Heel, heel lang geleden, in een land niet eens zover hier vandaan, leefde eens een zeer boosaardige heks genaamd “psychiatrie”. Deze heks probeerde met folteringen en kwaadaardige machtsvertoon het volk aan zich te onderwerpen, Deze heks had echter een groot probleem. Ze had te weinig echte toverkracht en de andere machtige organen in het land keken op haar neer.
Op een kwade dag kreeg de heks een goed plan. Ze maakte voor zichzelf de “mantel van pseudo-wetenschap”, geweven uit moeilijke en niet bestaande woorden, die geen zinnig mens begreep. Van dezelfde stof liet ze door haar achternichtje genaamd “psychologie” een bijpassende punthoed maken die de “muts der diagnonsens” werd genoemd.
Uit angst voor zoveel vertoon van wetenschappelijkheid, gingen de andere machtige organen van dat land door de knieën. Vanuit het stof waarin zij zich wentelden, dikte deze groep domme lieden, de macht van de in werkelijkheid onkundige heks extra aan en prezen haar onterecht als “deskundig”.
De heks wrong zich in alle lagen van de bevolking en besmette vele, vele beroepen. Langzamer dan de zwarte pest, maar vele malen schadelijker en dodelijker, verspreidde zij haar macht over de wereld. Zij zaaide met brede gebaren onrust en “ziekten” en oogstte daarmee steeds meer macht en rijkdom. Zij waart in vele gedaantes rond en toont haar mantel en hoed in elke parade.
Degenen die haar onzinnigheid zien en doorgronden houden hun mond uit angst om voor dom versleten te worden. Het wachten is op dat ene onschuldige kind dat, gewapend met eerlijkheid, de heks haar kracht ontneemt en zegt: “Kijk mama, psychiatrie loopt in haar hemd.”