Robert van der Donckt
Sint-Maria-Horebeke, 29-09-1908 - Huise, 15-02-1971

Start Familiegeschiedenis Uit het Fotoarchief Familienieuws Reizen

{wijs de foto's aan voor toelichting - klik ze aan om ze te vergroten}
 

Op 29 september 2008 zal het exact honderd jaar geleden zijn dat ons vader / onze opa Robert Van der Donckt het levenslicht zag. In de context van deze familie-webstek kan je zo iets uiteraard niet onopgemerkt laten voorbijgaan.

Als vader van tien kinderen, vijfentwintig kleinkinderen en (tot dusver) zevenentwintig achterkleinkinderen hebben we hem hier de facto tot een heuse stamvader verheven. We hebben dan ook de gelegenheid aangegrepen terug wat foto’s boven te halen en enkele markante herinneringen opnieuw tot leven te brengen. Door zijn al te vroege heengaan is hij immers zelfs voor de meeste kleinkinderen een grote onbekende gebleven.

In de komende weken proberen we zo en aan de hand van enkele thema’s een nagedachtenis te schetsen. Geen hagiografisch gedoe, want onze pa zou - als een man van weinig woorden - zich daarbij als eerste ongemakkelijk hebben gevoeld. Maar niettemin toch een bescheiden eerbetoon aan een vader die ons te vroeg is ontvallen, die we graag, net als moeder, wat langer in ons midden hadden gehad.
Die ons zelf nog zo veel te vertellen had, en aan wie wij nog gaarne de escapades hadden willen etaleren van een nakomelingenschap waar hij zo bijzonder trots op was.

Toen Robert Constant Victor Jozef Van der Donckt op 29 september 1908 in het landelijke Sint-Maria-Horebeke geboren Onze pa/opa wellicht in de lente van 1909werd, zal dit in alle betekenissen van het woord een blijde en welkome gebeurtenis zijn  geweest. Zijn ouders waren het jaar voordien getrouwd en waren bepaald geen twintigers meer. Vader Victor was 43 en moeder Leonie 38. Het was blijkbaar een traditie in de familie, want ook de grootouders waren er laat aan begonnen: grootvader Jozef was 47 en grootmoe Dorothea was eveneens 38 toen hun zoon Victor werd geboren.  En ook in de twee generaties ervoor werd er niet getrouwd voor je de dertig voorbij was. Het had ongetwijfeld met de boerenstiel te maken: het was ofwel niet evident een geschikte hoeve te vinden of het was wachten tot het vaderlijk erf beschikbaar kwam.

Victor van der Donckt, circa 1895 ? Wellicht de eerste foto van ons vader, in de armen van zijn moeder, geflankeerd door een trotse vader, vermoedelijk eind 1908. Maria Leonia Moreels, circa 1895?

Al zal dit niet gespeeld hebben in het geval van (grootva) Victor die, als eerste, na zoveel ononderbroken generaties landbouwers, eg en ploeg vaarwel zei, en voor een ander beroep koos: hij was al  gemeentesecretaris toen hij trouwde. Onze herinnering aan hem is er een van een eerder gesloten en zwijgzaam man, waar bij familiebezoek, ook aan zijn neef en familie, nooit een overbodig, laat staan onvertogen woord te horen viel. We hebben zo een vermoeden dat de afwezigheid van uitbundige communicatieve vaardigheid een familietrekje was. Een 'eigenschap' die er misschien mee de oorzaak van was dat de trouwlustigheid in de vorige generaties  op de lange baan werd geschoven ..

Oom Leo & tante Irma,(St-Blasius-Boekel) en (vlnr): neefJulien, nicht Martha, en de neefjes Jozef & Victor jr 1950, voor de ouderlijke woning in St-M-Horebeke: kleine broer Jacques met zijn ouders op bezoek bij 'grandpa & grandma' Voor het grootouderlijk hof, ca 1908: de tantes Emma & Sulma (met witte schort), zittend vader Victor, en links neef Victor, de 101-jarige in spe ..

De kleine Robert groeide op als enig kind in het huis dat zijn vader in de Broekestraat had laten bouwen. Het lag een eind buiten het dorp, maar fungeerde niettemin ook als gemeentelijke secretarie. Zijn tweede thuis was evenwel het grootouderlijk hof, een paar honderd meter verder. De tantes Sulma en Emma Van der Donckt, april 1938Daar woonden immers ook nog twee ongetrouwde tantes, Emma en Sulma, zusters van zijn vader, die hem nog ’s extra bemoederden. En niet te vergeten: zijn oudere neef en speelkameraad, Victor jr.

Strikje, jasje, missaal: bijna zeker het obligate kiekje bij de eerste communie, vermoedelijk in 1914

 

In het ‘Fotoarchief’ haalden we eerder al een klasfotootje uit 1913 van onder het stof waar we hem als vijfjarige kleuter netjes en braafjes in de rij terugvinden in de lagere school te Sint-Maria Horebeke. Hiernaast  poseert hij hoogstwaarschijnlijk ter gelegenheid van zijn Eerste Communie, 1914.

Het is wachten tot die nare Groote Oorlog voorbij is en dan breekt de collegetijd aan in Geraardsbergen.

 op kostschool in Geraardsbergen ..

Op een van de vele prentkaarten bewaard in het familiearchief lezen we hoe een elfjarige knaap - in zijn beste Frans, zoals het toen hoorde - zijn ouders en tevens de ganse familie een Zalig Kerstfeest wenst en meldt dat hij op oudejaarsdag met de eerste trein naar huis mag, tot 7 januari. Getekend: Robert.

De kaart is afgestempeld op 26-12-1919 te Geraardsbergen, en een dag later te Horebeke. Het vergt niet veel verbeelding om tussen de moeizaam gepende lijntjes een weemoedig verlangen te lezen van een jongen die op  Kerstmis, in een killig internaat  snakt naar een warme thuis. Niet toevallig schrijft hij: de vakantie begint met de eerste trein op 31 december. Amper 8 dagen later is de vakantie al afgelopen.. En dat het geen eenmalige pech was, bewijst een gelijkaardig kaartje van twee jaar later:

Maar op 2 juni 1920 was het feest, want dan deed de bijna-twaalfjarige Robert zijn Plechtige Communie. Niet toevallig wellicht vonden we bij zijn herinneringsprentje er ook een van zijn vriend Gerard Van der Schueren, daarna zijn compagnon te Leuven. (Hem wacht later een mooie carriëre als prof in de anatomie, bouwheer en eerste geneesheer-directeur van de universitaire Sint-Rafaëlsklinieken.)

En uiteraard mocht de plechtige staatsiefoto met zijn ouders niet ontbreken.

We pikten er ook nog een prentkaart uit van 10-12-1925 - hij zat toen al in de retorica - waarin hij zijn ouders geruststelt omtrent zijn gezondheidstoestand en vertelt dat hij niet veel tijd heeft omdat hij volop in de concours zit. 

En enkele maanden later zit de kostschooltijd er op en is het tijd voor de ultieme klasfoto.

 .. en aan de unief te Leuven

Oktober 1926 zal voor de schuchtere jongeman uit Horebeke ongetwijfeld een ommekeer betekend hebben. Voor het eerst moest hij, ver van huis en 'verlost' van het juk van het internaat, op eigen benen staan.Ons va, vermoedelijk 1926, afgestudeerd in Geraardsbergen In Leuven begon hij toen aan zes lange jaren geneeskunde. Al viel het eerste jaar officieel onder de noemer 'Wetenschappen'. Dat leert ons alvast zijn inschrijvingsfiche die we in het universiteitsarchief konden inkijken, en die ieder jaar getrouw werd aangevuld. Zo vernemen we ook dat hij elk jaar voorbeeldig in juli slaagde en zelfs de eerste kandidatuur én het eerste doctoraat met onderscheiding.

En toch was onze (o)pa alles-behalve een droogstoppel. Hij was een trouw lid van het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond (op elke foto draagt hij de Verbondsflat!) en van de regionale studentenclub "Moeder Oudenaardse". De vele kiekjes die hij er van bewaarde liegen er niet om, en alle getuigen ze dat hij met volle teugen genoot van het jouissante gezelschap.

groepsfoto 'Moeder Oudenaardse' 1926-1927 idem, 1928-1929. Va/opa helemaal boven links, naast de gloednieuwe bibliotheektoren
groepsfoto 'Moeder Oudenaardse' 1932, lustrumviering  'Moeder Oudenaardse' op stap naar het Zoet Water, 1932

Toen we zelf in Leuven verzeild geraakten haalde  hij graag  leuke herinneringen en anekdotes op uit zijn studententijd, en menigmaal mochten we de legendarische  verhalen aanhoren over de escapades in Vlierbeek of de uitstappen naar Het Zoet Water. Binnen de studentengenootschappen was camaraderie toen geen ijdel beprip. Bij hun streekgenoten vonden de jongens immers troost en gezelschap tijdens de lange weken dat ze van huis weg waren. Een paar kattebelletjes die hij naar huis stuurde dachten we u niet te mogen onthouden..

Zijn eerste 'kot' lag dus op de Vismarkt Ons va/opa was voorwaar geen doetje ! Hier maakt hij het voornemen van Leuven naar Horebeke te fietsen ! prentkaart van de (nog niet helemaal afgewerkte) nieuwe universiteitsbibliotheek, verstuurd op de dag van de inhuldiging: 4 juli 1928

En toen was het voorbij het 'schoon studentenleven'..

Na zijn promotie in 1932  besloot hij  in Huise een huisartsenpraktijk te beginnen.

Juli 1932, blokkend voor de laatste examens.. menukaart van het 'afscheidsmaal' met handtekeningen op de rugzijde

 1932-1934: van Horebeke, Huise en Lede

Waarom verkiest een jonge, pas afgestudeerde dokter Huise boven Sint-Maria-Horebeke, zijn geboorteplaats, om een huisartsenpraktijk te beginnen ? Niet zo evident: beide landelijke dorpen liggen een heel eind van elkaar verwijderd, gescheiden door de Schelde, elk in een totaal ander attractiegebied, maar ook qua mentaliteit nogal van elkaar verschillend. Wel, de 'mondelinge overlevering' zegt dat zulks het gevolg was van een 'ruilafspraak' met een collega-jaargenoot. Huise, Dorpsplein: het huis met hek is de familiewoonst van 1934 tot 1948Die zag het om familiale redenen niet zitten in zijn eigen dorp een praktijk te starten en stelde derhalve aan ons vader Huise als vestigingsplaats voor. Bovendien was het mooi meegenomen dat deze gemeente, vier jaar na het overlijden van dokter J.B. Van Cauwenberghe, wellicht zat uit te kijken naar een opvolger-geneesheer.
Hij wist voor zijn woonst en praktijk een bescheiden herenhuis te huren, schuin tegenover de kerk. Langer dan twee jaar duurde zijn vrijgezellenbestaan evenwel niet. Cupido lag immers op de loer, niet in Huise zelf, maar in Lede, godbetert, een nog onooglijker buurdorp, een paar kilometer verderop. Daar woonde voorwaar een bevallige jonge meid 
Julia Thomaes, Gent, 6 april 1934 Robert van der Donckt, september 1932die hij in volle winter voor het eerst had opgemerkt, warm ingeduffeld, maar elegant aan 't  schaatsen, zoals hij, op de kasteelvijver. Idyllischer kan je het haast niet bedenken, maar ook dit waarachtig verhaal vernamen we via de familieoverlevering, deze keer uit de 'eerste mond', die van ons moeder zaliger zelf.. Deze jongedame Thomaes had een jongere broer, Alfred, die bij toeval (?) weinige tijd later dringende medische assistentie nodig had. En dus werd die jonge heer doktoor thuis ontboden, onderwijl kritisch gemonsterd door het gestrenge oog van de kandidaat-schoonmoeder. Blijkbaar werd hij goed bevonden, al zorgde aanvankelijk de prille leeftijd van hun oogappel  (die nog twintig moest worden) toch nog voor enige aarzeling. Niettemin vond reeds op 20 mei 1934 de verloving plaats. Dat de huwelijksdatum op 6 september werd vastgelegd, precies op de twintigste verjaardag van de bruid, kan geen toeval zijn ..

En het werd een sjieke trouw, met alles der op en der aan, veel schoon bloemen en even schoon volk. Gelukkig kunnen we nog steeds mee genieten van de foto's, vereeuwigd in het prachtige decor van de ouderlijke tuin, jaren voordien vakkundig ontworpen en aangelegd door vader Jozef Thomaes.

 

 

 7-23 september 1934: de wittebroodsweken

Daags na het huwelijksfeest vertrok het jonge koppel op trouwreis. Hoe kon het ook anders? Ze hadden gekozen voor een rondreis per trein in Zwitserland en Duitsland. In hun koffers stak goddank een 'kodakje' zodat wij ook nu nog die nieuwe wereld mee kunnen bewonderen die voor hen openging. Meticuleus noteerde ons va achteraf tekst en uitleg op de rugzijde van de kiekjes, al vergat hij al eens de datum. En .. helaas, ze laten ook niet allemaal alles even klaar en helder zien van wat de fotograaf voor ogen had. kaart uit Bern verstuurd, 08-09-1934Gelukkig is er ook nog die omvangrijke prentbriefkaartenverza-meling die zijn ouders te Horebeke in een overmaats album bijeengespaard hebben. Enig speurwerk leverde een rist prentkaarten op, die het mogelijk maakte hun reis etappegewijs te reconstrueren. Er ging blijkbaar geen dag voorbij zonder dat er een ansichtkaart op de bus ging, bestemming Horebeke. Ongetwijfeld ook naar Wannegem-Lede, maar die zijn (nog) niet opgedoken. Vaak met een paar geruststellende woordjes, soms alleen met hun handtekening. Op 9 september, aangekomen in Interlaken,  vinden ze tijd voor een uitgebreider verslag. Op het gedistingeerd blauw briefpapier van Innertkirchen, boven de Aareschlucht, Meiringen, 10-09-193410-09-1934, Reichenbachfalle, Meiringenhet Savoy-Hotel pent vader zijn relaas neer:  's namiddags zijn ze van Bern verder (met de trein) naar Spiez gereden waar ze per ..grooten stoomboot die niet kan omslaan - Mama mag gerust zijn - langs het prachtig meer van Thun naar Interlaken zijn gevaren .. Bij herhaling laat hij zich ontvallen dat ze er behandeld worden als prinsen en dat ze genieten van de luxe, van de natuur en de bergen rondom ..

(klik hier voor een kopie van de volledige brief)

Vandaar ging de reis verder naar Luzern (12 sept.) en Zürich (14 sept.). Op 15 september zijn ze al in Duitsland en logeren in  het poepsjieke Kurgarten-hotel van Friedrichshafen am Bodensee. 17 september 1934, uitstap in MünchenEen dag later komen ze aan in Oberammergau, ongetwijfeld een ijkpunt van hun reis. Ze hoopten immers de wereldvermaarde Passionsspiele te kunnen bijwonen, die slechts om de tien jaar gevierd worden, en 1934 was bovendien een jubileumjaar omdat het precies 300 jaar geleden was dat ze voor het eerst plaats vonden. Mogelijks vergis ik me (wie corrigeert me ?) maar ik meen me het verhaal te herinneren dat ze tot hun ontgoocheling niet aan de verhoopte en beloofde toegangskaarten zijn geraakt .. Geen spoor trouwens van de Passiespelen in het fotoalbummetje. Die kiekjes - en onverminderd ook de trouw verzonden prentkaarten - vertellen ons wel uitgebreid over de terugreis die o.m. over München, Rothenburg (jawel!), Nürnberg, Heidelberg, Wiesbaden en Keulen liep. Op 23 september zaten de wittebroodsweken er op, en bij de thuiskomst werden ze door de voltallige familie feestelijk opgewacht.

- meer over hun trouwreis ? klik hier !

   

Start Familiegeschiedenis Uit het Fotoarchief Familienieuws Reizen

Bijgewerkt op 08/09/2008 © Raf van der Donckt