- Alle voedsel dat wij eten bestaat uit 6 bestanddelen. Welke? Geef steeds
de medische en de Nederlandse term.
- Vul aan.
Voedingsstoffen |
Functie |
koolhydraten |
|
lipiden |
|
proteïnen |
|
mineralen |
|
vitamines |
|
water |
|
- Geef de medische term voor enkelvoudige suikers, dubbele suikers,
meervoudige suikers. Illustreer telkens met een voorbeeld.
- Waar wordt glycogeen aangemaakt in het menselijk lichaam? Wat gebeurt er
met dit glycogeen?
- Welke stoffen helpen bij de omzetting van polysachariden naar disachariden
en naar monosachariden? Waar kan je deze stoffen terugvinden?
- Wat zijn mitochondriën?
Wat is hun functie?
Wat is de belangrijkste brandstof voor de mitochondriën?
- Geef een gemeenschappelijk kenmerk van vetten.
- Bespreek de energetische waarde van suikers, vetten, en eiwitten.
- Geef de naam van de meest gekende vetmoleculen.
- Waarin kunnen triglyceriden gesplitst worden?
- Hoe kunnen we vetzuren indelen?
- Hoe noemen we het enzym dat vetten splitst?
- Welke vitamines kunnen enkel in vet opgelost worden?
- Waaruit zijn eiwitten opgebouwd?
- Waar vindt de eiwitsynthese plaats in de cel?
- Hoe noemen we het enzym dat eiwitten splitst?
- Wat is het verschil tussen essentiële en niet essentiële aminozuren?
- Wat zijn mineralen, elektrolyten ?
- Bespreek: "Een aantal mineralen zijn belangrijk als bouwstoffen."
- "De meeste vlinders leven van nectar. Nectar is stroperig vocht in
bloemen. Daar zit suiker, kleine hoeveelheden eiwitten en vitamines in."
Wat zij vitaminen? Geef de betekenis van de naam.
Geef de 2 belangrijkste energiebronnen voor de mens.
- Uit welke lagen bestaat de klassieke voedingsdriehoek?
|