gisteren dag 61 vrijdag 5 juli 1996 morgen

Alleen-zijn versus eenzaamheid

De spirituele storm is voorbij, en wat ik niet verwacht had, gebeurt: ik val zo'n beetje in een gat, een gat van eenzaamheid. En eenzaamheid is niet hetzelfde als alleen zijn: eenzaamheid deprimeert.

Maar wie voor enkele maanden op bedevaart vertrekt weet dat dergelijke dagen ook zijn deel zullen zijn. En als ik erover nadenk hoe snel ik die twee kwade dagen in Albi vergeten ben, dan weet ik dat weldra de zon in mijn hart weer zal schijnen. Ondanks deze lichte inzinking geef ik de moed niet op en laat ik me niet gaan. Het tegen de stroom van zelfmedelijden kunnen ingaan is voor mij al voldoende troost om het leven langs de mooie kant proberen te zien.

Urenlang zit ik in de kathedraal, deels in gebed verzonken – voor mezelf, voor moed – deels de werkzaamheden gadeslaand van twee mensen die bezig zijn het gigantische orgel wat bij te stemmen: het tongpijpwerk klonk vorige zondag inderdaad nogal vals, te vals voor mijn gevoelig gehoor.

De hele dag motregent het, maar dat weerhoudt me niet om mijn stalen ros even tevoorschijn te halen om de druk van de banden te controleren en om in een grote cirkel rond de stad te rijden: de heuvels bieden vaak indrukwekkende panorama’s over Santiago, en hiervan maak ik dankbaar gebruik om de thuisblijvers enkele mooie dia’s te kunnen laten zien. Ik trek me de motregen niet aan; helemaal doorweekt – maar in het vooruitzicht van een lekker warm bad – rij ik verder en verder de agglomeratie uit totdat het kleine wegje in de heuvels doodloopt.

Zo heb ik geleerd de eenzaamheid te bestrijden: niet op mijn bed gaan liggen in een poel van zelfbeklag. Ik moet God danken voor deze kracht, die thuis in Vlaanderen ontspringt uit het hart van iedereen die regelmatig zijn gedachten laat afdwalen in de richting van Galicië en die af en toe ook eens een gebedje deze kant uitstuurt.

Home Top Gisteren Morgen Zelfde datum 2001