Wij als eersten op Mirage.


De piloten van het 2de smaldeel als eersten op Mirage.

We beseffen amper wat ons overkomt wanneer we na een turbo-grondcursus begin mei 1971 in een Mirage tweezitter stappen van het 8ste Smd. Een dertigtal vluchten zullen moeten volstaan om het van oorsprong Franse jachtvliegtuig onder de knie te krijgen. Wij zullen hem echter als jagerbommenwerper gebruiken. Onze ervaring op F-84F vormt ongetwijfeld een solide basis voor het snellere en krachtigere werk dat nu zal volgen.
De douche na de 1ste soloNa zes vluchten in dubbele besturing is het al zover. We gaan solo en worden bij de aankomst, zoals het past, verwelkomd door een deftige douche van de brandweer. De Mirage is voor ons werkelijk een juweeltje. De kracht die van het toestel uitgaat, zijn acceleratievermogen, zijn wendbaarheid ook op grote hoogte, het comfort  van de remparachute bij de landing, zijn  bolvormige kunstmatige horizon die geïntegreerd is met het kompas, om maar de belangrijkste kenmerken te vernoemen die hem een grote meerwaarde geven tegenover zijn voorganger. De volledige omscholing van 30 zendingen verloopt rimpelloos. Wat me nog wel is bijgebleven is mijn tweede solovlucht, die bestond uit een "Mach 2 run" (dubbele geluidssnelheid), waarbij de neus van de Mirage pal op de top van een onweerswolk gericht stond, en waarbij de indruk van het supersonisch vliegen werkelijk fenomenaal was.
Begin juli kunnen we het smaldeel terug vervoegen. We vliegen nu terug allemaal hetzelfde toestel, de Mirage V, en bereiden ons intensief voor op de evaluatie-oefening van de NAVO, die voorzien wordt in maart van 1972. Voor de rest van 1971 zouden we kunnen zeggen RAS (rien à signaler, niets te melden) ware het niet dat we vanaf half november voor een halve maand naar Solenzara in Corsica vertrekken voor een intensieve training "guns, rockets, bombs".
Op overwintering in area NordDe Taceval van de NAVO verontrust ons, jonge piloten niet echt. Als we maar kunnen vliegen zijn we tevreden. We beseffen echter wel dat het een belangrijke proef is, waarbij we ons vakmanschap aan de NAVO moeten tonen. Einde maart 1972 is het dan zover. We zijn er klaar voor. Spijtig genoeg steken de maartse buien serieuze stokken in de wielen. Op 29 maart blokletteren alle Belgische kranten dat de eerste Mirage, de BA 25 neerstort. De piloot kan zich met zijn schietstoel in de buurt van Bitburg in Duitsland redden. Een onvoorziene sneeuwbuienlijn in volle evaluatie doet velen letterlijk en figuurlijk bibberen. Wij hebben geluk. Met onze formatie van 4 Mirages zijn wij de laatsten die  als groep kunnen landen in Florennes voor de oprukkende sneeuwmuur. Met wat tegenslag hadden we die dag vele Mirages kunnen verliezen. (Lees hier het volledige verhaal over "De dag dat de eerste Belgische Mirage crashte".)
Een formatievluchtDe Taceval is ongetwijfeld de gebeurtenis van het jaar. De rest van het jaar kunnen we bestempelen als een normaal smaldeelleven. De continuïteitstraining vult onze vliegdagen en soms ook nachten want ook nachtvluchten op lage en grote hoogte staan op het programma. Begin december is weerom een schietperiode aan de beurt. Men komt er mij vertellen dat ik begin januari,samen met een drietal collega's, een cursus van vlieginstructeur zal moeten volgen. Met weinig enthousiasme verneem ik deze onheilstijding. Het 2de smaldeel al zo vlug moeten verlaten stemt ons echt wel wat ongelukkig. We zijn er pas en we hebben nog zoveel te leren. We voelen ons er echt thuis. De beslissing van de hoge autoriteiten is echter onverbiddelijk. Op 3 januari 1973 doe ik mijn voorlopig laatste vlucht op Mirage.