Geschiedenis

De geschiedenis van alcohol :

De oorsprong van alcoholische dranken ligt zeer ver in het donkere verleden van de menseljke samenleving. Zo werden in China 9000 jaar oude kruiken uit gebakken aardewerk gevonden die werden gebruikt voor het vergisten van een mengeling van rijst, granen, honing en fruit. Of het resultaat ervan bier was of  wijn laten we in het midden.
In een afgelgen grot in Armenië werd onlangs een complete werkplaats gevonden voor het grootschalig aanmaken van wijn. De produktieplaats was ± 6000 jaar oud en bevatte druivenpersen, vergistingsbaden, opslagkruiken, drinkbekers en scherven met daarop de resten van uitgeperste druivenschillen en kernen.
De wijnbouwcultuur is dus zeker reeds duizenden jaren oud. In het algemeen kan men echter stellen, dat bier er eerder was dan wijn. Een stuk aardewerk uit Turkije van 6400 voor Christus maakt duidelijk dat er toen al ambachtelijk bier geproduceerd werd. In 4500 voor Christus verfijnden de Egyptenaren de brouwtechniek en vond het zijn weg naar zuidoost Azië. Bierbrouwen is dus een bezigheid die al vele tientallen eeuwen oud is. De Sumeriërs, een volk dat ongeveer 5500 jaar geleden in Mesopotamië, het twee-stromenland tussen de Eufraat en de Tigris, nu behorend tot huidige Irak, leefde, waren vermoedelijk de eersten die bier op grote schaal produceerden.
Het bier en de wijze waarop dit gemaakt werd, is echter niet zoals we dat nu kennen. Men bakte een soort brood van "emmer" (een tarwe-soort), dat van buiten gaar was, maar van binnen nog week. Als men bier wilde maken, weekte men het brood in water en bracht dit aan het gisten door het weke brood eerst tot een brei te vermalen (verknauwen) en deze brei daarna in wat meer water in grote kleipotten natuurlijk te laten fermenteren (vergisten). Aan het vergistende bier werd later vaak fruit, honing of kruiden toegevoegd.
Alle oude graangebieden kenden aan bier verwante dranken; uit Babylonië bijv. zijn duidelijke gegevens bekend over de bereiding van een zwak-alcoholische drank uit graan sedert 4500 v.C. Nadat de Babyloniërs het Sumerische rijk hadden over genomen, nam het brouwen toe. Uit kleitabletten van die tijd heeft men kunnen afleiden, dat men reeds verschillende soorten bier kende. Door het vermengen van fruit, honing en kruiden in de vergistende drank, is de stap naar de vinificatie (aanmaken van wijnen) slechts zeer klein en eigenlijk een logisch gevolg..

Wie de eerst stap zette naar het aanmaken van wijn zullen wij wellicht nooit juist weten. Wellicht is het een "zachte overgang" geweest door het gebruik van meer fruit en minder en minder graangewassen (brood). Algemeen wordt aangenomen dat de zuivere en relatief grootschalige productie van wijn ± 6500 jaar geleden een aanvang nam.

De Egyptische & Romeinse tijd:

De Egyptenaren namen het bierbrouwen over van de Babyloniërs (de Egyptenaren brouwden bier, waar ze ook dadels aan toevoegden). Voor hen behoorden brood en bier tot de elementaire voedselbestanddelen. Bier wordt al genoemd in teksten uit het vroege Oude Rijk en vanaf deze tijd werden er houten "modellen" gemaakt, die de productie van brood en bier uitbeeldden. Ze werden meegegeven in het graf of werden vermeld in de offerlijsten op de wanden van grafkamers en sarcofagen. Zo bezat Ramses III een brouwerij die het bier leverde voor de tempels. Doordat het in de loop der eeuwen verdampt (of opgedronken) is heeft men nog nooit bier uit het oude Egypte gevonden. Wel zijn kruiken en vaten aangetroffen waarin het residu van bier aanwezig was. Analyse ervan heeft aangetoond, dat bier toen reeds van verschillende soorten graan gemaakt werd. Uit oude teksten van het "Nieuwe Rijk" kende men inderdaad verschillende soorten bier. Naast drank voor de levenden en de doden was bier ook een ingrediënt van een aantal medische recepten.

Een heel intressante anecdote is hier ook dat in het oude Egypte, als nevenproduct, reeds een vorm van peniciline werd gebruikt voor het behandelen van interne infecties en geinfecteerde wonden. Hiervoor moesten de patienten zwaar beschimmeld brood eten en/of werd een brei ervan op de wonden aangebracht. U ziet, Flemming was zeker niet de eerste en/of "echte" uitvinder" van de eerste antibiotika....!!!!

De kennis over de brouwkunst verspreidde zich via het Midden-Oosten, naar Griekenland en Italië. Maar in die tijd, ongeveer 3000 - 3500 jaar geleden, raakte ook het wijn maken algemeen in zwang, vooral in Griekenland en toenmalig Italië. In de Romeinse tijd werd er nog bier gebrouwen door de Romeinen, maar ze hielden toch meer van wijn. Door de Grieken en Romeinen werd de brouwkunst verder naar het noorden en het westen verspreid. In Spanje werd reeds bier gedronken door de oude Iberische bevolking en door de bewoners van de paaldorpen in de Zwitserse meren werd gerst, behalve voor het bakken van brood, ook reeds gebruikt voor het brouwen van bier.
In de tijd van Strabo (63 v.C. – 24 n.C.) werd een "rythos" genaamde biersoort in Alexandrië algemeen gedronken; Pelusium, aan de mond van de Nijl, was wijd beroemd om zijn "Pelusische drank" (een aangezoete zware biersoort).

Over het oude Germaanse bier is in feite niet zoveel bekend; wat men daarvan weet, stamt hoofdzakelijk uit de Noorse mythologie en een mededeling bij Tacitus. In plaats van met hop zetten de Germanen het bier met eikenbast aan, mede om het tegen bederf te vrijwaren.
De Germanen waren wel de eersten, die de tussenstap van het broodbakken oversloegen en ontdekten dat uit ontkiemde en gedroogde graankorrels (meestal gerst) ook bier gebrouwen kon worden. De oude Germanen en de Belgae (Belgen) , onder leiding van Ambiorix en zijn gezellen, lieten menig Romeins hart van schrik verstenen, na een woelig braspartijtje met een robbertje vechten als "dessert".
De Belgae (Lat.) of Belgen waren een groep, tot de Kelten behorende en met de Germanen verwante stammen, die ten tijde van Caesars verovering van Gallia, het gebied tussen de Noordzee, de Seine, de Marne en de Rijn bewoonden. Galliërs (Lat.: Galli), is de overkoepelende benaming voor alle Keltische volken van het vasteland van Europa; in engere zin de bewoners van Gallia. "Galliërs" is dus eigenlijk gewoon een andere naam voor "Kelten". Een deel hiervan waren dus de "Belgea".
Ongeloofelijk maar waar, heel veel Hollanders zijn dus eigenlijk "Belgen"....!!!. De Nederlanders zullen er wel anders over denken maar aan de feiten kan niet getornd worden en ,.....ze moeten er eigenlijk blij en fier om zijn ....!
De keltische stammen hadden zich in het begin van de ijzertijd (ca. 1000 v.C.) in dit gebied gevestigd. Voor het huidige België en grote delen van Nederland waren de voornaamste: de Morini (Morenen), die verblijf hielden in de kuststreek rond Boulogne, de Menapii (Menapiërs) tussen de Noordzee en de Schelde (die toen in de Maas uitmondde) en de noordelijker gelegen moerassige gebieden, de Nervii (Nerviërs) tussen de Schelde, de Rupel, de Dijle en het Kolenwoud, de Eburones (Eburonen) tussen de Scheldedelta, de Rupel, de Dijle, het Ardennenwoud en de Rijn en de Aduatuci in het Maasgebied stroomopwaarts van Namen.
Alle kelten  waren uitmuntende bierbrouwers en hun producten werden overal gegeerd. Een eigenschap en vermaardheid die de "Belgae" nog steeds bezitten...!!!. De dranken werden hoofdzakelijk door de druïden (hun priester-tovenaars) samengesteld. en deze gebruikten vele "kruiden" en ook honing om de dranken wat op te peppen. Als bewaarmiddel voor het bier werd in onze contreien vooral een aftreksel van wilde gagel gebrukt.

Door het relatief koud klimaat was de kweek van druiven en het vinifieëren ervan in het Noordelijk gelegen Belgica niet zo aangewezen. Toch werdt veel wijn gedronken. Deze was waarschijnlijk bemachtigd door ruilhandel met de Romeinen of de zuidelijker gelegen Keltische nederzettingen.. Ambiorix, koning van de Eburonen (ca. 55 v.C.), werd vooral bekend door zijn tegenstand tegen de Romeinse veldheer Gaius Julius Caesar maar ook voor zijn enorme braspartijen en zijn ontembare vecht- en bijhorende vreet- en sexlust. Ook bij de aangrenzende Germanen waren de Eburonen, Nerviërs en Menapiërs berucht. Sommige van deze volkstammen zwermden verder uit naar het zuiden van Britannia (England) en maakten daar de kust onveilig. Van 57 tot 51 v.C. werden de hevig weerstand biedende Belgae door Gaius Julius Caesar onderworpen, waarbij sommige stammen (bv. de Eburones en Aduatuci) bijna volledig werden uitgeroeid. Ambiorix en zijn overlevende drinkebroers vluchten toen naar Germania (Duitsland). Hun gebied werd bij het Romeinse Rijk ingelijfd als een deel van Gallia; onder keizer Augustus werd het als "Belgica" een administratief zelfstandige provincie van dat rijk.  In 9 n.C. werden de Romeinen, in onze streken, door de Germanen verslagen en verdreven. Er zal dan wel een grote "party" geweest zijn.....amaai !!!

De Middeleeuwen: 

In de middeleeuwen, waren het vooral de monniken die brouwden, om in hun levensonderhoud te voorzien. Verder was in die tijd het drinkwater van slechte kwaliteit en men ontdekte dat het drinken van bier gezonder was. Dat dit vooral door het koken van bier kwam, wist men toen nog niet. De meeste aalputten werden namelijk juist naast of in de nabijheid van de drinkwaterputten uitgegraven. Afwateringssystenen en/of rioleringen waren zo goed als onbestaande en men liet alles maar lopen waar het terecht kwam. Ook vele dieren zoals varkens, kippen, geiten en schapen bevolkten de straten en lieten hun "datje" achter in de meestal onverharde straten. Soortgelijke taferelen ziet men vandaag nog in vele onder-ontwikkelde landen. Dat er zo nu en dan een zware epidemie uitbrak was dus niet te verwonderen.
In die tijd gebruikte men nog geen hop als konserveringsmiddel en/of smaakmaker, maar gruit. Gruit is een kruidenmengsel met vooral gagel en rozemarijn en verder o.a. duizendblad, laurierbessen, salie, enz. Het zg, dolkruid of bilzenkruid werd veel gebruikt door de "Clericale giftmengers". Het is giftig, zwaar roesverwekkend en bedwelmend. Dit "soepje" werd gebruikt, om de meestal horribele smaak van het brouwsel te verdoezelen en het "sterker" te laten uitschijnen dan het eigenlijk was.

De monniken behoorden, in die tijd, tot de hoogst opgeleide (en dorstige) mensen en zij tilden het bierbrouwen naar een hoog niveau. Omstreeks het jaar 800, waren het waarschijnlijk dan ook de monniken, van het klooster van Weihenstephan in Duitsland, die als eersten hop gebruikten, om het bier langer houdbaar te maken. Aangezien in vele landen een hele industrie was ontstaan rond gruit en ook de overheden inkomsten hadden uit het zogenaamde "gruitrecht", heeft het tot ongeveer 1320 geduurd, voordat in België (toenmalig Vlaanderen) en Nederland hopbier werd gebrouwen. U ziet maar...ook het "pluimen en zakkenvullen" is geen moderne uitvinding ......!!!

Bier was dus vroeger een zeer populaire drank omdat dit veiliger was om te drinken dan het aanwezige drinkwater. Het drinken van bier verminderde sterk in de loop van de 18e  eeuw. Dit kwam door de opkomst van koffie en thee. In 1788 vindt Richardson de sacharimeter uit, een toestel voor het bepalen van het suikergehalte in vloeistoffen. Dit was een zeer belangrijke ontdekking die een grote vooruitgang voor de brouwkunst betekende. Ook het soort bier dat men brouwde veranderde, eerst maakte men altijd "boven gistend" bier, maar in de 19e eeuw ging  men vooral "onder-gistend" bier, pils, maken. Het verschil tussen deze beide biersoorten ligt hoofdzakelijk bij de samenstelling van de malt en de gebruikte gistsoort. Bij lage- of ondergistend bier zinkt de gistsoort naar de bodem van de kuip (bv. bij Pilsbieren). Bij bier van hoge- of bovengisting drijft de gistsoort naar het oppervlak van het wort tijdens het gistproces (gist drijft boven). De bieren van hoge gisting zijn meestal van het zg. "Ale-type".

De Wijn:

De oorsprong van de wijnbouwcultuur vermoedt men in het gebied ten zuiden van de Kaukasus en in Oost-Turkije. Hier bevindt zich van oudsher een grote variëteit aan wilde en gecultiveerde druivensoorten alsook vele tussenvormen ervan. De eerste wijnen zijn vermoedelijk gemaakt van wilde druiven (Vitis vinifera silvestris). In de loop van het 6de en 5de millennium v.C. is de wilde druif gedomesticeerd tot Vitis vinifera sativa. Selectie door de mens en natuurlijke aanpassing van de druif, die sterk mutatie-gevoelig is, leidden in de loop der tijden tot verschillende druiverassen. In de loop van het 4de en 3de millennium v.C. werden wijn en wijnstok opgenomen in het cultuurgoed van Mesopotamië, Egypte, Syrië en Palestina.
Wijn was in ieder geval ± 3500 jaar geleden al goed bekend. In Egypte zijn papyrusrollen gevonden waarin beschreven werd hoe je wijn moest maken. Ook zijn er afbeeldingen in grafkamers gevonden die uitbeeldden dat de Egyptenaren al wijn konden maken en zelfs dronken werden (wie niet ?). In het oude Griekenland was wijn de belangrijkste drank. Beschilderde vazen en pullen laten uitbundige feestmalen zien waarbij wijn gedronken werd. De dichter Hesiodes (7de eeuw vóór Christus) noemde druiven een geschenk van Dionysos, de God van de wijn.
Lange tijd gold wijn als belangrijk statusgoed, zodat het gebruik ervan beperkt bleef tot de hogere sociale en religieuze kringen. De lagere kasten of parias moesten zich maar behelpen met "gekruide" bieren en/of reeds verzuurde wijnen.

Iin Indië werd reeds meer dan 3000 jaar geleden wijn gemaakt. Oude sanskrit-texten omschrijven toen reeds wijn als stimulans bij "sexuele" bezigheden. Ook de kus (met de mond) werdt notabene hierin omslachtig omschreven. Zo is de beroemde Indische "Kamasutra" (liedeshandboek) uit de derde eeuw slechts een samenvatting uit deze oude geschriften en werd trouwens ook geschreven in sanskrit. Ook hierin wordt wijn aangeraden voor het aansporen en verhogen van het sexuele genot. Nuja, na het verslinden van enkele flessen wijn, wordt zelfs een geplukte kalkoen bij vele mannen begeerenswaardig. De mannen moeten wel opletten om dan Sir Elton John (zonder pruik dan) niet tegen het lijf te lopen .......amaai !!!

In 1947 ontdekte een herder in leer en stof opgerolde geschriften uit de oudheid in een grot bij Chirbet Qumran ten noordwesten van de Dode Zee. De rollen zijn een opmerkelijke archeologische vondst en vormen het eerste gedeelte van een verzameling Hebreeuwse en Aramese manuscripten die vlak na de eerste vondst kort na elkaar werden ontdekt. Deze oude geschriften, waaronder het volledige boek Jesaja en fragmenten uit alle andere boeken van het Oude Testament, behalve het boek Esther, bleken meer dan duizend jaar ouder te zijn dan alle andere bekende Hebreeuwse geschriften.
Ook in de zeer oude "dode-zee" rollen, staan verwijzingen naar "bier" en/of een soort "offerwijn".

Gedurende het 3de en 2de millennium v.C. bereikte de wijnbouwcultuur Kreta, Griekenland en delen van Zuidoost-Europa. In het 1ste millennium v.C. brachten Phoeniciërs en Grieken wijn en wijnstok naar het westelijk deel van het Middellandse-Zeegebied, o.a. Zuid-Italië, Zuid-Spanje en Noord-Afrika. De Grieken waren toen reeds zeer bedreven in de wijnbrouwkunst. Wat denkt U van het volgende: "Een wijn met een aroma van rozen en hyacint alsmede een vleugje appelbloesem......"...? Het is als uitgeknipt uit het hedendaags relaas van een wijnrecensent. Niets is minder waar. Het is een uitschrift van de Griekse schrijver en dichter Hermippus die 2400 jaar geleden leefde. Voor een Griekse koopman was het destijds belangrijk te weten waar de wijn werd geproduceerd, waneer en door wie. De wijn-amforen werden dan ook voorzien van een ingebakken inscriptie met gegevens over de herkomst, de jaargang en meestal ook de naam van de wijnbrouwer zelf. De amforen waren dus een "eengangsverpakking" en voorzien van dezelfde gegevens als op de etiketten van de wijnflessen van vandaag. De amforen werden daarna, na het verbruik van de wijn, gewoon vernietigd of gebruikt om er water in op te slaan.

In de oudheid, voor men flessen en kurken kende, was het moeilijk om in het warme Griekse klimaat de meestal eenvoudige witte wijnen goed te houden; deze bleken het best houdbaar in amforen die van binnen met hars waren bestreken. Uit de hars kwam de terpentijnolie bovendrijven en deze sloot de wijn deugdelijk af; bovendien werkten extracten uit de hars conserverend. Harsen werden reeds in de oudheid gebruikt, o.a. voor het conserveren van mummies. Ook de Zuid-Amerikaanse Inka's kenden het gebruik van harsen (en balsems). Ook nu nog voegt men aan sommige Griekse wijnen   hars toe, mede om de voor liefhebbers aantrekkelijke smaak en geur die de hars aan de wijn geeft. Deze, meestal zeer eenvoudige maar smaakvolle witte tafelwijnen uit Griekenland waaraan hars van pijnbomen is toegevoegd, worden "Retsina-wijnen" genoemd. Deze wijnen bezitten dus, door het dennenhars, een min of meer uitgesproken "terpentijnsmaakje"
Homeros omschrijft de wijnen van Lesbos, Chios en Thassos. Hij wist wat hij schreef want de wijnen van Thassos waren zo populair, dat vele anderen probeerden ze na te maken. De Grieken (en ook de Romeinen) dronken hun wijn niet puur. Deze werd vermengd met twee delen water (soms zelfs zeewater) voor één deel wijn. De wijn werd door de Grieken met water vermengd in speciale "krater"-vazen. Dit is een gewoonte die men vandaag nog steeds veel toepast in Spanje, Portugal, Griekenland en Frankrijk. Veel wijn werdt ook aangezoet met honing. De meeste wijnen van die tijd waren eerder aan de "zure" en droge kant. Ook kruiden werden gebruikt. Veel gebruikte smaakzetters waren safraan, kaneel, munt, en ook vele bloemen. Was dit niet de voorloper van de hedendaagse Vermouth...?. Homerus stipuleerde ook in zijn geschriften dat het heel belangrijk was, dat de wijn een aroma had als van een "boeket" bloemen . Deze omschrijving vinden wij vandaag nog terug in het Franse "Bouquet".

Hoewel er in Champagne fossiele overblijfselen van de wijnstok zijn gevonden die meer dan 3000 jaar oud zijn, rekent men de Franse wijnbouw te dateren uit de 6de eeuw vóór Christus, toen Griekse kolonisten in het gebied aan de monding van de Rhône de wijnstok importeerden. Het waren ook de Grieken uit Klein-Azië die de handelsnederzetting Massilia (Marseille) stichtten en er enkele wijngaarden aanlegden.  In de Romeinse tijd waren de Franse wijnen al zo beroemd, dat op bevel van keizer Diocletianus, die concurrentie met Italiaanse wijnen vreesde, de wijngaarden werden vernietigd; zij werden echter een eeuw later onder keizer Probus in ere hersteld. In de middeleeuwen waren het vooral de kloosterlingen in Bourgogne en bij Bordeaux die de wijnbouw hebben vervolmaakt en de boerenbevolking wijnbouw zowel als wijnbereiding leerden. De vervolmaking van de kunst van het laten ouderen en rijpen van wijn is in de toenmalige Franse kelders verder ontwikkeld.
De wijnbouwcultuur van Duitsland, Noord-Frankrijk en andere delen van Midden- en Noordwest-Europa is dus in feite van Romeinse oorsprong.

Oude en goed gerijpte wijnen waren, in de landen rond de Middelandse zee, al zeer beroemd en gegeerd. De "experten" van die tijd waren het roerens eens, dat de beste wijnen uit Falernum kwamen. Speciaal deze van jaargang 121 vóór Christus was beroemd voor zijn aroma, boeket en smaak. Toen Keizer Caligula zijn verjaardagsfeestje organiseerde werd juist deze wijn en van die jaargang aan de gasten geserveerd. De wijn was dus op dat ogenblik 160 jaar oud !. Dat Caligula de dag nadien een aantal dronken gasten liet ombrengen om hun bloed te drinken is minder bekend. Een beetje eigenaardig en zelfs gek waren ze daar toen wel allemaal ......en dat zijn ze mischien nog.......hahaha!
Falernum, ten Noorden van Napels was het toenmalige Bordeaux van vandaag. Deze streek was toen reeds ingedeeld in drie specifieke gebieden of "appellations". De druiven werden zeer laat geoogst en men wachte zelfs tot de eerste vorst. Dit alles om een zoete en sterke wijn te kunnen produceren. De wijnen die men toen maakte smaakten waarschijnlijk zoals de "ijswijnen" van vandaag. Zoals U ziet, niet veel nieuws onder de zon !!!

De joden uit het koningkrijk Israël en de Phoeniciërs, maakten en "verslonden" 3000 jaar geleden ook al een aardige hoeveelheid zwaar "gekruide" wijn. In de Joodse woordenboeken kwam toen waarschijnlijk het woord "Kosher" (of Koosjer) nog niet voor !
In het begin van deze jaartelling dook ergens in Judea een semitische monnik op (Semieten zijn het volk waaruit de kanaänieten en later de Joden en Palestijnen zijn ontstaan). Deze noemde zich Jezus. Hij was (volgens vele onderzoekers) opgeleid in de Pakistaanse en Indische kloosters van die tijd en was zeer goed op de hoogte van de nieuwste en beste, toenmalige medische en theologische wetenschappen. Hij was na de zware en langdurige opleiding (± 18 jaar...) aan een jarenlange omzwerming begonnen zoals dit daar, tot op de dag van vandaag, nog steeds gebruikelijk is. Hij is de enige, die er bij mijn weten in geslaagd is, water in wijn te veranderen. Zijn graf in Pakistan (onder de naam "Chrisna" – Europees = Christus), wordt nog jaarlijks door duizenden "dorstigen" bezocht. Hij zou dus niet aan het kruis gestorven zijn maar in het oude klooster van welleer. Hij had waarschijnlijk zijn beulen omgekocht met wijn…!!!
Als aansluitend verhaal (nadenkertje) kan ik U volgend vertellen;.... ten tijde van de kruisigingen door de Romeinen kregen de gekruisigden soms, van barmhartige vrouwen, een pijnstillend drankje op basis van zure wijn en een aftreksel van de Mandragora-plant (alruin). Dit kruidendrankje stond bekend als de "dodenwijn". Een mogelijk neveneffect was echter dat de gekruisigde in een soort slaaptoestand terecht kwam met een zwakke ademhaling en een bijna onbestaande hartslag. Het gevolg was, dat hij soms schijndood maar nog levend, van het kruis werd gehaald en aan de familie werd gegeven om te worden begraven. De mandragoraplant of alruin wordt in de volksmond trouwens nog steeds "schijndood" genoemd. Het is een zeer sterk hallucinogeen en de werking ervan is, en was genoegzaam bekend. Sommige geschiedkundigen suggereren dat dit mogelijk het geval is geweest met Jezus van Nazareth die, gered door de "dodenwijn", zijn martelingen en het kruis overleefde en daardoor drie dagen later kon "verrijzen". Hij vluchte na een herstelperiode terug naar zijn kloosters in het "Verre Oosten" en liet zijn apostelen de "klus" verder alleen klaren. U ziet, dat reeds toen veel "gejongleerd" werdt met allerlei kruiden en kruidendrankjes..

Ook aan de andere kant van de oceaan liet men zich niet onbetuigd. Bij de Azteken had drank een religieuze rol. Dronkenschap was verplicht bij alle religieuze aangelegenheden. Als je je niet "bezatte" was dat een belediging voor de goden. Daarom wordt ook welleens gesuggereerd dat onze voorvaderen van de Azteken afstammen…(hahaha).
Dat het produceren van alcoholische dranken in grote lijnen samenvalt aan beide zijden van de Atlantische oceaan ondersteund de stelling van de Noorse antropoloog Thor Heyerdahl dat men reeds zeer vroeg de oceanen bevoer om nieuwe gebieden te ontdekken en/of ruilhandel te bedrijven. Iets dat hij bewees in 1947 met zijn rieten vlotten, de Kontiki en de Ra II.
Ook in Noord-Amerika en Canada zijn bij opgravingen oude drinkbekers en toebehoren gevonden van meer dan 1500 jaar oud en die duidelijk afkomstig waren van de toenmalige Scandinavische (Oud Germaans-Keltische) stammen, later Vikings genoemd. Aangezien de alombekende grote "droge lever" van alle zeemannen (kan ik van meepraten...!) moet daar zeker veel meer te vinden zijn !!!
Reeds vroegtijdig bereikten zeevarende en emigrerende volkeren Noord Amerika via Groenland en Ijsland en van de andere zijde via Alaska.. Archeologische opgravingen hebben aangetoond dat Labrador en Newfoundland (= Niewgevondenland) ca. 7000 jaar geleden (en waarschijnlijk langer) al werden bewoond. Opgravingen bij L'Anse-aux-Meadows laten zien dat het gebied reeds ca. 300 n.C. dicht was bewoond en in 900 n.C reeds grotendeels was gekoloniseerd door de Vikingen.
De twee meest bekende Viking-hoofdmannen Erik de Rode en Leif Erikson maakten vele reizen naar dit Noord-West gelegen gebied en noemden het "Vinland".Vertaald is dit "Wijnland" !. De in de opgegraven nederzettingen gevonden (gedroogde) druiven bewijzen duidelijk, dat deze zeevaarders zich destijds met zekerheid ook veel zuidelijker hebben begeven en de druiven gebruikten om er wijn van te maken. Christoforus Columbus kwam in 1492 dus eigenlijk zeer vele eeuwen te laat om een kortere weg naar "Indië" en China te ontdekken. Hij moest er in ieder geval geen "dorst" lijden.....!

Het "smaakzetten" of "Kruiden" :

De nachtschadeachtigen waren, in een niet eens zo ver verleden niet alleen populair als dodelijke gif, maar ook als "kruidje" in veschillende dranken zoals bier en wijn. Belladonna, bilzekruid (of dolkruid) en doornappel waren reeds in de oudheid en de middeleeuwen onmisbare ingrediënten van dranken en de fameuze heksenzalf die ervoor zorgde dat de heksen op een bezemsteel konden rondvliegen. Ook de alruin of mandragora (Mandragora officinarum), eveneens een nachtschadeachtige, kwam meestal in die mengsels voor. Het is een klein plantje dat oorspronkelijk alleen rond de Middellandse Zee groeide en waaraan in vroegere tijden bovennatuurlijke krachten werden toegeschreven. De Y-vormige wortels lijken vaag op een menselijke figuur, waardoor het o.m. een symbool was van vruchtbaarheid en seksuele potentie. De bezitter van de zeldzame mandragora-wortel zou de toekomst kunnen voorspellen en zou zich onzichtbaar kunnen maken wanneer hij werd aangevallen. De actieve bestanddelen van deze planten zijn o.a. coiine, thebaine, atropine en vooral hyoscine (of scopolamine), waarvan de chemische structuur bijna identiek is aan cocaïne en  hebben sterk hallucinogene eigenschappen. De bloemen verspreiden een bedwelmende geur. De orakels van Delphi zouden de geur van brandend bilzekruid opgesnoven hebben om in "extase" te komen

Alle "profeten" zoal Abraham, Mozes, Jezus van Nazareth, de apostelen en Mohamed zullen ook wel beinvloed geweest zijn door de sterk "gekruide dranken". Het is een feit dat bijna alle zg. profeten hun "visioenen" kregen in de woestijn. Dit is volgens mij een zeer "dorstige" plaats die, het verorberen van grote hoeveelheden drank zeker in de hand heeft gewerkt. Ook eigenaardig is, dat het bijna altijd mannen zijn die van "God" berichten en/of bevelen kregen. De enige vrouw in dit illustere gezelschap is Maria. Die kreeg echter slechts het bezoek van een "duif" of de "heilige geest". Het resultaat kwam er dan 9 maanden later en het waren geen stenen zoals bij Mozes....!
Iets dat vele christenen niet echt weten is, dat Maria reeds kinderen had vóór de geboorte van Jezus en er ook nog kreeg na het "bezoekje" van de "gezant van God". Christus had dus broers en zusters ...!!!. Wie hiervan de vader was wordt angstvallig verzwegen door de katholieke en protestantse kerken. Zou het dan toch "de Jef" (Jozef) geweest zijn...?
Het is ook een feit dat, sinds men de wijnen en bieren niet meer zo sterk "aankruid", er geen "echte" profeten meer geweest zijn.....!!!.Voor onze vrouwelijke drinke-zusters is het echter oppassen geblazen. Ik ken er verschillende waar de "heilige geest" ook is bij langs geweest. Ikzelf krijg na een zwaarder feestje ook wel eens visioenen ( of illusies) en zie dan sterren, lege flessen, brandende tongen en soms veel mooie, maar onwillige naakte vrouwen. Heb echter nog nooit God gezien of gesproken. Spijtig,.... ik heb nog zowat vanalles nodig  ...hahaha!

Het "duizendbladkruid" is één van de oudste bekende genees- of bedwelmkruiden en werd al in een midden-paläolithisch graf in Irak aangetoond (60.000 jaar oud....!). Grote hoeveelheden ervan, zoals die toen gebruikt werden in wijn, bier en kruidendrankjes, kunnen duizelingen en zelfs krankzinnigheid veroorzaken (ik heb mij waarschijnlijk ook eens vergist van kruid…hahaha!).
Het is waarschijnlijk daarom, dat er in die tijd zoveel "mafkezen" rondliepen. Na een tijdje werden deze, profeet, apostel, tot "Paus" gekroond, of werden monniken en naar de Nieuwe-Wereld gestuurd om daar hun "vlammende godsvrucht" op de arme indianen over te dragen. Voor iets anders waren zij toch niet meer bruikbaar en men was er vanaf....!!! Vanuit die tijd stammen ook de "Ridders" en de "kruistochten"...niet te verwonderen !
Zie ook "Hallucinogenen" in hoofdstuk "giftige planten" en "Historie van kruiden" onder hoofdstuk "Kruiden". Voor een directe overgang aktiveer dan één van de onderlijnde titels.

Distillatie van alcohol:

Algemeen wordt aangenomen dat de Arabieren er als eersten toe kwamen alcohol (van het Arabische 'Al Kohl'...) uit alcoholhoudende vloeistoffen te distilleren. Zij dachten eerst het "levenswater" te hebben uitgevonden. Nu weet men wel beter...!  Alcohol: van het Arabische al = de, hoehl = geest of het fijne. Dus letterlijk vertaald bedoeld alcohol dus "de geest" of  "het fijne". Vandaar waarschijnlijk de benaming "geestrijke dranken"...!!! De fransen noemen hun brandewijn trouwens nog steeds "Eau de Vie" (levenswater). Er zijn ook aanwijzingen dat de Chinezen de distilleerkunst al zeer vroeg machtig waren. In oude chinese gechriften en volgens de gegevens verkregen via uitgegraven gebruiksvoorwerpen (waaronder een waterslot) distilleerden de chinezen 2500 jaar geleden reeds alcohol. Ook de Grieken en de Romeinen wisten later uit wijn sterke drank te maken (de eerste Brandewijn of soort Cognac dus...!).

Aan gedistilleerde dranken werden geneeskrachtige en bovennatuurlijke eigenschappen toegedicht. Na het verzwelgen van een grote hoeveelheid "brouwsel" zagen de toenmalige, druiëden, alchemisten, tovenaars, heksen, profeten en wonderdokters "schimmen" en hoorden de goden tot hen spreken . Ook menig Grieks "orakel" ligt hieraan waarschijnlijk ten grondslag. Deze eigenschap bezit alcohol nog altijd .... ....nietwaar ?
Ook de Germanen zelf en de Galliërs kenden en beheersten het brouwproces. Door het minder gunstig klimaat bleef bier in deze streken echter de hoofdvogel afschieten. In Noord-Europa dronk men vanaf de vroege-middeleeuwen een zoet soort bier dat honing bevatte. De consumptie nam sterk toe door de groei van de steden, de vele religieuze feesten en de gewoonte om gepekeld vlees te eten. Na 1400 kwam daar het gebrek aan zuiver drinkwater bij. Het meeste bier werd in kloosters gebrouwen. De "geestelijkheid" had eeuwen lang het alleenrecht op het brouwen van "geestrijke" dranken. De kloosters werden dan ook meestal gebouwd op plaatsen waar zich een waterbron bevond of alwaar zuiver water overvloedig aanwezig was. Veel later kwamen er pas gewone brouwerijen zoals we die vandaag nog kennen.

In de Arabisch-Islamitische wereld werden er, sinds de grote Arabische veroveringen (7e  eeuw), grote gebieden geislamiseerd. Na de dood van hun "profeet Mohamed" (632), veroverden de Islamitische
Arabieren, onder de leiding van de kaliefen Aboe Bahr, Omar en Osman en de Omajjaden de omliggende oude beschavingslanden. Dit gebied strekte zich uit van Noordwest Afrika en Spanje tot Afghanistan, Perzië en India. Het Arabisch, de taal van de koran, werdt de algemeen verplichte literaire taal. Door te verwijzen naar de sjari'a, de islamietische plichtenleer en de traditie (hadith) van de profeet, werdt het gebruik van alcohol sterk aan banden gelegd en soms zelfs geheel verboden (bv. Saoedi-Arabië). In Saoedi-Arabië berust dit verbod op de wens van de overheid, om het verblijf van de vele pelgims naar Mekka (Ka'ba), kalm en sereen te laten verlopen. Er is echter geen enkele aanwijzing, dat er in de originele en oude islamitische geschriften, een aanduiding of verwijzing staat, die het gebruik van alcohol verbiedt. De meeste verboden en geboden in de Islam-wereld zijn trouwens ook van veel latere oorsprong en dus zeker niet opgelegd door "de profeet" Mohamed. In de huidige islamitische wereld wordt er echter officieel weinig of nauwelijks gedronken, wel veel "gerookt".. ...!

Het heden:

In de 20e eeuw zien we een enorme vervlakking optreden als gevolg van de twee wereldoorlogen. Tegelijkertijd zorgde de economische recessie voor een sterke daling van de koopkracht. Het gevolg was, dat zowel het aantal soorten bier als het aantal brouwerijen sterk afnam. In de na-oorlogse periode krabbelde de dranken-industrie langzaam uit het dal. Kenmerkend hiervoor waren de horizontale concentraties: veel brouwerijen produceerden naast bier ook mineraalwater en limonades. Tevens bundelden een aantal brouwerijen hun krachten. De opleving was echter maar van korte duur..
Het positieve keerpunt in de bier-en drankencultuur ontstond doordat de speciaalbieren aan hun opmars begonnen. Ook het toerisme naar andere landen leerde velen andere dranken te ontdekken en te appreciëren. In het begin ging dat nog erg traag, maar al snel prikkelde het succes van de één, de navolging van de ander. De gevestigde brouwers en stokerijen breidden hun assortiment uit en vele amateurbrouwers en "Moonshiners" besloten van hun hobby hun beroep te maken. De opkomst van deze kleine brouwerijen en stokerijen heeft geleid tot een grote versterking van de drankenmarkt.
Alcoholische dranken zijn door de eeuwen heen een sterke en zelfs onmisbare katalisator geweest voor het ontwikkelen en onderhouden van sociale relaties en het opfleuren van de dagelijkse "sleur" in het leven. Laat ons dit zo houden. ..SCHOL !!!!

[Alcohol] [Grondbeginselen] [Praktisch Stoken] [Sterke Dranken] [Kruiden] [Likeuren] [Wijn & Bier] [Technisch] [Informatie]