Chichi is altijd een belangrijke handelsplaats geweest en haar donderdag- en zondagmarkt is nog altijd formidabel. Van heinde en verre komen de Quiché indianen naar hier afgezakt om hun waren aan de man en aan de toerist te brengen. Een uniek spektakel! De kraampjes beslaan het hele plein tussen de twee heilige kerken Santo Tomás en Calvario.

De fruit- en groentenstalletjes zijn verhuisd naar de overdekte markt. Op de markt vind je naast voedingswaren ook tal van souvenirs: houten maskers, huiden, sjaals, dekens en andere felgekleurde geweven stoffen. De vrouwen dragen prachtige huipiles - dat zijn de veelkleurige bloesjes - en hun rok is versierd met een horizontale lijn als teken van celibaat, of een vertikale lijn als ze getrouwd zijn.

Chichi was niet altijd van de Quiché Mayas. Toen ze nog Chaviar heette was ze een belangrijke handelsstad van de Cakchiquel, lang voor de inval van de Spanjaarden. Net voor die inval vochtten de Cakchiquel en de Quiché enkele oorlogen uit, waarop de Cakchiquel Chaviar verlieten en naar Iximché trokken, een stad die gemakkelijker te verdedigen was. Toen de conquistadores de Quiché uit K'umarcaaj verjoegen, vluchtten deze op hun beurt naar Chichi, dat ze Chuguïlá (boven de netels) noemden: die giftige netels groeien nu nog altijd rond de stad.

O ja, nog één belangrijk detail. Hier, in Chichi, werden de manuscripten van de Popol Vuh ontdekt, de heilige boeken van de Maya's.