Oplossing:
1.
L. De Clugt van Tielebuys. 2.
K. Heila was een Germaanse meisjesnaam 3.
L.
Sint-Job 10 mei. Dag om de bonen te zetten. 4.
L. Een doorstoot of met
de technische term een trocard 5.
L. Een dagmaal was de
oppervlakte van een stuk land dat door één man met paard in één dag
kon worden geploegd. 6.T. Het was een hoed 7.
T. Vos of haas 8. L. Spriet was een kwartelkoning. 9.
K. Hand boven het hoofd van de heks houden en
zeggen: “En gij zijt nog braver!"
10.T.
De oren van Duitse soldaten die ze aan een snoer
hadden geregen.
In 1895 waren er 85 geiten in Tielen.
.
|