2.4. Vruchtafwisseling
Een voorteelt van kruisbloemigen wordt afgeraden. Tot de kruisbloemigen
behoren eveneens rapen en diverse groenbemesters. Kruisbloemigen
zijn alle vatbaar voor aantasting door knolvoet (Plasmodiophora
brassicae) en koolcystennematoden (Heterodera cruciferae).
Vooral knolvoet veroorzaakt veel problemen (zie foto).
Een voorteelt van spinazie of bieten is minder gewenst, vooral indien
reeds symptomen waargenomen zijn van aantasting door bietencystennematoden
(Heterodera schachtii). Bietencystennematoden kunnen
immers ook bij spruitkool aantasting veroorzaken.
Een gescheurde weide of een voorteelt nog in hetzelfde jaar zwaar
bemest met stikstof geeft een te weelderig spruitkoolgewas en wordt
daarom afgeraden. Indien men toch spruiten teelt op dergelijke gronden,
mag men zeker geen vlotgroeiende rassen verbouwen, doch wel
rassen die eerder traag groeien en een hoge stikstofbemesting vragen.
Ook de struktuur van de bodem na de oogst van de voorteelt verdient
de nodige aandacht. Oogstwerkzaamheden onder natte omstandigheden
brengen dikwijls struktuurbederf met zich mee (o.a. aardappelen,
knolselder). De nodige bewerkingen dienen dan uitgevoerd om de
struktuur terug op peil te brengen.