De ontwikkeling van heel wat moderne vliegtuigen werd decennia geleden al gestart. Alhoewel enkele toestellen eerlang operationeel in gebruik zullen worden genomen, is het lot van andere jets nog twijfelachtig. Technische problemen , astronomische ontwikkelingskosten, gewijzigde operationele behoeften en wegkwijnende defensiebudgetten zijn zowat de belangrijkste spelbrekers. Het aantal exemplaren dat uiteindelijk geproduceerd wordt, vertoont meestal een neerwaartse trend. Soms wordt zelfs de productie van een nieuw toestel op het laatste moment geannuleerd. De verschillende programma's hebben elk hun specifieke trekjes doorspekt met ongeloof en onzekerheid. Maak in de hiernavolgende bijdrage uw keuze uit de moderne vliegtuigen die af en toe het nieuws halen, soms in goede zin maar te vaak in slechte zin. 
 

De A-400M.
De A-400M is zowat het paradepaard geworden van de Europese vliegtuigindustrie. Al aanwezig op de tekentafels vanaf het midden van de jaren 80 als het Future Large Aircraft of FLA, zou het vliegtuig tegen het einde van het huidig decennium in gebruik genomen worden. Voor het zover is staat het Europees consortium nog voor verschillende uitdagingen. De meeste gebruikers wachten met toenemend ongeduld op de introductie van dit strategisch of is het tactisch transportvliegtuig. Ons land, dat in het programma een eerder bescheiden rol speelt, wil de A-400M als vervanger van de C-130H pas tegen 2018 in gebruik nemen. Lees meer...


 

De C-130J
De C-130 vloog voor het eerst op 23 augustus 1954. Sedertdien zagen verschillende modellen het levenslicht. Het tactisch transportvliegtuig is werkelijk de numero uno geworden in zijn soort. Wereldwijd konden vele luchtmachten en ook andere gebruikers ervaren wat dit noeste werkpaard allemaal in zijn sas heeft. De C-130J is de jongste spruit in de familie.  Technologische vernieuwingen en veel elektronica geven uitzicht op een nieuw succesverhaal. Alhoewel het toestel al bij verschillende luchtmachten in gebruik is, verloopt de in gebruik name bij de USAF niet echt van een leien dakje.  Technische problemen en contractuele frivoliteiten geven aanleiding tot veel kommer en kwel. Lees meer... 

 

De V-22 Osprey.
Kunnen opstijgen als een helikopter en kunnen vliegen als een vliegtuig is een droom die na een halve eeuw waarschijnlijk weldra zal verwezenlijkt worden. Na talrijke mislukte pogingen met draaiende vleugels en draaiende rotors ziet het er naar uit dat de Amerikaanse strijdkrachten eindelijk zullen kunnen beschikken over een echte "tilted rotor", de V-22 of Osprey. Dit toestel veroorzaakt echter heel wat  tandengeknars: een jarenlange ontwikkeling, een belangrijke kostenoverschrijding, talrijke technische problemen en verschillende ongevallen met dodelijke afloop zaaien heel wat twijfel. Toch wil men de V-22 absoluut in gebruik nemen. De Marines kunnen niet zonder. Lees meer...  

 

De Comanche of RAH-66.
In 1983 gaf de Amerikaanse landmacht te kennen dat zij in de toekomst over nieuwe gewapende gevechtshelikopters wenste te beschikken, ruim 6000 in aantal. Deze ultramoderne helikopter zou speciaal ontwikkeld worden voor aanvals- en verkenningsopdrachten. Onzichtbaar voor de vijandelijke radar en met de modernste elektronische snufjes aan boord zou de Comanche de draaispil worden van Army Aviation. Tijdens de ontwikkeling blijkt de kostprijs uit de pan te rijzen en ook zetten enkele nuttige lessen uit recente conflicten aan tot nadenken. Einde februari 2004 beslist het Pentagon om het volledige Comanche-programma te schrappen. Lees meer...   

 

Joint Strike Fighter of JSF of F-35.
De Joint Strike Fighter (JSF) komt voort uit de integratie van verschillende initiatieven voor nieuwe vliegtuigen in het begin van de jaren 90. Boeing en Lockeed Martin mogen eerst elk een prototype ontwikkelen voor een programma dat als het grootste ooit wordt bestempeld in termen van kostprijs en geproduceerde aantallen. Het Verenigd Koninkrijk vervoegt als eerste het project. Na de beslissing in Oktober 2001 dat Lockeed Martin de JSF of F-35 zal bouwen, vervoegen enkele geallieerden het JSF-programma. Voor België komt het engagement voor de opvolger van de F-16 te vroeg. Ondertussen verloopt de ontwikkeling van de JSF niet echt vlekkeloos. Lees meer...

 

De Raptor of F-22.
In het begin van de jaren 80 zorgt de gevechtskracht van de moderne Russische gevechtsvliegtuigen voor onrust in Amerikaanse luchtmachtmiddens. Men heeft nood aan een superieure opvolger voor de F-15. Twee consortia ontvangen in 1986 een contract om een demonstratiemodel te ontwikkelen. De groep Lockeed/Boeing/General Dynamics mag uiteindelijk de F-22 gaan bouwen, 648 toestellen in totaal. Tenslotte blijkt dat de Raptor ook als bommenwerper zijn mannetje moet kunnen staan. De F-22 zal wellicht weldra tegen een gigantische stukprijs en in sterk verminderde aantallen eindelijk het Amerikaanse luchtruim doorklieven. Lees meer... 

 

De Eurofighter of Typhoon.
De origine van de Eurofighter situeert zich zowat 30 jaar geleden, wanneer enkele Europese luchtmachten diverse specificaties voor een superieur gevechtsvliegtuig definiëren. Nadat Frankrijk zijn eigen weg gaat, besluiten Engeland, Duitsland, Spanje en Italië de krachten te bundelen. Pas in 1997 wordt na heel wat aarzeling van Duitse zijde de formele beslissing genomen om met de productie te starten. Men spreekt voortaan van de Typhoon, die nu ook als bommenwerper inzetbaar moet zijn. In juni 2004 ontvangen de vier landen hun eerste exemplaar in de vliegsmaldelen. Is dit nu echt een Europees vliegtuig en is de Typhoon echt zo superieur? Lees meer...

 

De Rafale.
Op een moment dat Europa zijn eigen gevechtsvliegtuig wil ontwikkelen, beslist Frankrijk cavalier seul te gaan.  De eerste vlucht van het prototype heeft plaats op 4 juli 1986. Het toestel bezit heel wat troeven waarbij het verenigen van de behoeften voor zowel Marine als Luchtmacht in één vliegtuig een opmerkelijke verwezenlijking is. Toch zal het nog jaren duren vooraleer de Franse defensie een bestelling, die naam waardig, plaatst. In december 2004 worden dan eindelijk een belangrijk aantal Rafales aangekocht, zij het met minder tweezitters dan initieel voorzien. Budgettaire argumenten zouden hierbij een rol gespeeld hebben. Of is er meer? Lees meer...

   
 

Op het einde van de jaren tachtig hebben de Amerikaanse Air Force en Navy nood aan een nieuw vliegtuig voor de basisopleiding van hun piloten. In 1995 valt de keuze van defensie op de Zwitserse Pilatus PC-9. In 1996 haalt Raytheon het contract binnen om het gemeenschappelijk trainingsprogramma JPATS in al zijn facetten te realiseren. De T-6A Texan II, als hoofdspeler van JPATS, staat hiermee in de steigers. De eerste leveringen aan de gebruiker starten in 2000. De Navy geeft echter te kennen de volgende leveringen van de T-6A te willen uitstellen tot 2007. Beantwoordt het nieuwe lestoestel niet echt aan de verwachtingen of is het gewoon te duur? Lees meer...   

 



Updated 02 Feb 2006.