Brustem en Goetsenhoven als bouwvallig
militair erfgoed. |
Sedert het einde van de Koude Oorlog worden met de
regelmatigheid van een klok militaire kwartieren gesloten. Deze evolutie is
onomkeerbaar en in de komende jaren zal nog een belangrijk deel van de militaire
infrastructuur in België als leegstaande panden bestempeld worden. Alhoewel bij
sommigen de hoop bestaat dat de verkoop van gebouwen de staatskas wat zou kunnen
spijzen, is de werkelijkheid in vele gevallen echter ontnuchterend. Bij wijze
van voorbeeld kan het volgende relaas hopelijk met woord en beeld illustreren
dat er toch wel iets fundamenteels fout gaat in de bestemming van
gewezen militaire domeinen.
We gaan ons vooral niet wagen aan te veel proza maar vooral de foto's laten
spreken. Toch zijn enkele fundamentele bedenkingen onafwendbaar. Misschien eerst
deze korte opfrissing van het geheugen. Met het plan Delcroix van juli 1992 zal
de toekomst van de krijgsmacht in het algemeen en die van de luchtmacht in het
bijzonder grondig worden gewijzigd. De dienstplicht wordt afgeschaft en de
besparingshonger zal voorlopig gestild worden door de sluiting van talrijke
kwartieren en vliegbases en de afschaffing van diverse eenheden. In de loop van
1996 is het dan zover. De 9de Wing Training van Brustem inclusief het
schoolcomplex van Bevingen en de Elementaire Vliegschool van Goetsenhoven worden
gesloten. Hier kan ons verhaal van start gaan.
De sluiting van Brustem heeft van bij de aanvang gestuit op veel onbegrip. Ook
was en is de bestemming onduidelijk. Tevens is de met triomfgeschal
aangekondigde uitbouw van een regionale luchthaven misschien wel wat
optimistisch. Aan ronkende verklaringen en nietszeggende persnota's is er
blijkbaar geen gebrek. Aan duidelijkheid echter wel. Wat Goetsenhoven betreft
was de situatie duidelijk. Een deel van het vliegveld zou nog sporadisch voor de
elementaire vliegopleiding gebruikt worden met de instandhouding van de
vlieginfrastructuur. De rest zou een niet-militaire bestemming krijgen.
Dat niet iedereen tevreden was met deze gang van zaken moge ondermeer blijken
uit de wanhoopspoging die de luchtmachtstaf einde 1995 ondernam om de toenmalige
minister van Landsverdediging, de heer Poncelet, een wisselvoorstel over te
maken. Laten we het zuidelijk deel van de vliegbasis Brustem met inbegrip van
alle vlieginfrastructuur behouden. De luchtmacht heeft immers nood aan een
bruikbaar reservevliegveld voor vooral ontplooiingsoefeningen. Dit voorstel
wordt spijtig genoeg vrij laat geformuleerd maar biedt talrijke voordelen:
behoud en onderhoud van de infrastructuur wat ook voor een latere uitbating door
burgerfirma's aantrekkelijk is, de Luchtkadetten wordt een verhuis
bespaard en de vliegclub de Wouw kan te Goetsenhoven zonder beperkingen haar
vliegactiviteiten verder zetten, de landbouwgronden veranderen niet van eigenaar, de sporadische
vliegactiviteiten te Goetsenhoven kunnen in Brustem plaats vinden zodat de
voormalige elementaire vliegschool volledig kan gesloten worden. Het verdict van
de minister is echter duidelijk: Brustem wordt volledig gesloten. Voor april
1997 is Brustem dan ook volledig ontmanteld: op enkele details na wordt alle
bruikbaar materieel verwijderd gaande van elke verlichtingsschakelaar tot
hoogspanningscabines en aansluiting op de pijpleiding voor brandstofbevoorrading
van de NAVO. Deze uitkleedoperatie vindt ook plaats in het kamp van Bevingen en
in Goetsenhoven.
Het is lovenswaardig dat de lokale autoriteiten belangstelling tonen voor de
verlaten militaire domeinen, zelfs indien een waas van onduidelijkheid
definitieve beslissingen dwarsboomt. De stad Sint Truiden geeft dan ook al bij
de aanvang te kennen een industriezone, twee recreatiedomeinen en een ringweg te
Brustem te willen voorzien. Het kamp van Bevingen zou volgens het gewijzigde
gewestplan van 1996 worden ingekleurd als woonzone en parkgebied. Volgens de
verslagen van de parlementaire handelingen van de senaat duiken in de loop van
1996 echter al enkele symptomen op van ongerustheid. De heer Vautmans, blijkbaar
geïnspireerd door nobele bedoelingen, maakt zich in april en november in
mondelinge vragen aan de minister van Landsverdediging zorgen over de desaffectatie van Brustem en Bevingen. Blijkbaar is de bewaking van de gewezen
militaire domeinen een zorgenkind. Het volgende antwoord van de minister zou
echter soelaas moeten brengen: " Het toezicht op de vervreemde militaire
domeinen wordt zelfs na overdracht aan het ministerie van Financiën tot de
uiteindelijke verkoop door Landsverdediging gewaarborgd. In het geval van de
domeinen van Brustem en Bevingen is de luchtmacht belast met deze
toezichtsopdracht. De veiligheid binnen de vervreemde domeinen is echter de
verantwoordelijkheid van de autoriteiten die hiervoor wettelijk bevoegd zijn. In
dit geval zijn het de lokale autoriteiten die door de militairen worden
verwittigd indien een onregelmatigheid wordt vastgesteld." De repliek van de
heer Vautmans spreekt van een nieuw teleurstellend antwoord en is visionair want
hij maant de overheid aan spoedig iets te ondernemen zoniet zullen een
waardevol domein en de gebouwen die erbij horen evolueren tot een soort
Sarajevo.
Vooraleer we echter de huidige stand van zaken toelichten is het belangrijk te
vermelden dat er tijdens de
periode van politiek gehakketak, die aanhoudt sedert 1997, in 2000 toch een
belangrijke beslissing wordt genomen. Het grootste deel van het voormalig kamp
van Bevingen wordt uitgebouwd tot een open asielcentrum, dat sedert zijn opening
erg veel respect heeft afgedwongen. In 2002 wordt er zelfs na jaren leegstand de
sportzaal opnieuw geopend mede door de inbreng van de Regie der Gebouwen. De
lokale sportclubs varen er wel bij en illustreren hoe de sport bijdraagt tot de
integratie. Na dit echt goede nieuws dan nu even een optimistische noot.
Na jaren van een politiek geïnspireerde vertragingstactiek is de kogel in mei
2004 blijkbaar door de kerk. Als troostprijs kan Brustem worden uitgebouwd tot
een regionale luchthaven. Er kan enkel economisch worden gevlogen dus is er geen
plaats voor recreatief vliegen. Dit betekent ondermeer dat men opteert voor
taxi-, medische en transportvluchten, pilotenopleiding, onderhoud van
vliegtuigen en de verhuur van hangars. Er worden enkel lichte vliegtuigen tot 9
ton toegelaten en er zal enkel gevlogen worden tussen 7 uur en 22 uur. Aercon en
Crown Helicopters willen 12 miljoen euro investeren en hopen niet meer te lang
op de militaire concessies te moeten wachten. Binnen 3 jaar zouden 172
werkplaatsen gecreëerd worden. Deze uitbouw van Brustem Airport roept toch wel
enkele bedenkingen op.
De vliegactiviteiten lijken op zijn zachts uitgedrukt ambitieus. Voorlopig
lijken immers enkel vluchten op zicht mogelijk omdat noch naderingslichten, noch
radarmiddelen, noch landingshulpmiddelen worden voorzien. Tevens dringt zich de
vraag op of de vliegperiode van 7 tot 22 uur het hele jaar door van toepassing
is, wetende dat het daglicht vaak slechts voor een heel wat kortere periode
beschikbaar is. De uitbouw en het onderhoud van de vlieginfrastructuur is
bovendien ook geen sinecure met de wetenschap dat de staat van de startbaan vrij
belabberd is, dat het parkeerplatform met zijn wapeningsnaalden
stevige prikken kan uitdelen, dat de vroegere noordelijke parkeervloer voor
vliegtuigen aanvankelijk een breekwerf van betonproducten herbergt en in 2010
wordt omgetoverd tot een hilarisch uitzicht van majestueuze molshopen van
vervuilde aarde, dat naderings- en
startbaanverlichting uitermate wenselijk is, dat een minimum aan
radio- en veiligheidsmiddelen beschikbaar dienen te zijn. Tevens zijn talrijke
experts van mening dat er nu in België al een overaanbod is van vliegscholen. De
hypothese dat defensie zijn militaire leerlingen zal uitbesteden aan privé
bedrijven voor een deel van hun vliegopleiding wordt bovendien ook met de dag
onwaarschijnlijker.
We
hopen dat de initiatiefnemers slagen in hun opzet maar hun optimisme, blijkbaar
geïnspireerd door het succes van Crown Helicopters die al jarenlang van op
Brustem opereren, kan misschien ietwat getemperd worden.
Ter vervollediging dient te worden aangestipt dat blijkbaar het gedeelte van
Brustem ten zuiden van de startbaan dan toch een militaire bestemming zou
krijgen. Wanneer de school voor onderofficieren te Saffraanberg vanaf 2007 zal
worden uitgebouwd tot het enige vormingscentrum voor onderofficieren in België
zou Zuid-Brustem, met de nodige creativiteit bij het gebruik van de verwilderde
begroeiing en van de hopelijk niet in puin gevallen gebouwen, hun oefenterrein
worden.
Toch wil ik nogmaals mijn pleidooi herhalen om de operatiebunker in Zuid-Brustem
zonder tijdsverlies een nuttige bestemming te geven, bijvoorbeeld in het kader van de
basistraining van al het personeel dat bij rampenbestrijding wordt ingezet. Mits
kleine investeringen kan de bunker uitgebouwd worden als een onderdeel van een
kenniscentrum, die deze trainingstaak op zich neemt. Chemische, biologische,
radiologische en nucleaire rampen, al of niet van terroristische aard, worden in
eerste instantie door de hulpdiensten van de eerste lijn aangepakt. Ook in dit
domein is er nog erg veel werk aan de winkel. Anders zal men weerom na een
catastrofe moeten vaststellen dat er op nationaal vlak geen eensluidende
procedure bestaat, zoals men onlangs na de gasontploffing te Gellingen moest
toegeven. Terwijl elke dood of verwonding te betreuren valt, reikt de dood van
een brandweerman veel verder dan familie, vrienden of collega's. Het
moreel van het grote publiek wordt immers ook ernstig aangetast door de dood van
een brandweerman in bevolen dienst. Het niveau en de kwaliteit van zijn training
kunnen het verschil betekenen tussen leven en dood.
Het meer gedetailleerd pleidooi kan men
hier nalezen.
Dan is het nu de tijd voor het echte slechte nieuws. Een bezoek aan Brustem,
Bevingen en Goetsenhoven kan niemand onberoerd laten. Al was het maar om de
puinhoop, de verwaarlozing, het vandalisme, de clandestiene activiteiten en de
schijnbare onverschilligheid van de autoriteiten te illustreren. Dan spreken we
nog niet over de miljarden aan oude Belgische franken van gemeenschapsgelden die
degenereren tot bouwvallig puin. Woorden schieten hier echt tekort. Klik op
onderstaande foto's en vergewis uzelf over de teloorgang van het unieke
scholencomplex Goetsenhoven-Brustem-Bevingen.
Dat voormalige militaire domeinen ook een andere bestemming kunnen krijgen,
blijkt uit de volgende observaties. Zo stelt defensie Vlaanderen twaalf
militaire domeinen ter beschikking voor geïntegreerd natuurbeheer. De financiële
steun van defensie, de Vlaamse overheid en de Europese commissie vormen
blijkbaar de toverformule voor natuurbehoud. Feit is
dat op dit ogenblik nog maar 20% van de 'gedesaffecteerde' militaire domeinen
verkocht zijn. De catalogus voor potentiële kopers is nog uitgebreid. Wat
uiteraard betekent dat het herbestemmingsprobleem nog een hele tijd actueel zal
zijn
en dat meer creativiteit bij het oplossen van dit probleem noodzakelijk zal
blijken. Van enige creativiteit getuigen alleszins de West-Vlaamse
autoriteiten, die erin geslaagd zijn om de bunker die destijds het
operatiecentrum van de Krijgsmacht huisvestte in de buik van de Kemmelberg, te
behoeden voor verval.
Ook slaagde de Bestendige Deputatie van de Provincie Raad van Antwerpen erin de voormalige Britse legerbasis in Westerlo, het kamp C, een nuttige en waardige
bestemming te geven.
Hoe
dit gebeurde kan men hier nalezen.
Dat Brustem, Bevingen en Goetsenhoven als militair erfgoed in puin zijn
herschapen is een trieste vaststelling. De honderden leerling-piloten en
militairen, waaronder ook talrijke Nederlanders, hadden tijdens hun
verblijf nooit durven veronderstellen dat het verval van het scholencomplex op zo'n korte tijdspanne
mogelijk was. Zij worden waarschijnlijk weliswaar allen beroerd door een snuifje
nostalgie. Maar ook elke goedgeaarde burger kan zich niet goed voelen bij
dergelijke situatie. De bestemming van deze domeinen, en nog van
vele anderen, verdient beter. De verloedering van deze gebouwen en infrastructuur
roept een reflex op van onbekwaamheid, gemis aan visie en touwtrekkerij achter
de schermen. Moge alle betrokken partijen tijdig de nodige lessen trekken, om
alles wat als gewezen militair domein verkoopbaar is en wordt, tijdig van de
hand te doen. Zoniet wordt dan toch eerdaags nogmaals een bunker omgetoverd tot
een wijnhuis (zoals het voormalig operatiecentrum van Brustem in Kerkom), of wordt een
bunker herschapen tot een kwekerij van champignons (zoals misschien de bunker
van Zuid-Brustem), bij gebrek aan voldoende economische activiteit op het
bedrijvencentrum van Brustem, waar de KMO's als paddestoelen uit de grond zouden
moeten rijzen.
Wanneer we einde 2010 even terugblikken in de tijd, dan kunnen voor de drie
beschreven kwartieren maar ook voor de randopmerkingen uit 2004 toch een en
ander bijsturen. De afslanking van het leger is aan een nooit eerder gezien
ritme verder gezet. Een overaanbod van gesloten militaire kwartieren en een ware
volksverhuizing van militair personeel en ook vaak hun families is daarvan het
gevolg.
Bevingen geraakt langzaam maar zeker overvol met asielzoekers, een gevolg van
hun massale infiltratie in de Belgische samenleving waarover in 2010 recordcijfers
worden gerapporteerd. Alhoewel er in Bevingen nog meer capaciteit beschikbaar
is, blijft de eerder vermelde infrastructuur verder vervallen tot puin en worden
de honderden asielzoekers liever naar andere leegstaande kazernes aan beide
zijden van de taalgrens versast. Wat er na al die jaren is geworden van het
gedeelte van Bevingen, dat noch voor asielzoekers noch voor andere initiatieven
beschikbaar is, en dat op een schandelijke geruïneerd wordt tot een "pseudo-Amazone-biotoop"
waar nog steeds het vandalisme hoogtij viert, moge blijken uit onderstaande
foto-impressie van begin december 2010.
Toch kunnen we in de loop van 2011 toch gewagen van een belangrijke beslissing,
althans wat de toekomst van Bevingen betreft. Uit een artikel in Het Belang van
Limburg van 14 april leren we immers dat de stad Sint-Truiden het ruïnegebied
van Bevingen heeft aangekocht. Na de uitvoering van een sanering van de 16
hectares spreekt de stad van de uitbouw van een nieuwe groene long en van Nieuw
Bevingen. Dit wordt ongetwijfeld een project van lange adem maar dat eindelijk
toch een oplossing biedt waarop men te lang heeft moeten wachten.
Wat Goetsenhoven betreft is het duidelijk dat het
volledige voormalig militair domein zal worden van de hand gedaan. Om het
grote publiek afscheid te laten nemen van de Elementaire Vliegschool van
weleer, werd op 12 september 2010 een open deur georganiseerd, waarbij
ondermeer de verdere wildgroei van bomen en onkruid in de voormalige
administratieve zone bevestigd wordt. De onderstaande diareportage is een laatste
impressie van een militair erfgoed, dat in de naaste toekomst wellicht
weergaloos door de bulldozers met de grond zal worden gelijk gemaakt.
Op 11 november 2011 werd tijdens een fotografische luchtverkenning de
groei van wildpark Goetsenhoven digitaal geregistreerd. De verloedering van
de voormalige Elementaire Vliegschool is blijkbaar door niemand te stoppen.
Wat Brustem betreft is Crown Helicopters ter ziele gegaan en wordt de loods en
de omringende parking, die ze destijds in gebruik hadden, ontsierd door
tientallen ladingen van vrachtwagens,die er bevuilde aarde van het vliegveld,
afkomstig van minerale olie en BTEX van depot AB, hebben gedeponeerd. De
vliegactiviteiten kennen wel een gestadige groei.
Limburg Regional Airport (LRA)
heeft trouwens grootse plannen, die ondermeer tijdens het autosalon van 2010 aan de hand van een schaalmodel van een spiksplinternieuw
luchthavengebouw werden toegelicht. Blijkbaar wordt er ook hoopvol
uitgekeken naar investeerders om de veelbelovende plannen waar te maken.
Om volledig te zijn moeten we vermelden dat Brustem een ware aantrekkingspool is
geworden voor KMO's. De noordelijke zone is immers ingepalmd door talrijke
bedrijven. Over eerder aangekondigde luchtvaartgebonden activiteiten, en de
daarmee gepaard gaande tewerkstelling is echter, buiten de beperkte inbreng van
LRA, weinig in huis gekomen.
In deze update kunnen we echter niet nalaten een unicum te vermelden in verband met Brustem. Sedert oktober 2010 prijkt immers een schaalmodel van twee gebouwen uit
een nabijgelegen Limburgs gehucht op het begin van startbaan 06. Het kunstwerk
is te bewonderen voor eenieder die zich via de Naamsesteenweg zuidwaarts
begeeft. Waarom het kerkje en de pastorie juist op die plaats werden neergepoot
is een raadsel. De baandrempel voor de 06 is weliswaar verplaatst en bevindt
zich enkele honderden meters verder, zodat de gebruikers van LRA er in principe
niet te veel hinder van ondervinden. Toch is er in België nog steeds de wet op
de luchterfdienstbaarheden van toepassing waarbij duidelijk wordt beschreven dat
rond elk vliegveld, en zeker in de aanvliegrichting, in een welbepaald volume,
geen hindernissen mogen voorkomen.
Updated 08 Feb 2012.