De Duitse schlager in Nederland en België

FRANK FARIAN (+ BONEY M)

°18.07.1941
De als Franz Reuther geboren zanger-producer werd in het begin van W.O. II in Kirn geboren. Kirn ligt in Rheinland-Pfalz aan de Nahe, niet zo ver van Idar-Oberstein. De Nahestreek is een bekend Duits wijngebied. De Nahe mondt in Bingen in de Rijn uit. 
In zijn geboortejaar overleed Frank' s vader in Smolensk, aan het Oostrfront.. Aanvankelijk studeerde Frank voor kok en oefende hij ook dat beroep uit. In het Luxemburgse Ettelbrück  hield hij ermee op en werd zanger bij « Frank und die Schatten ». D.i. een weinig originele naam, want « die Schatten » is Duits voor « The Shadows ».
Begin jaren '60 tot halverwege de jaren '70 kwam Frank Farian vooral als zanger aan de bak, daarna als producer. Bij de meeste platenopnames van de groepen, die hij prodjoeste zong hij evenwel driftig mee (zie verder). Zijn grootste hit als solozanger dateert uit 1976: « Rocky ». Hij zong de Duitse versie van het  originele is Amerikaans nummer van ene Dickey Lee en geschreven door ene Jay Stevens (met dank aan Arnold Rypens, The Originals). Het werd bij ons bekend in de Nederlandse versie van Don Mercedes, waarbij Bonnie St. Claire de vrouwenstem voor haar rekening nam, van het zwangere vriendinnetje, dat later aan kanker zou overlijden.
Vanaf 1976 tot 1981 prodjoeste hij als mede-oprichter van Hansa Records Boney M, een studiogroep, waarvan hij de mannenstem voor zijn rekening nam. Pas voor de promotie van de singles werden er gezichten op Boney M geplakt, die niets met de platenopname te maken hadden. Bobby Farrell (°6.10.1949 - +30.12.2010, een uit Aruba afkomstige Nederlandse DJ), de mannelijke danser van dienst werd op het podium omringd door drie musicalzangeressen, waarvan enkel Liz Mitchell (°12.7.1952) en Marcia Barrett op de latere platenopnames meekweelden. Het 4de lid Maizi Williams mocht even als Bobby enkel dansen. Vooral het stemgeluid van de uit Jamaica afkomstige Liz Mitchell is herkenbaar op de verschillende opnames (vet gedrukt).Van '76 tot '81 was de groep niet uit de Europese hitparades weg te branden. « Baby do you wanna bump(1976), Daddy Cool (1976), Sunny (1976), Ma Baker (1977), Belfast (1977), Rivers of Babylon/Brown girl in the ring (1978), Rasputin (1978), Mary' s boy child (1978),  Hooray, hooray,it' sa holiday (1979)Gotta go home/ El Lute (1979)I' ve seen a boat on the river (1980), Malaika (1981)e.a. zijn voor eeuwig in onze herinnering gegrifd. Op de andere opnames haalt de lage mannenstem van Frank Farian de bovenhand. Verder prodjoeste Frank « Eruption », met de eveneens Jamaicaanse Precious Wilson als zangeres. Hun grootste hits werden « I can' t stand the rain » (1976, oorspronkelijk van Ann Peebles) en  « One way ticket » (1978, oorspronkelijk van Neil Sedaka).  Van dan af ging Precious solo. Toen ik in de jaren '90  Precious Wilson in het Antwerpse Sportpaleis in het kader van de Préhistorie Live meemaakte, viel me dat behoorlijk tegen. Haar schoonheid was niet meer wat je noemt « je dat », maar met haar stem was het nog erger gesteld. Werd hier ook al geknoeid bij de platenopnames of is het gewoon sleet? Waar bij Boney M er nooit een geheim van gemaakt  werd, dat de zangstemmen op de plaat verschilden van die van de personen, die optraden, dan werd bij Milli Vanilli, een andere groep, die Farian produceerde, dat wel gedaan en een schandaal brak uit. Als Frank Farian met Eruption op de Amerikaanse markt succesvol geweest was, wat moet je dan nog zeggen van Milli Vanilli?  Maar ook Fab Morvan en Rob Pilatus (1965-1998) waren slechts showdansers, die dansten op het stemgeluid van Charles Shaw, Johnny Davis en Brad Howell. Al na hun eerste album « All or nothing » (1988) had Charles Shaw al zijn mond voorbijgepraat, maar nadien (tegen betaling!?) zijn woorden teruggetrokken. Met « Girl, you know it' s true » bereikten ze trouwens de 1ste plaats van de USA-hitparade. Maar bij de Grammyuitreiking brak het schandaal pas echt uit en moesten ze achteraf hun trofee teruggeven. 
In het begin van de jaren '90 richt Frank Farian  dan zijn eigen platenlabel MCI op, waar hij succes had met groepen als La Bouche en No Mercy.
Van Frank Farian mogen we gerust zeggen dat hij, naast Ralph Siegel en Dieter Bohlen (Modern Talking), de meest succesrijke Duitse producer van de 20ste eeuw is. Hij begon als schlagerzanger en eindigde als producer, zanger-componist van trendy Engelstalige discohits, waarvoor hij de mosterd in Jamaica haalde. Als oude schlagerzanger bleef hij achter de coulissen, want ook in Duitsland hebben ze verstand van Engelstalige popsongs, denk maar aan Alphaville (« Big in Japan »), The Scorpions (« Wind of change »).