Home
|
Inhoudstafel
|
Overzicht
|
IL
LP SW 3de Graad
1. Doelstelling 1:Het schema ‘mens – gedrag en beïnvloedende factoren’ verduidelijken en kaderen binnen de component sociale wetenschappen en binnen het studierichtingsprofiel
1.1 koppelt interne en externe factoren die de mens en zijn gedrag kunnen beïnvloeden aan concreet gedrag;
1.2 brengt aan de hand van voorbeelden de onderlinge samenhang en interactie tussen de verschillende factoren die de mens en zijn gedrag kunnen beïnvloeden in kaart;
1.3 kadert het schema ‘mens - gedrag en beïnvloedende factoren’ binnen de component SW en binnen het studierichtingsprofiel.
2. Doelstelling 2:Onderzoeken hoe de lichamelijke, cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling van de mens verloopt
2.1 duidt met voorbeelden het belang van ontwikkelingspsychologie aan voor het dagelijks leven;
2.2 brengt de verschillende ontwikkelingsgebieden en hun onderlinge samenhang in kaart;
2.3 geeft met voorbeelden aan wanneer een nieuwe fase in ontwikkeling intreedt;
2.4 vergelijkt verschillende benaderingen m.b.t. het afbakenen en benoemen van verschillende fasen en gebieden;
2.5 geeft voorbeelden van de unieke ontwikkeling van elke mens en de beïnvloedende factoren die daarin een rol spelen;
2.6 onderzoekt de rijkdom van verscheidenheid in ontwikkeling bij mensen;
2.7 herkent en benoemt, vanuit observaties de lichamelijke ontwikkeling van de mens doorheen de ontwikkelingsfasen;
2.8 herkent en benoemt vanuit observaties de cognitieve ontwikkeling van de mens doorheen de ontwikkelingsfasen;
2.9 herkent en benoemt vanuit observaties de sociaal–emotionele ontwikkeling van de mens doorheen de ontwikkelingsfasen;
2.10 onderzoekt hoe thema ‘s in verschillende leeftijdsfasen geconcretiseerd worden.
3. Doelstelling 3: Schetsen van de samenhang van elementen die een rol spelen in het pedagogisch handelen en van de wederzijdse beïnvloeding waarbinnen het pedagogisch handelen plaatsvindt
3.1 brengt verschillende elementen die een rol spelen in het pedagogisch handelen in kaart en gebruikt daarbij de correcte begrippen: pedagogisch handelen, opvoedingsklimaat/milieu, opvoedingsstijl, opvoedingsmiddelen, rol, pedagogische methode, opvoedingsproject;
3.2 brengt de elementen die de visie op het pedagogisch handelen kunnen bepalen in kaart;
3.3 onderzoekt de relatie tussen een bepaalde (mens)visie en een pedagogische methode;
3.4 observeert het pedagogisch handelen in bepaalde situaties en verbindt deze observaties met achterliggende methode(s) en visies;
3.5 onderzoekt het opvoedingsproject van de eigen school;
3.6 toetst de gevolgen van het opvoedingsproject van de school voor het pedagogisch handelen aan de eigen schoolervaringen;
3.7 onderzoekt welke sociaal culturele factoren een invloed kunnen hebben op het pedagogisch handelen en op het kind/de jongere
3.8 onderzoekt de samenhang van opvoedingsklimaat, stijl en middelen bij het pedagogisch handelen in bepaalde situaties;
3.9 onderzoekt het verschil in handelen tussen verschillende opvoeders in eenzelfde situatie;
3.10 geeft aan de hand van eigen ervaringen aan dat elke opvoedingsrelatie een unieke relatie is;
4. Doelstelling 4:In kaart brengen welke factoren‘Gedrag’ beïnvloeden en de relatie met ‘leren’ illustreren
4.1 verduidelijkt aan de hand van voorbeelden dat het kijken naar gedrag gebeurt vanuit een bepaald referentiekader;
4.2 verduidelijkt aan de hand van voorbeelden hoe gedrag wordt geleerd en gebruikt daarbij begrippen correct;
4.3 brengt aan de hand van voorbeelden in kaart hoe ‘motivatie’ het gedrag beïnvloedt;
4.4 brengt aan de hand van voorbeelden in kaart hoe het denken (cognitie) het gedrag beïnvloedt;
4.5 brengt aan de hand van voorbeelden in kaart hoe emoties het gedrag beïnvloeden;
4.6 onderzoekt hoe motivatie, cognitie en emotie beïnvloed worden door sociale en culturele factoren;
4.7 onderzoekt de samenhang tussen motivatie – cognitie – emotie en gedrag binnen een bepaalde situatie;
4.8 beoordeelt reflectiemodellen op de samenhang tussen motivatie, cognitie, emotie en gedrag;
4.9 gebruikt reflectiemodellen;
4.10 onderzoekt de betekenis van reflectie voor het empathisch communiceren en omgaan met mensen;
4.11 geeft eigen groei (cognitief, emotioneel, competentie) weer aan de hand van eigen reflecties.
5. Doelstelling 5:In kaart brengen hoe men als mens deel uitmaakt van de samenleving
5.1 geeft voorbeelden van de band tussen mens -en wereldbeeld én waarden en normen binnen een samenleving;
5.2 situeert de Universele verklaring van de rechten van de mens binnen verschillende visies op mens en samenleving;
5.3 geeft voorbeelden van de wisselwerking tussen de verschillende deelsystemen in de samenleving;
5.4 brengt in kaart hoe men als individu deel uitmaakt van de verschillende deelsystemen van de samenleving;
5.4.1 De samenleving als een democratisch systeem:
5.4.2 De samenleving als een economisch systeem:
5.4.3 De samenleving als een sociaal-maatschappelijk systeem:
5.4.4 De samenleving als een rechtssysteem:
5.5 onderzoekt hoe individuen op verschillende wijze kunnen participeren aan de samenleving;
5.6 onderzoekt hoe thema’s of ontwikkelingen binnen de samenleving en de verschillende deelsystemen nieuwe benaderingswijzen met zich meebrengen.
6. Doelstelling 6: Verkennen van eigen mogelijkheden als leerling na de studierichting Sociale en technische wetenschappen
6.1 brengt beroepen en opleidingsmogelijkheden na de studierichting Sociale en technische wetenschappen in kaart;
6.1.1 Sectoren die met het studiegebied Personenzorg verbonden zijn:
6.1.2 Verschillende beroepsgroepen:
6.2 motiveert zijn eigen studiekeuze vanuit eigen ontwikkeling in competentie.
About
Title
LP SW 3de Graad
The Mindjet MindManager 6 default map template.
Powered By Mindjet MindManager
laatst geupdated:
04/05/2007