België onder aanval.

Een treffende gelijkenis.
De Rwanda-crisis.
De vervanging van de C-130.
De vloot van luchttaxi's van de regering.
De vervanging van de helikopters.

De verdwijning van de tanks en van de rupsvoertuigen.
Andere heikele punten.

  De inning van belastingsgelden.
  Het militair personeel.
 
De macht van het profitariaat.
 
Aanval op nationale eenheid en veiligheid.
Nieuwe afbouw van het leger naar socialistisch model, een ware kaakslag.
  Een korte historiek en flauwe reacties.
  De naïviteit op zijn best.

  De specialisatie als synoniem van profitariaat.
  Ons veiligheidsbeleid in Europees verband.
  Onrealistische spelregels.
  Pakt de NAVO zijn koffers?
Eindbeschouwingen.



Een treffende gelijkenis.

De laatste maal dat de krantenkoppen wereldwijd blokletterden "België onder aanval" dateert van mei 1940. Het onderwerp was sedertdien, gelukkig maar, niet meer aan de orde. Behalve indien men heel even wat aandacht durft schenken aan een welig tierend fenomeen namelijk de totale desinteresse van de Belgische overheid voor zijn defensie en de mogelijke toekomstige gevolgen voor de brozer wordende samenleving. Met de nationale verkiezingen in het verschiet, is een kleine denkoefening zeker niet misplaatst. De politieke partijen, en zeker diegenen die haantje de voorste willen spelen om het leger steeds opnieuw weer een hak te zetten, moeten de waarheid onder ogen durven nemen. De kiezer zal immers weldra beslissen.

De noodkreet "België onder aanval" getuigt misschien niet van originaliteit. Inderdaad, in augustus 2005 publiceerde M. Paul Cook een erg ontluisterend boek "Canada under attack". In een zeer grondige analyse schetst de auteur de verwaarlozing van de Canadese strijdkrachten te wijten aan de onverantwoorde passiviteit en ondoordachte beslissingen van opeenvolgende regeringen. Zijn oproep tot meer engagement van de gemiddelde Canadees, van de media en van de politiekers om deze schrijnende evolutie een halt toe te roepen, wordt door een overtuigend feitenrelaas onderbouwd. Kenmerkend hierbij is dat een hele resem aan vaststellingen en aanbevelingen integraal in de Belgische omgeving passen. De transplantatie van enkele van zijn belangrijkste overwegingen kan ter illustratie volstaan. In de Belgische context vallen bovendien nog enkele typische anomalieën te noteren. Toch wekt de Canadese toestand een waar gevoel op van medeleven al was het maar omdat de machteloosheid van lotgenoten ook vaak informeel ter sprake kwam en komt als blijk van goed nabuurschap tijdens de diverse en talrijke NAVO-bijeenkomsten.

BEGIN PAGINA.

De Rwanda-crisis.

Het volgende citaat uit het boek van M. Paul Cook kan volstaan om de toon te zetten. "The Rwandan genocide and our inability to even support our own nation's soldiers, who we placed in harms way, showed how impotent Canada was in foreign policy matters, which required military competence. It also proved how meaningless the arguments put forward by 'Soft Power Only' advocates were. ... As we mark the tenth anniversary of the Rwandan genocide, let us remember the victims, as well as those - including many Canadians - who showed commitment and raw courage in defence of humanity. Let us remember that is there is any lesson from the tragedy it is that non-intervention is the domain of the gullible, callous and weak".  Deze "verbelgste" zinsnede zou in het verslag van de Belgische Rwanda-commissie kunnen thuishoren, waarin ook de verbloemde politieke verantwoordelijkheid erg storend overkomt. De militairen, die ter plaatse de klus moesten klaren, met te weinig middelen en een kreupel mandaat, met alle zonden overladen, getuigt van een wankele politieke ethiek. Met meer centen vooraf voor een betere uitrusting, is er achteraf minder nood aan monumenten, die blijkbaar ook als remedie dienen voor een gekwetst politiek geweten. 

BEGIN PAGINA.

De vervanging van de C-130.

De wanhoopskreet van M. Paul Cook voor de vervanging van oud militair materieel is al even frappant. Men zou zich warempel in een Belgische omgeving wanen.
De toestand van de C-130 is een bron van veel kommer en zorg. In Canada blijkbaar meer dan in België, voorlopig althans.
"The bulk of our CC-130 Hercules aircraft are in need of replacement. ...CF Hercules aircraft No. 315 is the longest-flying military transport of its type in the world, ... most of the Hercules transports in the Air Force fleet, ..., are from the same 'generation" as No. 315. This places an incredible amount of pressure on ground crews to keep these 'relics' operational. ... The problem is that above and beyond the general maintenance any aircraft is required to undergo, including replacing parts, etc., the older Hercules aircraft have parts for those very old models that incur an ever-increasing price tag. ... These aircraft also require substantially more down time for maintenance for each hour flown compared to newer aircraft. All of us taxpayers are collectively paying million of extra dollars keeping these relics flying."  

De optimisten zullen wellicht in koor verkondigen dat de situatie van de Belgische C-130H grondig verschilt van zijn Canadese soortgenoot. De Belgische Herky is immers gemoderniseerd en structureel versterkt. Men kan zich echter wel afvragen hoe lang het huidige werkritme van dit werkpaard nog kan worden volgehouden vooraleer een identieke Canadese alarmbel zal moeten geluid worden want 2019 is nog zeer veraf. De opvolger van de C-130H, de Europese A-400M, zou immers dan pas voor België beschikbaar zijn tenminste als er geen bijkomende vertragingen optreden tijdens de ontwikkeling van het nieuwe technologisch hoogstandje van de Europese vliegtuigindustrie. De constructeur Airbus is trouwens nog niet volledig hersteld van de uppercut na het A-380 debacle en heeft bekend gemaakt dat de eerste vlucht van de A-400M een vertraging van enkele maanden heeft opgelopen. 

Bovendien zal een stokpaardje van de Vlaamse socialisten en hun voorzitter Johan Vande Lanotte, namelijk het vertrek van de 15de Wing Luchttransport uit Melsbroek, althans volgens ingewijden, met de komst van de A-400M tegen het einde van volgend decennium onafwendbaar zijn. In 2000 was de hap uit het schrale defensiebudget om de verhuis mogelijk te maken, zelfs voor de socialisten te groot. De discussie zal zich wellicht toespitsen of het Waals Brabantse Beauvechain, naar alle waarschijnlijkheid dan als chartervlieghaven van Zaventem (waar een juridisch steekspel en hoogoplopende boetes over geluidsoverlast voor veel narigheid kunnen zorgen over het economisch verantwoord voortbestaan van de nationale vlieghaven) ook nog het militair luchttransport kan onderbrengen. Of zal het socialistisch boegbeeld ook in dit dossier weerom triomf willen oogsten en de luchttransportvloot een nieuwe thuis bezorgen aan zijn Belgische kust, zoals hij al eerder onomwonden te kennen gaf.

In het kader van het A-400M programma zal trouwens ook nog een ander typisch Belgisch akkevietje voor de nodige turbulenties zorgen. De industriële verdeling van de koek moet in principe evenredig over de landsgedeelten geschieden. De laksheid van de federale Minister van Economie destijds om bij haar collega van Defensie toch enige inspraak te krijgen in het industrieel aspect van de A-400M ligt aan de basis van veel gemor en tandengeknars. Met de A-400M hebben we niet te maken met het schimmige en kostelijke spel van economische compensaties maar wel met een directe deelname of coproductie. De industrie die de beste kwaliteit aanbiedt voor de beste prijs, wordt een contract toegekend. De Turkse deelname aan de A-400M is een voorbeeld hoe het moet. Van Belgische zijde plukt men nogmaals de vruchten van een jarenlange stiefmoederlijke behandeling van de defensie-industrie in het algemeen, van de luchtvaartindustrie in het bijzonder.

BEGIN PAGINA.

De vloot van luchttaxi's van de regering.

We kunnen misschien nog even vertoeven in de luchttransportwereld. Onze Canadese schrijver merkt op: "... it took the PM (Prime Minister) and his inner circle but one day to approve the $100-million acquisition of two brand new luxury Challenger jets for him and for the use of the cabinet, while the military was still awaiting the replacement for the Sea Kings."  Ook hier past weer een Belgisch deksel op een Canadees potje. De levering van twee fonkelnieuwe Embrears ERJ135LR in 2001 gevolgd door twee exemplaren van de Embrear ERJ145LR het jaar nadien en de modernisering van de twee Falcons 20 tot fonkelende feniksen in 2005 illustreren overduidelijk waarmee de regeringsploeg geen probleem heeft als het over defensie gaat. Zeer typerend is bovendien de vaststelling dat deze militaire luchttaxi's van het gouvernement als enige middelen van defensie een schrale fotografische aandacht verdienen in de balans van 8 jaar Verhofstadt, recent beschreven in zijn publicatie "Een open boek", waarin hij als eenzame reiziger aan boord van een Embrear op de voorzijde pronkt.

De vervanging van de helikopters.
 
En M. Paul Cook hanteert nog andere pijlen, die ook op een Belgische boog bruikbaar zouden kunnen zijn. Het Canadese helikopterdossier vertoont veel vertrouwde trekjes. "The state of the Sea Kings is now so poor that it has been reported that for every one hour of flight time, 30 hours of maintenance are required. Much of this is due to the age of the helicopters, whereas newer aircraft could operate at a significantly smaller maintenance schedule. Acquiring parts for these older aircraft is more expensive, therefore a larger drain on the military's meagre budget. ... It is unusual to have so many different types of snags, i.e., fuel, blades, pumps, heater, engine, gyro system and flight controls in such a short period of time ... technicians worked extremely hard to keep the aircraft flying, but there are only so many battles that can be won with a 41-year old (aircraft). ... It's a national disgrace, the fact that it's taken 10 years for the Liberals to make up their minds.

Zowat een decennium geleden bestond er ook in Belgische militaire middens nog een stille hoop dat een geloofwaardige aëromobiliteit van onze grondtroepen ondermeer zou worden ingevuld door de aankoop van de nodige helikopters. Nederland realiseerde zijn wensen. In ons land was er in 1998 nog sprake van een versterking van de Seaking vloot. Tijdens het luchtvaartsalon van Le Bourget van 2005 wordt eindelijk een doorbraak geforceerd. Eerste minister Verhofstadt kondigt tijdens zijn bezoek aan het salon aan dat een tiental helikopters zullen worden aangekocht ter vervanging van de 5 Seakings van de Luchtcomponent en van de 3 Alouette III's van de Marinecomponent. Vermits deze beslissing niet in de budgettaire planning van Defensie was opgenomen, zullen de 300 miljoen euro worden weggeknipt uit de geplande aankoop van de AIV 's (Army Infantry Vehicles). Begin december 2005 beslist de regering dat de voorkeur uitgaat naar de NH90 helikopter, een helikopter uit een Europees programma. In 1991 kreeg België de kans om samen met Nederland, Frankrijk, Italië en Duitsland in het samenwerkingsproject te stappen, maar weigerde. Portugal wordt het vijfde lid in 2001. De finale NH90 beslissing zal aanslepen tot 27 april 2007, dag waarop de laatste ministerraad van de paarse regering tijdens een marathonzitting de knoop eindelijk doorhakt. Onderhandelingen over een billijke verdeling van een pakket van economische weerslag over de gewesten en de daaruit volgende meerkost van 50 miljoen euro voor tien toestellen liggen aan de basis van dit onaanvaardbaar tijdverlies. Weerom treden de Vlaamse socialisten van de sp.a op het voorplan. De meerkost en voorzichtige pogingen om de SAR (Search And Rescue) van de Seaking te privatiseren zijn de veelzeggende wrijvingspunten van het vertragingsgevecht. Johan Vande Lanotte en zijn trawanten willen van geen wijken weten. Het uiteindelijk resultaat is dat slechts acht NH90's (met twee in optie) worden aangekocht die voor SAR (voorlopig?), maritiem en tactisch transport zullen worden ingezet.

Vermeldenswaardig is ook het feit dat een van de troetelkinderen van Johan Vande Lanotte, NHV (Noordzee Helikopters Vlaanderen) onlangs op de Internationale Luchthaven Oostende-Brugge zijn intrek heeft genomen in gloednieuwe gebouwen, met daartegenaan geplakt een Maintenance Center van Eurocopter, een constructeur van de NH90.

Met alle politiek getreuzel en met de vertragingen die de ontwikkeling van de NH90 kenmerken, zal de eerste Belgische NH90 pas ten vroegste in 2011 kunnen geleverd worden. Voor hetzelfde prijskaartje had men nu wellicht tien NH90's kunnen aanschaffen, hadden de Belgische autoriteiten in 1991 de juiste strategische keuze durven maken om tot het Europese helikopterprogramma toe te treden. Een meer gespierde aanwezigheid in de luchtvaartindustrie en de daaruit voortvloeiende technologische meerwaarde zou heel wat meer vruchten voor onze economie hebben kunnen afwerpen dan de doodbloedende Belgische automontage-industrie. Blijkbaar heeft België ook nu weer de boot gemist om in het Europees Neuron-programma te stappen, een veelbelovend UCAV (Unmanned Combat Aerial Vehicle)-project.

Terloops is het in dit verband toch wel verhelderend vast te stellen dat de deelname aan het JSF (Joint Strike Fighter)-programma Nederland geen windeieren heeft gelegd. Einde 2005 stond trouwens al vast dat 70 Nederlandse bedrijven aan de ontwikkeling van de JSF kunnen deelnemen ter waarde van 700 miljoen $. De productiefase kan leiden tot een omzet van meer dan 8 miljard $ en veel extra hoogwaardige werkgelegenheid.

BEGIN PAGINA.

De verdwijning van de tanks en van de rupsvoertuigen.

We zijn even van onze Canadese koers afgeweken. De verdwijning in het Canadese leger van alles wat zich op rupsen voortbeweegt, lokte voor enkele jaren heftige reacties uit. Ook laat M. Paul Cook zich in deze materie niet onbetuigd. En weerom passen zijn argumenten met een minimum aan verbeelding in de Belgische omgeving. "The Liberal Government appears to have taken great pains to ignore the lessons of wars and conflicts since WWII that clearly show that the main battle tank remains the mainstay of armoured capabilities in any modern army. ... Putting light armoured vehicles in a head to head confrontation with main battle tanks is a sure prescription for disaster. The Stryker MGS (Mobile Gun System, which mounts the M68A1E1 105 mm canon), cannot sustain the battlefield punishment, nor offer the high level of survivability for its crews, that a heavier armoured thank can. Light armoured vehicles using 10, 15, 20 mm of armour, are only capable of surviving attacks by small individual or crew served weapons like machine guns. ... The Stryker is not a tank ... It is a direct-fire weapon but it is not designed to support infantry in an assault. We are always told you do not use or hold ground without infantry but you don't take ground with infantry without including tanks. ...The action to remove the M-109 SP gun and replace it with a 81 mm mortar would be laughable, were the circumstances not so serious. ... Their assumption that Canada will never again find itself in conditions requiring tanks shows the presumptive arrogance, and total lack of understanding of historical and modern military realities. It would appear that the only 'cheap' part of the Liberals approach to the military, is in how cheaply they value the lives and welfare of our nation's sons and daughters serving in the military. ... What is one to think of a government that deliberately 'strangles' its armed forces, and in doing so precludes the military from protecting its own people?"

Deze citaten, in grote mate toepasselijk op de pijnlijke Belgische realiteit, noodzaken toch enkele kleine verduidelijkingen. De Stryker is een versie van de zopas door België aangekochte AIV, waarvan één van de zeven versies zal worden uitgerust met een kanon van 90 mm. De lezer kan ongetwijfeld extrapoleren en besluiten wat de slagkracht, bescherming en steun aan de Belgische infanterist zal betekenen.  De vervanging van de Belgische M-109 SP door een mortier van 120 mm is zeker geen compensatie voor de te povere kwaliteiten van het kanon van 90 mm. Het zij ook duidelijk dat in het Belgische politieke landschap de Canadese "liberals" zonder schroom kunnen gesubstitueerd worden door sp.a-politiekers.

Om het Belgische verhaal volledig te maken moet voor alle duidelijkheid nog worden aangestipt dat voorlopig enkel de vaste schijf van de AIV in uitvoering is, zijnde 138 voertuigen. Een identieke bedenking geldt voor de MPPV (Multi-Purpose Protected Vehicle) want in de vaste schijf worden slechts 220 Dingo II's voorzien. De resterende voertuigen uit het aankoopprogramma (nog 132 MPPV's en nog 78 AIV's) zullen in twee voorwaardelijke schijven worden ondergebracht. Blijkbaar zal men politiek pas definitief beslissen als alle voertuigen zijn geleverd zijnde respectievelijk 2011 en 2012 voor de MPPV en de AIV. De offertes zijn echter respectievelijk tot 2008 en 2010 geldig waarna een prijsaanpassing onafwendbaar wordt. Met belangstelling wordt bijgevolg naar het vervolg van het MPPV- en AIV-verhaal uitgekeken, dat hopelijk een happy end zal kennen.

Maar ook het Canadese verhaal verdient een aanvulling. In de loop van 2007 hebben de Canadese autoriteiten hun visie over het gebruik van de tank grondig herzien. Na talrijke Canadese gesneuvelden in Afghanistan, vooral te wijten aan de explosie van wegbermbommen, werd beslist vele tientallen van de modernste Leopard-tank, de A6M, aan te kopen en te huren in Nederland en Duitsland. De moderne asymmetrische oorlogvoering en de hoge tol aan mensenlevens hebben de Canadese autoriteiten eindelijk doen inzien dat de troepen te velde over de best mogelijke bescherming en slagkracht moeten kunnen beschikken. Ook werden daarom met de nodige spoed andere investeringen tot een goed einde gebracht ten voordele van vooral de troepen in Zuid-Afghanistan waar de Canadezen met enkele NAVO-partners (en voor alle duidelijkheid zonder Belgen) alles in het werk stellen om ook tijdens risicovolle gevechtsopdrachten er de democratie in al zijn geledingen te helpen herstellen.

Ook de volgende waarheid is integraal meer dan ooit op België van toepassing. "It should also be understood that in the international diplomatic and military community, a nation must properly fund and equip its military in order to be taken seriously."

BEGIN PAGINA.

Andere heikele punten.

De inning van belastingsgelden.


Onze Canadese schrijver plaats ook nog een ganse reeks andere heikele punten in de kijker, die veel raakpunten vertonen met de Belgische realiteit.
Het choquerende wanbeheer bij de inning van belastingsgelden waarmee miljarden dollars worden ontlopen klinkt erg vertrouwd. "The December 3, 2002 report by the Auditor-General scathing report highlighted how poorly the government has served us taxpayers. This has had a terrible impact on emergency services, such as the military, by denying them the funding because of a 'lack of money', while at the same time members of the government and its bureaucracy have been involved in reckless spending, and alleged criminal spending behaviour."

Het militair personeel.

Ook in het beheer van zijn personeel heeft Canada belangrijke lessen getrokken. Ze spreken voor zichzelf en vinden voor de Belgische militairen een toepassing in het nieuwe GLC (Gemengde Loopbaan Concept) , waarin de carrièremogelijkheden grondig worden hertekend.
"A former mandatory retirement age of 55 was a bad choice for the military. ... we forcibly retired them at an age when many civilian executives finally 'break into their own'. ... If a member of the military is willing to serve until 65, and as long as they are competent, and there are positions they can properly fill, then we should retain them. ... In looking for efficiencies, the common complaint is that the Canadian Forces are top-heavy with generals."

BEGIN PAGINA.

De macht van het profitariaat.

M. Paul Cook stelt ook vast dat zijn land profiteert van het militair engagement van zijn machtige buur. "We are taking a free ride, ..., on the American defence machine - a ride which makes us so vulnerably dependent on and beholden to our powerful neighbour that we have become a colony of the Pentagon." België, als slechtste leerling van de NAVO-klas, met een defensiebudget dat slechts 1,1 % bedraagt van het BBP daar waar de NAVO-norm is vastgelegd op 2 %, en decennia lang als grootste profiteur van de NAVO-aanwezigheid op zijn grondgebied, past volledig in dit nefaste Canadese plaatje.

Aanval op nationale eenheid en veiligheid.

De mogelijke aanval op de eenheid van Canada is tevens een zeer verontrustende ontwikkeling. "Does a country that is unwilling to treat all of its member provinces, territories and citizens equally, and simultaneuously ignores their prime responsibility of protecting its citizens, lose the right to expect their allegiance?" Het antwoord op deze vraag kunnen wij, wat België betreft, vanuit een dubbele gezichtshoek benaderen. In het licht van de komende nationale verkiezingen is een politiek opbod tussen de partijen een steeds weerkomend verschijnsel. De kiezer trachten te overtuigen dat geen 200.000 maar zeker 260.000 nieuwe jobs zullen worden gerealiseerd, mag dan al bij de modale burger op de lachspieren inwerken. Wat anderzijds een enigszins verontrustend gevoel opwekt is de gedrevenheid van enkele partijen om nogmaals een nieuwe staatshervorming door te drukken met ondermeer nog meer zelfstandigheid voor de gewesten. De Belgische staatsstructuur is nog niet ingewikkeld en kostelijk genoeg. En het dictaat, dat door sommige Vlaamse politieke kopstukken aan het Waalse gewest wil worden opgelegd, valt in het zuidelijk landsgedeelte begrijpelijkerwijze helemaal niet in goede aarde. Het zo gelauwerde Belgisch overlegmodel zou met deze harde standpunten wel eens kunnen falen. Het is trouwens merkwaardig dat vanuit syndicale hoek vrij energiek gepleit wordt om de zoveelste staatshervorming af te zwakken omdat inderdaad de Belgische burger er echt geen boodschap aan heeft.

Een tweede gezichtshoek spits zich toe op de bescherming, de beveiliging van de Belgische burger. In het domein van defensie wil België meer dan ooit de anderen de kastanjes uit het vuur laten halen. Maar ook in het domein van de best mogelijke bescherming tegen terroristische wandaden of tegen het uitbreken van een epidemie zoals de vogelgriep, pleit de Belgische overheid voor de minimale inspanning. Ons land opteert immers, om over een voorraad vaccins te beschikken, waarmee nauwelijks 20 % van de bevolking kan worden ingeënt. Onze buurlanden gaan ervan uit dat de volledige bevolking moet kunnen worden geholpen.
Ook op het gebied van de fysieke beveiliging van kernmateriaal inclusief de bescherming tegen sabotagedaden blijkt de overheid zich heel wat getalm te kunnen veroorloven. Op de ministerraad van 20 april 2007, bijna twee jaar na de ondertekening van de internationale overeenkomst op het IAEA in Wenen, wordt de eerste voorzichtige stap gezet om de nationale reglementering aan te passen aan het gewijzigde internationale verdrag. De verantwoordelijkheid komt voortaan volledig bij de nationale overheden te liggen. Dit wordt weer een interessant dossier want de beveiliging van onze bevolking mag immers niet te veel kosten. Anderen van buiten de landsgrenzen zullen hopelijk te hulp snellen indien zich een calamiteit voordoet. 

BEGIN PAGINA.

Nieuwe afbouw van het leger naar socialistisch model, een ware kaakslag.

Een korte historiek en flauwe reacties.


Vooraleer M. Paul Cook een laatste maal het woord te geven in zijn gespierde eindbeschouwingen, is het noodzakelijk een alarmerende ontwikkeling in verband met de Belgische Defensie uit te diepen. Een uiterst desastreus initiatief, en hoe kan het anders weerom van Vlaams-socialistische origine, wordt in bedekte termen te grabbel gegooid in de verkiezingspropaganda. De sp.a-leider Johan Vande Lanotte verkondigt dat hij de premier wil worden maar wat erger is, dat hij ook het leger verder wil afbouwen. Defensiemiddelen moeten versast worden naar Ontwikkelingssamenwerking. Dit programmapunt is één van de vijf speerpunten van zijn partij. Dit toppunt van arrogantie verdient een woordje uitleg.

De snode plannen van de socialistische voorman komen voor de eerste maal in de openbaarheid wanneer hij met zijn intentieverklaring vanaf de zomer van 2005 zijn verkiezing als partijvoorzitter wil ophemelen. Hij mag weliswaar in de voorzittersstoel plaatsnemen, en nog wel met een stalinistische score, maar het onheil is geschied. Vande Lanotte heeft de kiemen gezaaid om de Belgische Defensie echt tot een lilliputterleger te verschrompelen, met alle mogelijk gevolgen van dien. Enkele uittreksels uit zijn intentieverklaring kunnen volstaan.  "Samen met de pensioenen belopen de militaire uitgaven 1,1 % van het BBP. In 2002 werd op de top van Praag vastgelegd dat elke lidstaat minstens 2 % aan defensie moet besteden. ... We mogen gerust stellen dat de kans dat onze buren België met wapengekletter binnenvallen vrij onrealistisch is. ... We willen de oorzaak van zoveel (burger)oorlogen bestrijden door te vermijden dat ze ontstaan; we willen niet defensief maar offensief werken. ... Daarom kiezen we voor een kleiner, beter uitgerust en beter werkend leger. ..., er blijven ongeveer 20.000 mensen. Dit leger wordt meer gespecialiseerd in vredeshandhaving en in de onderdelen waar het goed in is (transport via de C130's, genie, para's,...) ... kan zich tot de internationale top opwerken. Besparen door specialiseren, verbeteren door specialiseren, verbeteren en besparen door integratie met andere Europese legers: ... Dit betekent dat zo'n 900 miljoen euro van defensie naar Ontwikkelingssamenwerking gaat ... In de beginfase moeten hiermee ook de lonen betaald worden van de 15.000 mensen die we in hoofdzaak in andere ministeries of in de gemeenten zullen tewerkstellen. Maar een beperkt aantal mensen zal effectief mee verhuizen naar ontwikkelingssamenwerking, waar ze ingezet worden bij burgerlijke bouwprojecten."

Zijn uiting van tomeloze besparingsdrift lokt weinig reactie uit. Enkel op de website van de partij zwelt een lawine van ongezouten protest aan, vooral afkomstig van op rust gestelde militairen, tot veroordeling van de snode plannen. De webmaster besluit vrij vlug deze regelrechte aanval op het gedachtegoed van zijn jonge voorzitter te verwijderen.

Wanneer het begin 2006 duidelijk wordt dat het menens is met de defensieplannen van de socialistische voorman, durven de media toch voorzichtig reageren. Een toonaangevende Vlaamse krant schildert Johan Vande Lanotte af als de kampioen van het net-niet-haalbare. Zijn ideeën over een nieuwe halvering van het leger worden als onuitvoerbaar, populistisch, ondoordacht, onvoorzichtig, onverstandig en als een blunder van formaat bestempeld. Schaamteloos, zonder enig respect voor de militairen, hun werkzekerheid, beroepsfierheid en motivatie blijven ondergraven door van de ene hervorming in de andere te willen tuimelen is een vorm van politieke normenvervaging, die vooral de socialistische familie typeert.

Tijdens het ideologisch nieuwjaarscongres einde januari 2007 volhardt de sp.a in de boosheid. Ontwikkelingssamenwerking zal belangrijk worden ten nadele van defensie. Wel valt het op dat men in de beginselverklaring voorzichtig met cijfermateriaal omspringt. De sp.a-voorzitter heeft dan toch enig oor gehad voor de suggestie van de vakbonden om niet meer te spreken over 20.000 militairen die zouden moeten verdwijnen in de toekomst, tenminste als de dromerij van de sp.a werkelijkheid zou worden.
Buiten een schaarse lezersbrief in één of andere krant vindt men in de media weinig sporen terug over de beginselverklaring en hoe Defensie verder zou moeten geslachtofferd worden in de toekomst.

Wel durft één politieke partij enkele dagen later alle moed bijeen te sprokkelen. Tijdens de parlementaire bespreking van het GLC-wetsontwerp, in afwezigheid van de sp.a, legt men de vinger op de wonde. Wouter Beke van de Vlaams-christelijke CD&V-partij legt de grote verantwoordelijkheid over de afbouw van het leger niet bij de minister van Landsverdediging André Flahaut, die als een uitvoerder van de socialistische familie het befehl-ist-befehl-principe huldigt, maar wel bij de voormalige minister van Begroting, inderdaad Johan Vande Lanotte, die er met waarachtige begrotingsacrobatie in slaagde om op enkele jaren tijd 200 miljoen euro aan Defensie te ontfutselen.

We moeten wachten tot 27 maart 2007, dag waarop het sp.a-boegbeeld zelfverzekerd zijn kandidatuur als eerste-minister verduidelijkt. We kunnen spreken van een schriele mediarapportering. In heel wat kranten wordt gewag gemaakt van de opwaardering van Ontwikkelingssamenwerking waaraan de kandidaat-premier hardnekkig wil vasthouden, maar vaak wordt zelfs de link niet gelegd naar de kwalijke gevolgen voor defensie. Men zou toch mogen veronderstellen dat het grote publiek recht heeft op een volledige en duidelijke verslaggeving, zeker als het gaat over haar veiligheid en bescherming en over de verdwijning van 20.000 jobs bij Defensie.

Begin april 2007 reageren de socialistische burgemeesters in de provincie Limburg rijkelijk laat op de snode plannen van hun partijvoorzitter om de tewerkstelling bij defensie in hun provincie te halveren. Dit belooft inderdaad voor de tweede werkgever en voor de tewerkstelling een zware klap te worden als nagenoeg 3500 banen bij het leger zouden geschrapt worden in hun provincie.

Bij het losbarsten van de finale verkiezingsstrijd blijkt het behoud van het absolute stilzwijgen over defensie bij de meeste politieke partijen weerom de favoriete tactiek. Toch durft de fractievoorzitter van de CD&V, Pieter De Crem, verduidelijken dat "defensie echt een reddingsoperatie nodig heeft en moet het leger zelfs opnieuw voor risico-missies worden ingezet. We moeten billijk onze taken ten opzichte van onze NAVO- en EU-bondgenoten opnemen. En voor de zoveelste maal geeft hij André Flahaut een vernietigend eindrapport. Hij heeft van Defensie echt een puinhoop gemaakt." In hoeverre de uitspraken van Pieter De Crem passen in het politiek opbod, valt nog te bezien. De kiezer zal in zijn stemhokje uiteindelijk beslissen of de CD&V bij een toekomstige regeringsdeelname zijn woorden over Defensie in daden kan omzetten.

We kunnen bovendien niet nalaten om de zwijgzaamheid van oprust gestelde militairen maar ook die van het senior management van defensie aan de kaak te stellen. In dit land heeft eenieder het recht om zich vrij te uiten. Het is niet in de gesloten kring van diverse verenigingen dat men zich discreet moet uitlaten over het rood gekleurde zwaard van Damokles, dat het leger op termijn wil onthoofden. Het grote publiek heeft daaromtrent nood aan objectieve informatie. Blijkbaar heeft men voor André Flahaut binnen zijn departement geen contacten naar buiten toe zonder zijn zegen. Hij alleen voert het hoge woord en komt in beeld. Bij mondjesmaat mag de chef van Defensie (CHOD), in zijn afwezigheid de situatie van het leger verduidelijken. Zijn ideeën omtrent voor de hand liggende bijsturingen, zoals verder besparen op personeel om te kunnen investeren en degelijk te kunnen trainen, worden hem niet in dank afgenomen door de socialistische regeringsleden. Dat trouwens André Flahaut weinig tegenspraak duldt, moge blijken uit zijn explosieve uitlatingen en handelingen tijdens militaire topvergaderingen en uit zijn recente beslissing om de adjunct chef van Defensie (VCHOD), een erg gewaardeerd generaal die ondermeer zijn sporen verdiende in ex-Joegoslavië, de laan uit te sturen en om hem weg te promoveren als hoogste militaire vertegenwoordiger van België in de NAVO . Zeer treffend is in dit verband ook de vaststelling dat voor de vacante functie van VCHOD slechts één generaal zich kandidaat stelde. 

BEGIN PAGINA.

De naïviteit op zijn best.

Misschien is het opportuun even enkele overwegingen over de desastreuze voornemens van de sp.a in verband met defensie op een rij te zetten. Hoe kunnen partij-ideologen nog zoveel naïviteit aan de dag leggen door te promoten dat de oorzaak van veel conflicten kan bestreden worden door zich offensief in te stellen, namelijk door Ontwikkelingssamenwerking significant meer middelen toe te kennen? Is dit een restant van de capriolen van het kabinetslid van Ontwikkelingssamenwerking, die in 2003 werd ontslagen omdat hij zich in smadelijke termen uitliet over het vorstenhuis en buitenlandse staatshoofden en de aanslagen van 11 september in de VS bejubelde?

Of maakt het sp.a-hersenspinsel deel uit van een nieuwe partijstrategie om op een schalkse manier de partijkas te helpen spijzen na de ridiculisering van de rode familie naar aanleiding van het Agusta- en Carapace-schandaal in 1998. De socialistische wapenbroeders van het zuiden kunnen blijkbaar nog steeds moeilijk aan de lokroep van "zakkenvullerij" weerstaan want de fraude-schandalen halen er met de regelmaat van een klok de actualiteit.

De specialisatie als synoniem van profitariaat.

De specialisatie van het leger is in België synoniem geworden van inkrimpen, geen risico's, profiteren en besparen (of een budgettaire marge boeken zoals het in socialistentaal heet). De partners in de NAVO en Europa (EU) blijken inmiddels genoeg te hebben van de vele Belgische loze beloftes en worden het gebulder van overtrokken en triomfalistische slogans over de Belgische defensie-inspanningen grondig beu. Onze mannen en vrouwen leveren prachtig werk in de bescherming van de luchthaven van Kaboel maar hun aanwezigheid staat toch wel in schril contrast met de NAVO-operaties in Zuid-Afghanistan, waar enkele ware partners de risicovolle strijd aandurven en niets onverlet laten om resultaten te boeken in een moeilijke strijd op het terrein. Een nagenoeg gelijkwaardige overweging is van toepassing in Zuid-Libanon waar België trouwens voor een première zorgt. In UNIFIL worden de klassieke rollen van gesteunde en steunende capaciteit omgedraaid. De Genie en de Medische Dienst zijn de gesteunde capaciteit terwijl de gevechtstroepen in een ondersteunende rol worden geplaatst. Men kan zich ook afvragen hoe humanitaire operaties vlot zullen verlopen indien elk deelnemend land zijn eigen beschermend detachement inzet. Men kan zich niet van de indruk ontdoen dat UNIFIL een testoperatie is voor de socialistische partij-ideologen om hun toekomstig defensiemodel op stapel te zetten. Laten we hopen dat deze ideologen ook de moed kunnen opbrengen om het eindverslag te analyseren van het ongeval van 7 maart 2007 in Libanon, dat het leven heeft gekost aan drie Belgische militairen. Dit verslag zal zonder twijfel treffende en onmiskenbare aanwijzingen bevatten die bevestigen, indien men de citroen te hard uitperst op het gebied van continuïteitstraining het verlies aan mensenlevens een van de meest tragische gevolgen is.

Ongetwijfeld heeft het feit, dat met de financiële vergoeding voor de deelname aan UNO-operaties  terug zaad in het bakje terecht komt (hetgeen bij NAVO-operaties niet het geval is waar iedere deelnemer moet opdraaien voor alle onkosten), de rimpelloze toezegging van Belgische troepen voor Libanon vergemakkelijkt.
 In een welvaartsstaat klinken begrippen als "alles gratis" en "luilekkerland van de sociale zekerheid" inderdaad populairder dan "verantwoordelijkheidszin" en "beperking van de veiligheidsrisico's". Van deze laatste twee begrippen heeft vooral de socialistische familie ogenschijnlijk nog steeds geen kaas gegeten. Toch zijn het deze begrippen die in internationaal verband een land tot een betrouwbare partner maken of tot een meeloper zonder ruggengraat.  Solidariteit, niet door holle woorden en besparingsnonsens maar wel door een geloofwaardig leger, zal dit partnerschap bestendigen.

BEGIN PAGINA.

Ons veiligheidsbeleid in Europees verband.

Zo belanden we dan bij de socialistische visie over ons veiligheidsbeleid, waarbij we moeten kiezen voor een Europese Defensie. Opnieuw is dit een monumentaal excuus om een minimale inspanning te leveren en te profiteren, in de lijn van de partijvisie over specialisatie. Hoe kan men immers spreken over een Europese Defensie, als men het nog niet eens is over een eigen veiligheidsbeleid. Men moet ook nog instemmen met de Europese grondwet, die in zijn huidige versie voor sommige landen een brug te ver is omdat men nog niet wenst te veel soevereiniteit te verliezen. Er zijn enkele successen geboekt in de Europese militaire integratie, waarbij vooral over samenwerkingsverbanden van landlegers nogal eens triomf wordt gekraaid. Toch blijkt de ambitieuze Europese snelle interventiemacht nog steeds enkel op papier te bestaan. De meer bescheiden Europese battlegroups beseffen eindelijk dat ze de klus niet kunnen klaren zonder de steun van een luchtmacht en een marine. De lezer zal niet verrast zijn indien we vaststellen dat de Belgische bijdrage tot de Europese battlegroup-formule zeer beperkt, bijna symbolisch is. De gestadige ontwikkeling van het Europese Defensie Agentschap is misschien de magische evolutie om de Europese defensie-industrieën beter te betrekken bij militaire aankopen met mogelijkerwijze lagere aankoopkosten en betere samenwerking en hopelijk ook een betere standaardisatie van de landmachtmiddelen.

Men kan zich in dit verband niet van de indruk ontdoen dat Europa het benijdenswaardige voorbeeld van de NAVO tracht na te hollen, steeds weer hoopt over onmisbare militaire NAVO-middelen te mogen beschikken mocht de nood zich doen gevoelen en in alle stilte ploetert om zowel kwantitatief als kwalitatief de evenknie te worden van de NATO Response Force.

De Europese luchtmachten en hun marines voelen zich wat stiefmoederlijk behandeld. Toch zijn het juist deze krijgsmachtdelen die het verst gevorderd zijn in geïntegreerde operaties met hun Europese en NAVO-partners. Vijf Europese luchtmachten, (Nederland, België, Denemarken, Noorwegen en Portugal) hebben al bij herhaling bewezen, zij het boven het oefengebied van de Nevada-woestijn, boven de bosrijke gebieden van Canada of het fjordenlandschap van Noorwegen, maar ook boven het voormalige Joegoslavië en Afghanistan als een geïntegreerde eenheid te kunnen functioneren, tot algehele voldoening van al diegenen die op hun steun beroep doen. De EPAF (European Participating Air Forces) Expeditionary Air Wing of EEAW is een eenheid geworden met naam en faam, die binnen een uiterst kort tijdbestek inzetbaar is om bijvoorbeeld de grondtroepen krachtdadig te ondersteunen, indien deze laatste de organieke steun moeten missen die zij in een crisissituatie broodnodig hebben. De EEAW is een schoolvoorbeeld van een volhardende geïntegreerde samenwerking met F-16 met als niet onbelangrijke sleutelbegrippen regelmatige training, minder middelen en personeel, economisch voordeel en kwalitatief hoogstaande ondersteuning van de aanvrager dank zij een uitgebreid takenpakket. Waartoe vereende vleugels al niet in staat zijn.

BEGIN PAGINA.

Onrealistische spelregels.

Tenslotte getuigt de uitstapregeling, voorzien door het socialistische verschrompelingsinitiatief van Defensie voor nagenoeg 20.000 militairen, van weinig realiteitszin. Het strategisch plan van defensie, dat tegen 2015 zou moeten zijn uitgevoerd, en dat momenteel halfweg is, slaagt er nauwelijks in om enkele honderden militairen een andere baan te bezorgen. Outplacement naar de privé-sector mag geen eurocent kosten. Er zullen ook geen naakte ontslagen vallen. Riante ontslagvergoedingen zijn politiek niet bespreekbaar. Bijgevolg tekent zich een onheilsscenario af waarbij het aandeel van de personeelsuitgaven de huidige astronomische 75 % ver gaan overschrijden en waarbij men zich kan afvragen wat er met de resterende kruimels nog kan besteed worden aan training, werking en aankoop van nieuw materiaal. 

Pakt de NAVO zijn koffers?

En laten we toch ook niet over het hoofd zien dat de voortschrijdende verwaarlozing van de Belgische militair vooral in NAVO-middens voor meer en meer gemor zorgt. Van een land dat al sedert 1967 als gastland fungeert voor de NAVO wordt algemeen verwacht dat eindelijk de eentonige tendens van militaire onderbesteding wordt omgebogen. Met een zwaartepunt van de NAVO dat aanvankelijk meer zuidoostwaarts leek op te schuiven maar nu wellicht op een andere plaats zijn evenwicht zal vinden nu de Russische beer zich niet meer in de hoek laat drummen en er niet voor terugdeinst zijn economische troeven uit te spelen vooral dan op het gebied van energievoorziening, is een mogelijke verhuis van de NAVO een heter wordende item.

Aan de geplande ingebruikname van een nieuw NAVO-complex tegen 2012, gelegen aan de overzijde van de huidige inplanting in Evere, zullen wellicht nog heel wat prangende discussies voorafgaan. Of de eerste steen warempel in 2008 zal gelegd worden (na de uitvoering van een bodemonderzoek en na het platwalsen van de voormalige luchtmachtinfrastructuur ter waarde van vele honderden miljoenen euro inclusief het erfgoed van de burgerluchtvaart bestaande uit de oorspronkelijke vooroorlogse SABENA-luchthavengebouwen), zal in de komende maanden duidelijk worden. Evenzo zal ongetwijfeld klare wijn worden geschonken omtrent de blijvende inbreng van de hoofdsponsor van de NAVO, de VS, die meer en meer geïrriteerd geraakt over de kreupele strijd van de NAVO tegen het wereldterrorisme. In hoeverre de VS en talrijke bondgenoten onder de indruk zouden komen van een veredelde Ontwikkelingssamenwerking in België ten nadele van defensie blijft voorlopig een open vraag. Voor al diegenen die met het lot van een krachtdadige NAVO zijn begaan kan de eventuele Belgische beslissing, gestimuleerd en geïnspireerd door de socialistische achterban om defensie nog verder af te bouwen, alleen maar koren op de molen zijn van de aanzwellende groep van ontevreden landen die de NAVO niet meer in Brussel maar elders wil zien functioneren. De eerste steen van het nieuwe NAVO-complex is immers nog niet gelegd en het contract ter waarde van 300 miljoen euro en de vergoeding van 3 % van dit bedrag voor België zou bijgevolg zonder te veel scrupules en administratieve rompslomp naar een ander meer aantrekkelijk gastland van de NAVO kunnen versast worden.

Het valt te bezien of de beslissing om de Tactical Leadership Programme vanuit Florennes naar Albacete in Spanje te verhuizen, en het voorbereidend stafwerk om onderdelen van het militair hoofdkwartier van de NAVO te Casteau zoals het NATO AWACS Headquarters in Luxemburg in te planten, de voortekenen zijn van een volledige NAVO-verhuis. 

BEGIN PAGINA.

Eindbeschouwingen.

En zoals beloofd, deze analyse zou niet volledig zijn zonder de eindbeschouwingen van M. Paul Cook, met de reeds vertrouwde oefening om Canada door België te vervangen voor hij of zij die een Belgische versie wil assimileren.

Toch lijkt het gepast een Belgische Minister van Landsverdediging te citeren, die naar mijn bescheiden mening wel zinnige taal mocht en durfde openbaar maken over Defensie. We hebben het hier over Jean-Pol Poncelet, die als Minister van Landsverdediging tijdens de openingszitting van het academiejaar aan het Koninklijk Hoger Instituut van Defensie op 19 september 1996 het woord richtte tot een erg geïnteresseerd en gemotiveerd publiek. "Er is te weinig beraadslaagd over wat de herstructurering van de Krijgsmacht werkelijk op het spel zet vooraleer de verwezenlijking in geforceerd tempo op te leggen met inachtneming van het ritme van een vaak blinde budgettaire dwang. ... in ons land is de onderste limiet van de openbare investeringen bereikt; wil men nog verder gaan, dan lopen de eigenlijke funderingen van onze maatschappij het gevaar zware averij op te lopen. ... Wat gebleken is de wrede waarheid te zijn voor Justitie, is het evenzeer voor de infrastructuur, de diplomatie of het leger. Ik hoop dat ik nooit diegene zal zijn die op een bepaalde dag verplicht zal worden, ten opzichte van de publieke opinie die een beschuldigende vinger uitsteekt, te moeten vaststellen,..., dat de Krijgsmacht niet meer in staat is, bij gebrek aan voldoende middelen, met de gewenste veiligheid de taken uit te voeren die de natie van haar verwacht. ... er moeten meer inspanningen worden geleverd om de middelen, het personeel en de infrastructuur gemeenschappelijk te maken ten behoeve van de verschillende componenten van onze Krijgsmacht. ... Pour qu'une armée professionnelle de qualité voit le jour l'effort financier correspondant devra être admis, supporté et poursuivi pendant des années. Ce changement important de la société devra également s'accompagner d'une évolution des esprits, d'une attention renouvelée du pays pour ceux qui auront fait le choix de porter les armes."

Ziehier dan de kern van de eindbeschouwingen van onze Canadese schrijver. " The interest of the public in things military, must not only occur during elections. We must hold accountable those politicians who put the military and Canada in jeopardy economically, or in harms way by under funding, and otherwise undermining our nation's sons and daughters who regularly put their lives on the line. We must not be fooled by election promises, rhetoric, misleading statements, or outright lies and fear mongering, which far too often placed our nation, and our military's ability to serve and protect us, at a distinct disadvantage. An example of this are those politicians and their like-minded advocates that suggest we can only have a credible military by cutting health care and social services, which as our country's history has shown, is absolutely false. For far too long, an uninformed media and public have allowed politicians to bluff their way through difficulties concerning the military, to our nation's detriment. To correct this requires an informed electorate that will review past and current statements of politicians, not only on defence, but also on all serious federal matters. The electorate needs to compare a politician's statements with their actions, or lack thereof, and where these are at odds; the voter must take actions to correct the situation by showing their displeasure at the ballot box.
In closing, I have a final question for your. What part will you play in this critical role?
"

Mijn eindbeschouwingen kunnen kort zijn. Een leger, die naam waardig dat niet alleen operationeel is voor de landgenoten maar ook voor de hulpbehoevenden in het kader van humanitaire operaties en voor onze internationale partners, verdient over de nodige middelen te beschikken en de waardering te bekomen van de overheid. Gelukkig vormt de negatieve houding tegenover het leger niet het handelsmerk van alle politieke partijen. Toch springt de socialistische familie, en dan vooral de Vlaamse tak, erg uit de ban, door elke mogelijke gelegenheid te baat te nemen om defensie de middelen te ontzeggen die het zo broodnodig heeft. Het voorstel van de partijvoorzitter van de sp.a, Johan Vande Lanotte, om de effectieven tot 20.000 militairen te halveren nog voor het huidige zoveelste herstructureringsplan tegen 2015 tot een goed einde kan worden gebracht, zodat een veredelde Ontwikkelingssamenwerking kan worden ingewijd, is echt de spreekwoordelijke druppel die de emmer doet overlopen. Onze zonen en dochters, die het beste van zichzelf geven en soms in uiterst moeilijke en gevaarlijke omstandigheden gedurende een lange periode ver van huis de NAVO-, UNO- of EU-opdracht voor ons land tot een goed einde brengen, verdienen echt beter.

De Belg die tijdens de komende verkiezingen de socialistische partij in het algemeen en de sp.a in het bijzonder zijn of haar stem wil toekennen moet beseffen dat hij of zij ook het mes helpt scherpen waarmee men de reeds sterk verzwakte defensie de definitieve doodsteek wil toebrengen, met alle mogelijke nefaste gevolgen van dien. 

La Belgique sous attaque.

Belgium under attack.

BEGIN PAGINA. 

Met dank aan de auteur van het boek "Canada under attack"
M. Paul Cook.