Deze tekst is een overname van de brochure "De augurkenteelt"
uitgegeven door het Ministerie van Landbouw, 3de uitgave,1987
De augurkenteelt heeft ondertussen aan belang verloren voor de beroepstuinder.
2.4. Het planten
2.4. 1. Plantmateriaal
Waar vroeger overwegend ter plaatse gezaaid werd, wat bij slecht weer altijd oorzaak was
van mislukkingen, wordt de laatste jaren de voorkeur gegeven aan planten in perspot (5-6
cm). Deze worden aangekocht bij een gespecialiseerd plantenkwekersbedrijf, ofwel op eigen
bedrijf opgekweekt. In dit laatste geval wordt vanaf de tweede helft van mei onder plastiek
of platglas op de perspot gezaaid. De perspotgrond (mengsel van bolsterveen, hoogveen, zand
+ voedingsstoffen) wordt kant en klaar geleverd door de potgrondbedrijven. Gemiddeld legt
uien 1 á 2 zaadjes per perspot. De optimale temperatuur voor opkomst is 20-25'C. Van zodra
de planten het eerste echte augurkenblad hebben, wordt er geplant.
Een andere werkwijze kan erin bestaan uit te zaaien in kistjes, gevuld met een steriel substraat.
De kistjes kunnen dan in een optimale kiemruimte worden ondergebracht waarbij tot 100%
opkomst kan worden bereikt. De kiemplantjes kunnen na opkomst verspeend worden in
perspotten. Grotere perspotten (6 cm doorsnede) zijn hiervoor te verkiezen. 10 dagen na het
verspenen zijn de potkluiten meestal voldoende doorgeworteld om uitgeplant te kunnen
worden op plastiek bij afdekking met geperforeerde folie.
2.4.2. Plantafstand
De afstand tussen de rijen wordt liefst op 3 m genomen; afgaande op enige ervaring kan een
iets ruimere of dichtere rijafstand genomen worden (3.300 strekkende meter per ha).
In de rij worden de planten geplant op 40 á 50 cm wanneer 2 plantjes per pot worden
aangehouden (6.600 tot 8.300 planten per ha) en op 30 cm wanneer slechts 1 plant per pot
wordt voorzien (9.900 planten per ha).
2.4.3. Planttijd en oogstspreiding
Het uitplanten gebeurt in funktie van de teeltwijze en vanaf het ogenblik dat bij die bepaalde
teeltwijze de kansen op nachtvorst klein zijn. De volgende perioden kunnen als gemiddelden
aanzien worden:
1)vroege teelt (onder geperforeerde plastiek of kleine tunnels) : tussen 10 mei en 25 mei;
oogst einde juni - begin juli;
2) normale teelt: einde mei-begin juni; oogst vanaf eind juli;
3) late teelt: 15-30 juni; oogst vanaf half augustus tot eind september.
De topaanvoer van augurken heeft plaats in de eerste helft van augustus. Meestal heeft dit
lagere prijzen tot gevolg. Teneinde de aanvoerpieken te nivelleren en daardoor een oogst- en
aanvoerspreiding te verkrijgen, waardoor de risiko's voor lagere prijzen verminderen, is het
wenselijk aan teeltspreiding te doen. Indien'op eenzelfde bedrijf aan vroege teelt (planten
tussen 10 en 25 mei onder geperforeerde plastiek), normale teelt (planten begin juni) en late
teelt (planten einde juni) gedaan wordt, verkrijgt men een belangrijke oogst- en aanvoerspreiding.
Deze tekst is een overname van de brochure "De augurkenteelt"
uitgegeven door het Ministerie van Landbouw, 3de uitgave,1987
De augurkenteelt heeft ondertussen aan belang verloren voor de beroepstuinder.
|