COLLEGIUM ORTHOPEDICUM ET TRAUMATOLOGICUM
BVOT-SORBCOT-GBS-VBS
Règlement
interne à l’attention des assistants de dernière année concernant l'examen oral
de fin de formation de la spécialité en chirurgie orthopédique et
traumatologique
1. Le
collegium organise en vertu de l’art 20 de la loi du 23 avril 2014 l’évaluation
finale des connaissances. Cette évaluation est organisée de façon paritaire par
les associations professionnelles et les établissements universitaires. Il
s’agit donc d’un contrôle des connaissances pour les médecins en fin de
formation de la spécialité.
2. Ce contrôle
est oral.
Chaque
examinateur devant lequel passe le candidat présente un ou plusieurs cas
cliniques et/ou une ou plusieurs questions théoriques..
Le candidat est évalué sur sa capacité de jugement clinique et/ou théorique, sur
la stratégie dévelopée pour résoudre le problème et sur la justification
éventuelle de sa démarche. Le bons sens et les standards actualisés type (state
of the art) de la profession serviront de référence.
3. Il s'agit
d'un contrôle de connaissance portant sur l'ensemble de l'orthopédie et la
traumatologie et non d'une seule sous-spécialité. Le candidat sera interrogé sur
les cinq grands chapitres suivants : sciences de base, membre supérieur, membre
inférieur, rachis, pédiatrie. La traumatologie est revue dans les divers
« chapitres ».Chaque chapitre aura une cotation séparée.
4. Le système
de cotation et délibération est fourni aux examinateurs.
5. Les
examinateurs sont mis par paire. Un examen complet comprend les cinq grands
chapitres et donc 5 postes et un total de 10 examinateurs. Le candidat interrogé
a une période de temps limitée à 20 minutes pour chaque paire, donc 10 minutes
par examinateur
6. Dans la
mesure du possible le candidat ne sera pas interrogé par un de ses maitres de
stages.
7. Le candidat
évalué est interrogé dans la langue qui correspond au régime linguistique dans
lequel il a effectué sa formation.
8. Tout
candidat sera délibéré.
Le jury est
constitué de tous les examinateurs présents. Le jury est présidé par le/la
coordinatrice du Collégium.
9.Le cas
échéant une deuxième session pourra être organisée avant la fin du mois de
septembre de la même année. Elle sera du même « modèle » que la première
session.
10. Toute
contestation sur le résultat final de l'évaluation par un candidat examiné doit
être notifiée par écrit et adressée au coordinateur du contrôle de connaissance
ou à défaut, à son maître de stage coordinateur endéans les 15 jours qui suivent
l’examen.
Règles et
texte revu et délibéré automne 2019
Règles et
texte revu et délibéré le 20 octobre 2015
Règles
initiales approuvé au collegium le 28 janvier 2009
BVOT-SORBCOT-VBS-GBS
Reglement van inwendige
orde gericht aan de laatste jaar assistenten orthopedie en traumatologie die
deelnemen aan het mondeling eindexamen
1. Het Collegium
organiseert een finale kenniscontrole krachtens artikel 20 van de wet van 23
april 2014. Deze controle wordt op paritaire basis georganiseerd door de
beroepsverenigingen en door de universitaire instellingen. Het gaat dus om een
kenniscontrole op het einde van de specialistische vorming.
2. Deze kenniscontrole is
een mondeling examen. Iedere examinator stelt één of meerdere klinische gevallen
voor en/of één of meerdere theoretische vragen. De kandidaat wordt beoordeeld
naar zijn vermogen tot klinisch en/of theoretisch denken, naar de strategie die
hij aanwendt om een klinisch probleem op te lossen, en naar de door hem
aangebrachte motivatie. De examinatoren zullen uitgaan van het gezond verstand
en van de algemeen aanvaarde criteria volgens de “state of the art”.
3. De kenniscontrole
slaat op het geheel van de orthopedie en van de traumatologie, en niet op één
enkele subspecialiteit. De kandidaat zal worden ondervraagd omtrent volgende
vijf domeinen: basiswetenschappen, bovenste lidmaat, onderste lidmaat,
wervelkolom en pediatrie. De traumatologie wordt binnen elk van deze subdomeinen
ondervraagd. Voor ieder domein wordt een aparte quotering toegekend.
4. Het systeem van
quoteren en delibereren wordt aan de examinatoren meegedeeld.
5. De examinatoren
werken twee aan twee. Iedere kandidaat wordt ondervraagd door vijf duo’s in de
vijf domeinen, d.w.z. door 10 examinatoren. Ieder duo ondervraagt ten hoogste
gedurende 20 minuten, dus 10 minuten per examinator.
6. In de mate van het
mogelijke zal een kandidaat niet ondervraagd worden door één van zijn
stagemeesters.
7. Iedere kandidaat
wordt ondervraagd in de taal die overeenkomt met de taalkeuze van zijn
opleiding.
8. Iedere kandidaat
wordt gedelibereerd. De jury bestaat uit al de aanwezige examinatoren. De jury
wordt voorgezeten door de coördinator of coördinatrice van het Collegium.
9. Zo nodig kan een
tweede zittijd worden georganiseerd voor het einde van de maand september van
hetzelfde jaar. Deze tweede zittijd zal van hetzelfde “type” zijn als de eerste
zittijd.
10. Een kandidaat die het
eindresultaat van het examen wenst te betwisten, moet dit schriftelijk meedelen
aan de coördinator van de kenniscontrole, of tenminste aan zijn coördinerend
stagemeester, binnen de eerste 15 dagen na het examen.
Regels en tekst herzien
en besproken in de herfst van 2019.
Regels en tekst herzien
en besproken op 20 oktober 2015.
Oorspronkelijke regels
goedgekeurd door het Collegium op 28 januari 2009.
up
