|
Chinees veto maakt verdere
havenuitbreiding in Antwerpse Haven overbodig. Antwerps Havenbedrijf gebruikt al jaren valse
cijfers waardoor containercapaciteit systematisch wordt onderschat. Een
veto van de Chinese Regering heeft een streep getrokken door het plan om de
rederijen Maersk, MSC en CMA CMG te verenigen tot
het zogenaamde P3-netwerk. Daardoor komen de volgende jaren minder grote
schepen naar Antwerpen en wordt er een pak minder containeroverslag verwacht
dan men had verhoopt. Het
afspringen van de samenwerking tussen de rederijen maakt dat MSC na zijn
verhuis naar het Deurganckdok over onbeperkte
ruimte beschikt om verder te groeien. Bovendien komt er door de verhuis aan
de zuidzijde van het Delwaidedok twee kilometer
extra terminalcapaciteit vrij. Die terminals liggen achter de Berendrechtsluis - nog altijd de grootste sluis ter
wereld! – en blijven daarmee toegankelijk voor de grootste containerschepen. Daarmee
blijft géén enkel argument meer over om een nog
verdere havenuitbreiding te bepleiten. Intussen
bewijst onderzoek uitgevoerd door de studiecel van Doel 2020 dat de cijfers
die de Haven gebruikt mbt. de containercapaciteit
in de haven volstrekt onbetrouwbaar zijn. Dat het net deze cijfers zijn die
jarenlang gebruikt zijn om de havenuitbreiding en de bouw van het Saeftinghedok te rechtvaardigen doet vermoeden dat het
Gemeentelijk Havenbedrijf zijn cijfers systematisch en bewust vervalst heeft.
Dat kan Doel 2020 aantonen met de cijfers van het Antwerps Gemeentelijk
Havenbedrijf zélf. DE CIJFERS VAN HET HAVENBEDRIJF DOORGELICHT 1) Capaciteit van het Deurganckdok,
systematisch (en bewust) onderschat De
Economische Ontwikkelingsstudie (EOS, 2005) is de enige economische studie
uitgevoerd met betrekking tot de Antwerpse havenuitbreiding. Die studie komt
tot de conclusie dat er in de toekomst nood zal zijn aan extra containerbehandelingscapaciteit (maar niet aan
bedrijfsterreinen). De EOS-studie is de
onderbouwing voor het Saeftinghedok, gebruikt door
zowel het Antwerps Havenbedrijf als de Vlaamse regering om de
havenuitbreiding te rechtvaardigen en verdedigen. Zo recent nog door minister
Philippe Muyters: "De ontwikkelingszone Saeftinghe ligt voor de hand. ... De economische
noodzaak is in het verleden, maar ook recent nog, gemotiveerd door
de Economische Ontwikkelingsstudie, ook wel de EOS genoemd. Die studie
heeft ook rekening gehouden met een crisissituatie. De studie is recent
nog geoptimaliseerd en geactualiseerd, en dat heeft niet tot
fundamenteel andere conclusies geleid." (Philippe Muyters, Commissie voor Leefmilieu, Natuur,
Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed, 17 april 2013) Cruciaal
in die studie is de geraamde capaciteit van de containerterminals. Samen met
de geschatte groeiprognoses inzake containertransport bepalen de containercapaciteitscijfers wanneer er een tekort zal
optreden aan capaciteit. Deze cijfers werden reeds bijgesteld in 2008 en
2011. In een herziening van de EOS-studie werd de
terminalcapaciteit verhoogd omdat de productiviteit van de containerterminals
is gegroeid en omwille van de gevolgen van de economische crisis op de
verwachte groei (ref. ‘EOS Actualisatie 2011’). Desondanks
kwam de herziening tot dezelfde conclusie, nl. dat
een Saeftinghedok nodig blijft. In
het licht van de verhuis van MSC en de toelichting die hierover eerder werd
gegeven door het Antwerps Havenbedrijf is die stelling – puur op basis van de
officiële cijfers - onverdedigbaar geworden. Goederenbehandelaars
PSA en Antwerp Gateway begroten de capaciteit van
hun terminals aan het Deurganckdok zelf op een
totaal van 10,3 miljoen TEU (ref. EOS Actualisatie
2011, pag. 6). Het
Antwerps Havenbedrijf gaat uit van een totale beschikbare capaciteit van
slechts 6,4 miljoen TEU voor het Deurganckdok
(EOS Actualisatie, 2011, pag. 8). Het Havenbedrijf beweert dat het cijfer van
de goederenbehandelaars moet worden verminderd met 35% voor de binnenvaart.
Bovendien gaat het havenbedrijf uit van een 80%-verzadigingsgrens.
Containerterminals kunnen zogezegd maximaal maar draaien op 80% van de totale
capaciteit. Vanaf dat punt treedt er congestie op. Volgens
de EOS-studie heeft de PSA-zijde
van het Deurganckdok een totale capaciteit van 4
miljoen TEU (EOS Actualisatie 2011, pag. 7). Rekening houdend met de
80%-verzadigingsgrens komt dat neer op een congestievrije maximale capaciteit
van 3,2 miljoen TEU. Maar toen de beslissing tot verhuis van MSC werd
bekend gemaakt, stuurde het Antwerps Havenbedrijf een bericht de wereld in
dat MSC aan “aan de westzijde van het Deurganckdok
zal kunnen beschikken over een capaciteit van meer dan 7 miljoen TEU”.
Dat is ongeveer dubbel zoveel als de capaciteit beschreven in de EOS-studie! Als
we de vergelijking maken met de huidige MSC-terminal
aan het Delwaidedok komen we tot nog vreemdere
conclusies. MSC heeft volgens de EOS-studie aan het
Delwaidedok een capaciteit van 4,8 miljoen TEU (EOS
Actualisatie 2011, pag. 7). Dat is méér dan de 4 miljoen
TEU van de PSA-terminal aan het Deurganckdok
waar MSC nu naar verhuist wegens ... gebrek aan capaciteit om te
groeien! De PSA-terminal aan het Deurganckdok – die in kaailengte even lang is en 20%
groter in oppervlakte – zou dus minder capaciteit hebben dan de MSC-terminal aan het Delwaidedok. Deze
cijfers illustreren hoe men jarenlang de publieke opinie voor het lapje heeft
gehouden. De capaciteit van het Deurganckdok lijkt
systematisch onderschat, en wie weet voor welke terminals gelijkaardige onderschattingen zijn gemaakt. Vergeleken met de actuele
cijfers van de terminaloperatoren lijken ook de cijfers van de Noordzeeterminal en Europaterminal
aan de zeer lage kant. Dat
juist deze (onderschatte) cijfers de enige concrete basis zijn om een
grootschalige havenuitbreiding en de komst van een mega-Saeftinghedok
te onderbouwen is zonder meer hallucinant. 2) Werkgelegenheid, systematisch
overschat Hoe
slordig het Antwerps Havenbedrijf omgaat met cijfers werd nog eens bevestigd
met de persmededeling van 12 mei over de verhuis van MSC. Daarin beweerde het
havenbedrijf dat MSC in totaal rechtstreeks 10.602 werknemers tewerkstelt.
Bovendien zou de verhuis kunnen zorgen voor 760 extra banen. In
de volgende persmededeling van 3 juni werd dat cijfer bijgesteld naar 1.060
rechtstreekse werknemers. Een nulletje teveel zeg maar. In het licht van dat
aantal lijkt een extra werkgelegenheid van 760 werknemers een grove
overschatting. |
[Home page][Overzicht
Doel Blijft][Jaaroverzichten][Krantenartikels 2014] |