gisteren dag 183 donderdag 11 oktober 2001 morgen
Vertrek aan de abdij van Grainetière (dept. Vendée) Aankomst te Le Loroux-Bottereau (dept. Loire-Atlantique) Overnachting: tuinhuisje
Maximumsnelheid: 56,5 km/u Gemiddelde snelheid: 14,2 km/u Dagafstand: 64,94 km Duur etappe: 4:34u Totale afstand: 10692,2 km

Gilles de Rais versus Franciscus van Assisi

Wat kan één van de nobelste mensen ooit, gemeen hebben met één van de meest abjecte personages uit Frankrijks geschiedenis? We beginnen met Gilles de Rais: rijk geboren, als kind reeds wees, werd hij door zijn grootvader opgevoed, wiens enige bekommernis erin bestond het familiefortuin te vergroten. Dit stelde de jonge Gilles in staat tot een blitzcarrière in dienst van de Kroon, temeer omdat zijn landgoederen – vooral na zijn huwelijk met de schatrijke Catherine de Thouars – op zeer strategische punten lagen. Vijfentwintig jaar oud schopte hij het reeds tot Maarschalk van Frankrijk. In die hoedanigheid streed hij aan de zijde van de Maagd van Orléans, Jeanne d’Arc, tegen de Engelsen.

Na Jeannes dood op de brandstapel trok Gilles de Rais zich enigszins terug uit het militaire circuit. Al gauw verveelde hij zich stierlijk, wat ten langen leste tot zijn val zou leiden. Zijn pronkcavalerie, tweehonderd tot in de puntjes verzorgde en uitgeruste ruiters, slorpte handenvol geld op. Met de regelmaat van de klok organiseerde hij groots opgezette toneelspelen, waarin naast Jeanne d’Arc en haar heldendaden vooral zijn eigen lof werd bezongen. Het hoeft geen betoog dat hij met deze liederlijke levensstijl zijn fortuin er in korte tijd doorheen joeg. Dan sloeg paniek toe: de Rais, bijgenaamd Blauwbaard, wegens zijn gitzwarte baard, stortte zich in de verboden kunsten: alchemie en zwarte magie. Heel wat onschuldige kinderen stierven daardoor een gruwelijke dood, en vele historici huldigen vandaag de mening dat Blauwbaard een notoir pedofiel moet zijn geweest.

Zelfs nadat ze een publiek geheim werden, kon Gilles de Rais jarenlang ongehinderd doorgaan met deze praktijken. Meermaals bezondigde hij zich aan corruptie, en ja… dan begon er toch iets te roeren. Haha, het was de macht van het geld die hem in de gevangenis bracht. Tijdens het proces bekende hij berouwvol al zijn misdaden. Hij genoot evenwel niet het voorrecht van de adel om onthoofd te worden maar stierf als een ordinaire boef aan de galg. De brandstapel zou zijn lijk alleen maar pro forma verteren, want zijn familie kreeg het recht het lichaam te recupereren, net voordat het vuur werd aangestoken.

Hedendaagse strafpleiters zouden verzachtende omstandigheden inroepen wegens een droevige jeugd. Gilles werd inderdaad al op zijn elfde wees, en zijn grootvader die zich met zijn opvoeding bemoeide, deed dit niet van harte. Van kindsbeen aan had de Rais niet de affectie genoten die voor de meesten van ons heel normaal zijn.

Francesco Bernardone werd eveneens rijk geboren, en zijn ouders, totaal in beslag genomen door hun textielhandel, lieten hem min of meer aan zijn lot over. Heeft de Heilige van Assisi ook affectie moeten ontberen? In elk geval had hij meer begripvolle ouders kunnen getroffen hebben; een makkelijke jeugd is heel wat anders… intriest, droevig. Niettemin werd Francesco één van de grootste heiligen aller tijden, terwijl Gilles de Rais aan de galg eindigde. Beiden hadden ze geenszins een ideale start in het leven. Een droevige jeugd als verzachtende omstandigheid, maar niet als excuus!

Nog iets wat beiden bindt: mijn reisweg die door Assisi liep, en mijn bezoek vandaag aan de ruïne van Blauwbaards kasteel in het dorpje Tiffauges, op de grens van de Vendée en de Loire Atlantique. Een onzichtbare lijn op Europa’s kaart, een lijn die beide bindt, aanvankelijk elkaars gelijke, nadien elkaars tegenpool…

Maurice

Het tweede stukje vandaag betreft Maurice. Hij merkt me op vlakbij de kerk van het stadje Le Loroux-Bottereau, zo’n vijftien kilometer buiten Nantes. Prompt krijg ik een slaapplaats in zijn zeer bescheiden woning. Ik vrees in een nogal vuil krot te moeten overnachten, maar deze 72-jarige vrijgezel onderhoudt zijn woning verbazend goed. Er heerst een gezellige, maar geenszins overdreven rommeligheid.

De fiets neemt bijna de ganse smalle gang in beslag; de deur van het toilet kan nog net ver genoeg open. Het woonvertrek dient als keuken, badkamer en eetkamer. Een zwaar, groot bed neemt zowat de halve ruimte in beslag. De achterdeur geeft uit op een kleine tuin die Maurice op gecontroleerde wijze overlaat aan de natuur: “Deze bloemen zijn de glimlach van Onze-Lieve-Heer”, overweegt hij. Achter in het hofje een door hemzelf uit natuursteen opgetrokken tuinhuisje, want Maurice heeft zijn hele leven niet veel anders gedaan dan gemetst.

Op het bed in dit pittoreske gebouwtje staat een weinig rommel die snel aan de kant wordt gezet. Onder een plastic hoes blijft het bed smetteloos: “Jij bent niet de eerste die hier overnacht; ooit logeerde hier vijf man tegelijk, aan wie ik mijn groot bed binnen afstond om hier in mijn kapel te slapen.” Een vitrinekastje toont een Heilig Hartbeeld, een Gekruisigde en een poster van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes: “Vaak slaap ik ’s zomers hier, en niet binnen.”

Dankbaar denkt hij aan de bedevaartsoorden in Frankrijk, die hij ooit mocht bezoeken. Hij werkte bij de Franse Spoorwegen en genoot van gratis of goedkope tickets. Deze eenvoudige man, die een mateloze bewondering koestert voor Franciscus van Assisi, etaleert een zachtmoedigheid die ik al meer heb mogen ervaren op deze reis.

Om acht uur ’s avonds, na een eenvoudig maal – linzen met steak haché – vergezel ik hem naar de kapel van het vlakbij gelegen hospitaal en rusthuis, waar hij zich over een rolstoelgebruiker ontfermt. Al jaren dat hij die man van zijn kamer naar de kapel rijdt, en weer terug. En nóg tutoyeren ze elkaar niet, maar spreken ze elkaar, vol respect, aan met monsieur.

Home Top Gisteren Morgen