

Leeftijd

62 jaar

 
Geboren

< 1541

Overleden

8-9-1603

Vader 

Frederick Schellaert van Obbendorf heer van Gürzenich Schinnen (1533-1555) Geysteren Schengen

 
  Overleden 

± 1555

Moeder 

Maria van Pallant

 
  Overleden 

1551

Zus 

Cäcilia (Maria)

Broer 

Johan

Huwelijk

3-5-1558

 
met

Walrave van Voorst dame van Doorwerth

  Overleden

1584

Kinderen 

Reinier
Maria
Frederic
Adam (Daam)
Walraven
(Willem) Johan
Vincent

Huwelijk

1584

 
met

Martine van Rossum

Kind 

Marie

BRONNEN:

VI. Adam I´er Schellart d´Obbendorf, seigneur de Gurtzenich, Obbendorf, Geysteren, Spraelant avec Sistrum et Lullen, que lui céda son père en 1557, releva Spraelant et Geysteren le 10 octobre de cette année. Il fut aussi seigneur d´Asselt, Leewen, Schinnen, ainsi que seigneur engagiste de Schoenforst. Conseiller noble du duc de Juliers, il assista aux noces ducales en 1585 et aux obsèques ducales en 1592 (ALFTER). Il acheta en 1591, de la famille van Eyll, la seconde partie de Geysteren (Arch. de cette seign.) et mourut en 1603 (non. 1623). Il avait épousé en premières noces, le 2 mai 1558 Walrave de Rechteren, dit de Voorst de Dorrenwerth , dame héritière de Dorrenwerth, fille de Jean et de Marie de Wittenhorst. Elle est mentionnée dans un document comme vivant encore en 1592; c´est donc par erreur que l´on fixe la date de son décès à l´an 1581. Il y eut au sujet de Dorrenwerth un long procès entre les Schellart et les Voorst, et ce procès fut gagné par les premiers (LEFORT Adam épousa en secondes noces, Martine van Rossum, veuve de Gothard de Harff de Harff et fille de Martin et de Marie de Rechteren, dit de Voorst. Il avait rebâti en 1575 La tour de l´église de Gurtzenich, "je ne vois pas au moyen de quels deniers " dit l´auteur d´une notice ancienne, du reste assez suspecte. Sa veuve bâtit en 1603 le petit choeur de la même église en accomplissement d´un voeu qu´il avait fait.
Il eut de sa première femme
1° Jean, qui suit.
2° Winand, mort sans génération.
3° Marie, mariée le 10 juin 1577 (Ibid.) Adolphe Scheiffart de Merode, seigneur de Bornheim, mort avant 1598.
4° Renier, reçu chanoine tréfoncier de Liége le 20 juin 1577. Il fut aussi chanoine de Trèves, Prague, Olmutz et Ratisbonne. Plus tard il résigna toutes ces dignités et épousa, le 26 août 1593, Henriette de Middachten, fille d´Henri et de Marguerite de Vischbeck. Elle était soeur de Marguerite, qui épousa le frère de son mari, Jean Schellart. ALFTER attribue à Renier la qualité de seigneur de Sinnich.
5° Frédéric, chevalier de l´ordre Teutonique. On ne trouve rien sur lui dans les archives de cet ordre qui sont conservées à Vienne.
6° Vincent, fondateur de la branche de Geysteren.
7° Adam, seigneur d´Asselt et de Gurtzenich, chanoine tréfoncier de Liége le 21 juillet 1593, par résignation de son frère Renier. Il résigna lui-même sa prébende en 1609 en faveur de Jean de Eynatten et épousa Adrienne de Hochkirchen, fille de Jean, seigneur de Neuerburg, et de Christine de Schilling de Furth. On ne doit pas confondre cette Adrienne avec sa parente des mêmes noms qui fut femme de Walrave de Schellart de Schinnen. Adam mourut en 1612 selon ALFTER; d´autres disent à tort, en 1638. Sa veuve se remaria avec Thierry von der Recke, qui mourut en 1624 et était veuf de N. deWolff-Metternich, et décéda elle même en 1660 (ALFTER).
8° Walrame, tige de la branche de Schinnen.
9° Herman, chanoine d´Aix-la-Chapelle de 1585 à 1590. Il résigna en faveur de son frère Vincent .
10° Aleyde, mariée d´après une généalogie manuscrite, du reste non suspecte, à Georges de Horion.
De la seconde
11° Marie, morte en 1617, femme de Guillaume de Harff, seigneur d´Alsdorf, seigneur engagiste de Schoenforst
(REDINGHOVEN).
Il laissa aussi deux filles naturelles 12° Marguerite, mariée à Jean Knorr, bailli de Merode.
13° Cécile, mariée en premières noces en 1612, Bernard Engels; et en secondes noces le 15 novembre 1629, à Arnold de Horst.
Bron: Extrait de l´Annuaire de la Noblesse de Belgique, 1885

Daem is eigenaar van het kasteel Doorwerth (Gelderland)
Daem Schellart van Obbendorf en zijn vrouw Walrave van Voorst begonnen na hun huwelijk in 1558 met moderniseringen, die het kasteel zijn huidige omvang gaven. Hun achterkleinzoon Johan Albrecht voegde rond 1640 het poortgebouw, koetshuis en stal op de voorburcht toe.
Bron: http://www.kasteleningelderland.nl/Kastelen/doorwerth.htm

RA Gelderland ger. signaat Kesteren NB 105
fol. 5, 26-02-1599
Huybert van Wijck als volm. van Daem Schellart van Oppendorp, heer tot Geurtsenich, Schin en Geisteren, spreeckt aan Walraven van Hattem.
Bron: http://home.quicknet.nl/mw/prive/j.lammers/regesten/kesteren.htm

ADAM (DAEM) VAN SCHELLART VAN OBBENDORF,
1565-1602,
broeder van Johan even vermeld, die in 1565 met de heerlijkheid Schinnen beleend werd. Hij was tevens heer van Gürzenich, Geysteren en Doornweert. Hij huwde 3 Mei 1558 met Walravia van Vorst, dochter van Frederik en Maria van Wittenhorst en in 1584 met Martina van Rossum, weduwe van den heer Godard van Harff zu Harff, dochter van Maarten en Maria van Vorst. Uit dit laatste huwelijk werd geboren een dochter Maria, die 29 Juli 1607 huwde met Willem van Harff te Alsdorf.
Daem Schellaert kocht tijdens zijn huwelijk met Walravia van Vorst de hoeve Stammen.
De toren van de kerk te Gürzenich werd door hem gebouwd in ´t jaar 1575, Het koor dier kerk in het jaar 1603 door zijne weduwe Martina van Rossum.
Bij zijn huwelijk met deze bracht Daem mede de halve heerlijkheid
Geysteren, Oostrum en Spralant; Walravia de heerlijkheid Doornweert. (1)
Op 14 Maart 1557 werd Daem Schellart beleend met den tol op de Maas, met den hof en heerlijkheid Asselt.
Op 14 Juni 1590 kocht hij van Jacob van Eyll, gehuwd met fielena Turck de andere helft van de heerlijkheid Geysteren met al. de daarbij behoorende goederen voor 24000 Carolus gulden.
Zijn rentmeester was Cornelis Heyster, scholtis te Schinnen en zwager van Henricus van Randeraedt, scholtis te Geysteren.
In 1567 woonde Daem te Leeuwen bij Roermond. Hij overleed in 1602.
Met zijn eerste vrouw had hij 4 zonen (2), die op ´t huis Biergonw op 29 Nov. 1603 de vaderlijke erfdeeling teekenden en wel:
1. Johan, die de heerlijkheid Doornweert erfde met eene jaarlijksche rente van fl. 200 wegens "jus primogenitus". Hij huwde 3 malen en overleed 20 April 1614.
2. Vincent, gehuwd met Elisabeth van Schage, kreeg de halve heerlijkheid Geysteren, Spralant en Oostrum en overleed in 1615.
3. Daem, die Adriana van Hochkirchen huwde, viel de heerlijkheid Gürzenich ten deel.
4. Walraaf, die volgt, kreeg de heerlijkheid Schinnen met den hof Stammen.

´) De familie van Vorst zag de schoone heerlijkheid Doornweert (in Gelderland) niet gaarne in eene andere familie komen. Zij procedeerde lang over ´t bezit daarvan met de bewering, dat het een sadelleen zoude zijn (Pubblications 1896, blz. 41).
Bron: Bijdrage tot de geschiedenis van de Voormalige heerlijkheid Schinnen, H. Pijls, 1928 p.80-81

Kasteel Geijsteren
Voor de vijftiende eeuw was het kasteel in het bezit van het geslacht Van Broeckhuysen, die ook het nabij gelegen kasteel Broekhuizen in hun bezit hadden. Geijstern was destijds tweeherig, pas in 1592 kwam het hele goed in handen van de familie Schellaert van Obbendorf, die het tot 1804 in bezit hadden.
Bron: http://www.kasteleninlimburg.nl/images/geijsteren.html

Daam Schellart van Oppendorp, heer van Doorenweerd,
Rosande, Gurtenich, Schen en Geesteren.
Tekent het quartier reces in 1560 en 1564, verschreven op het
Appelations gerigt van 1564. Staat op geen riddercedel dan
die van 1579, is als Guliker Raad op de Gulliker Bruiloft
1585, vermeld op de riddercedels van het Overkwartier van
1555, 1560, 1570, 1576, 1577 en 1579, overl. 1602, zoon van
Frederik Schellart en Maria van Pallandt. Hy huwde 1e met
Walrave van Heeckeren Rechteren genaamd van Voorst,
vrouw tot Dorenweerd, dochter van Johan van Heekeren en
Maria Wittenhorst. Zy overl. 1584. hy huwde 2e met Martina
van Rossem, dochter van Maarten van Rossem en Maria van
Rechteren Voorst.1
Bron:
1. CBG, GHS 04D17, De Ridderschap van de Veluwe, blz. 2 en nr. 361 (volgens copie).
http://www.cbg.nl/cbgcat/boekbes.cfm?BIBBOEK__Nummer=HDATNL013292

1785. Schoutambt EDE / buurschap Bennekom
1563 jun 24 (OC1 fol 106v)
Daem Schelaert van Ubbendorp, heer tot Schinne, na de dood van zijn broer Johan Schelardt van Ubbendorp, heer tot Schinne
Bron:http://www.historischcentrumoverijssel.nl/overijssel/leenrep/repertorium/lenen/1785.htm

1835. Schoutambt VOORST / buurschap Wilp
1563 jun 24 (OC1 fol 106v)
Daem Schelaert van Ubbendorp, heer tot Schinne, na de dood van zijn broer Johan Schelardt van Ubbendorp, heer tot Schinn
Bron:http://www.historischcentrumoverijssel.nl/overijssel/leenrep/repertorium/lenen/1835.htm

laatst gewijzigd 18.10.2006