Voettocht van Mollem naar Santiago de Compostela


Dag 62, maandag 31 mei : Nájera - Santo Domingo de la Calzada, 21 km, 4u10
  totaal : 1625 km, 309u10


  6:40 en al op stap. 4 km verder het dorpje Azofra en ontbijten in een bar, een ontbijt dat in Spanje nooit veel voorsteld : koffie met enkele stukjes brood en confituur.
 
 


Vandaag is het een korte etappe tussen de wijngaarden en langs graanakkers met op het einde een nijdige klim.
  Op de hoge toppen ten zuidwesten van de Camino ligt nog sneeuw.
  Ik wandel een tijdje met een Bretoen die ik meestal enkel ´s avonds zie.
  Reeds voor de middag kom ik aan. De refugio is al open.
  In de kerk van Santo Domingo hangt boven aan de zolder een hok met daarin een haan en een hen (een kwestie om toeristen te lokken). Het verhaal gaat als volgt : een familie van 3 pelgrims overnachtte in een herberg in het dorp, de dochter van de herbergier wou met de zoon naar bed, doch deze weigerde. Uit wraak stopte zij een geldbeugel in de draagtas van de man en werd deze van diefstal beschuldigd en ter dood veroordeeld. De ouders vertrokken verder naar Santiago en bij hun terugkeer ging de moeder kijken naar de galg en vond daar haar zoon nog levend hangend. De ouders vertelden dit aan de rechter die juist een haan en hen ging verorberen. De rechter zei : "als de jongen nog leeft dan ook deze haan en hen die ik ga oppeuzelen". Met deze kwamen haan en hen tot leven en sprongen van het bord.
  Tot zover dit straf verhaal.
  Voor nogal wat mensen is de euforie van de eerste dagen reeds voorbij. Ik heb er onderweg al veel zien manken en horen klagen, zelfs zijn er die autostop doen, een bus of taxi nemen en erger de pijp aan Maarten geven en naar huis zijn.
  Naar Santiago gaan is dan ook geen wandeling in het park en ook geen race naar de volgende slaapplaats.
  In de refugio lees ik in het gastenboek : "Er is vooruitgang. Mijn inzet is groot. Mijn rug is stevig. Ik draag het water naar zee, al dat water naar de zee. Over berg en dal. Niets houdt mij tegen. Ik moet zaaien en maaien. We zijn samen onderweg. De zon begint te schijnen. Ik zie het doel, ik zie het einde. Er is vooruitgang." Gorki.
 
  Morgen naar Belorado.
 


[Top] [Overzicht] [Volgende dag]