Uit een (dubieuze) wapenbrief van 6 mei 1651 [Klik voor meer uitleg]

 

Heerlijkheid ter Donckt

 

Start
Familiegeschiedenis
Uit het Fotoarchief
Familienieuws
Reizen

De heerlijkheid

Ten zuiden van Oudenaarde, aan de rechteroever van de Schelde, ligt Berchem, nu deelgemeente van Kluisbergen.
Midden de akkers vind je nog het relict van wat eens de prestigieuze woonst was van de heerlijkheid ter Donckt : Ooit een omwalde kasteelhoeve, een manoir een huys van plaisance. Later, in de 19de eeuw, gedegradeerd tot een bescheiden, vervallen hoeve waarvan de grachten gedempt en de toegangsdreven gekapt werden en waarvan de bedrijfsgebouwen op het neerhof tot puin werden herleid. Nu fungeert wat overblijft alleen nog als woonhuis, maar het wordt sinds begin de jaren negentig stilaan opgeknapt.Ter Donck in de 18de eeuw, met omwalling, duiventoren, poorthuis - Detail uit kadastrale kaart van Berchem (R.A.Ronse, inv.530, nr.416)

De kasteelhoeve trok de aandacht van menig vorser, en onlangs nog verscheen het verslag van een degelijk bouwhistorisch onderzoek(1). Wat bewaard bleef van het archief van de heerlijkheid stelt nochtans niet veel voor: bijna uitsluitend (weinig informerende) leenverheffingen of denombrementen, niet ouder dan eind 17de eeuw.
Over de eigenaars en de feodale structuur van de heerlijkheid daarentegen is wel al meer bekend. De oudste inlichtingen uit de 13de eeuw leren ons dat de heerlijkheid ter Donckt, ressorterend onder het land van tussen Maarke en Ronne, via de heer van Pamele gehouden werd van de heer van Heinsberg in Duitsland. De heerlijkheid zelf telde 30 bunders (ruim 40 ha) en omvatte de hofstede met kasteel, huizen en belendende akkers, meersen, waters en dreven.

Ter Donckt had een eigen baljuw en zeven schepenen, bezat de zogenaamde drie justitiegraden, met boeten van drie pond, confiscatie, het lijf te nemen ende te gevene den put met galghe, verbanning, met het recht op het beste hoofd bij het overlijden van een inwoner, en oefende het schoutheerschap uit in het land van Maarke & Ronne.

De heerlijkheid ter Donckt had op zijn beurt 38 achterlenen, gelegen o.m. in Berchem maar ook in de omliggende parochies en heerlijkheden.

 

De heren en de bewoners

Over de oudste eigenaars en wellicht ook bewoners van ter Donckt bestonden er heel wat gissingen maar was er weinig geweten. Het is de verdienste van de Oudenaardse historicus R. Castelain, die een en ander uitzocht in de poortersboeken en oudste Staten van Goed in het stadsarchief, dat daarover enige zekerheid is ontstaan:
"
Wie was nu in de 14de en 15de eeuw heer van Ter Donct? Bij ervaring wisten we dat in de Middeleeuwen veel grondbezitters de naam droegen van het landgoed dat ze bezaten. Zo woonde de familie van der Bauweede op het goed Ter Bauweede (Waregem), [..]. Idem voor Ter Donct ! Ruim een eeuw vóór de familie Pielvake eigenaar werd te Berchem was de clan van der Donct er heer van. Nog voor de zwarte pest (1348) uitbrak liet Joes van der Donct, Geeraerdszone, die men heet van der Nieuwerborch, zich inschrijven als poorter van de stad Oudenaarde. In 1369 wordt hij vermeld als schepen van Berchem samen met een verwant, Goesin van der Donct. In de opstand van het stadspatriciaat t.o.v. wevers (1342) speelden Geerard van der Donct samen met Arent en Amand van der Donct een opgemerkte rol aan de zijde van de magistraat en de edelen (de ledichgangers). Deze edellieden, waaronder er velen op het platteland een manoir bezaten zoals Geeraard van der Donct, .. Ingel van Hemsroode e.a. hadden ook in de stad een verblijfplaats en waren door huwelijk verwant aan hen die de stad bestuurden. Was Joes van der Donct niet gehuwd met de dochter van Coelaert Cabeliau en was Jan Cabeliau niet gehuwd met de dochter van Ingel van Hemsroode (1366) ? Geert van der Donct, zoon van Joos, werd als poorter ingeschreven in 1386. Een samenvattende genealogische tabel ziet er als volgt uit:

[..] Geraard van der Donct, zoon van Joes, was gehuwd met jonkvrouw Margriete Bruuns; de vader van jonkvrouwe Margriete bezat het goed te Raverie (Moregem), lenen te Wortegem, Ooike, Maarke, Edelare, Elsegem e.a.
Zowel Ingel Bruuns als Colart Cabeliau waren afwisselend schepenen en oppervoogden van Oudenaarde. Het spreekt vanzelf dat noch Joes van der Donct, noch zijn zoon huwelijkspartners hadden gevonden binnen de clan Bruuns of Cabeliau, indien zij niet een evenwaardige plaats hadden bekleed op de sociaal-economische ladder van die tijd .
[..] Geraard van der Donct stierf  zonder kinderen na te laten. Zijn broer Jan was priester. De andere broer Dierlaei was dus de enige wettige erfgenaam van Ter Donct ... Hij bleef dit tot 1434, toen hij overleed. Zijn huwelijk bleef kinderloos. Wel had Dierlaei 8 bastaardkinderen met zijn twee meiden, Jane Sbloeten en Maye Smets, die samen op de hoeve verbleven [..] Geen enkele werd echter eigenaar van Ter Donct omdat het erfrecht bepaalde dat bastaardkinderen alleen konden erven van moederszijde .. Zo verdween door biologische tegenslag (geen kinderen uit het wettig huwelijk) en bastaardschap, de familie Van der Donct als eigenaar van het goed dat nog eeuwen daarna haar naam zou dragen (
²) "

In de loop der volgende eeuwen zal het goed ettelijke keren van eigenaar veranderen. Een vrij gedetailleerd overzicht van wie zich achtereenvolgens "heer van ter Donckt" mocht noemen is te vinden bij Deschaumes (1). Uiteindelijk koopt het echtpaar Oscar Thomaes-Wienar uit Ronse (zie Parenteel Thomaes, VII-76) in 1927 de oude kasteelhoeve. Via hun dochter, Marita Thomaes, wordt het eigendom van de kleinzoon, de huidige bezitter Jacques De Buysscher uit Ronse.


Literatuur

Wie meer wil te weten komen over het "Ter Donckt-verhaal" komt zeker aan zijn trekken bij:

(1) Chr. Deschaumes, Kasteelhoeve "Ter Donckt" te Berchem (Kluisbergen) in: Annalen van de Geschied- & Oudheidkundige kring van Ronse .., 2002, p. 129-161.
(2) R. Castelain, De heerlijkheid ter Donct te Berchem (O.-Vl.) in de 14de en 15de eeuw in: Hulde-album prof. dr. Marcel Hoebeke, Gent, R.U.G. Seminarie voor Nederlandse taalkunde, 1985, p. 35-41.
(3) Kasteeltje ter Donckt in Berchem - In weerdigheid gedaald tot graad van boerenhuis, in: G. Desmijtere e.a., Stenen mysteries in de Vlaamse Ardennen, Ronse, 1989, p. 71-74.
(4) B. De Keyzer, De lange weg naar Kluisbergen. dl I. Bijdrage tot de historie van Kluisbergen: Berchem - Ruien - Kwaremont - Zulzeke, s.l. 1978, p. 222 e.v.

 

  samensteller: © Raf van der Donckt  laatste wijziging: 08/09/2008