Beginletter F

Vorige Start Omhoog Volgende

 

FARQUHAR

Farquhar is afgeleid van het oude Keltische “fearchar’, dat “dierbare” betekent.
Het was een populaire Keltische voornaam, die in het middeleeuwse Schotland bijna overal terug te vinden was.  Als achternaam vind je de naam meer terug onder de vorm Farquharson.  Een veertiende-eeuwse strijder, met de naam Fearchar Shaw,  bracht zijn familienaam in verband met de MacIntosh leiders en legde de basis voor een dynastie met de naam Farquharson, waarvan de nakomelingen zich verspreidden over Angus en Mar, waar de naam nu nog steeds voorkomt.  Bijzonder bekend zijn de Farquharsons van Invercauld en eertijds die van Balmoral, die hun landgoeden verkochten aan Koningin Victoria.
Gecombineerd met het voorzetsel “Mac”, wordt Farquhar “McKerchar”, een Perthshirenaam.  Dfe samentrekking “Kerracher” bestaat ook.

  

FERGUSSON

Aanvankelijk waren de Schotten een Keltisch sprekend vbolk, die de zuidwestelijke hooglanden begonnen te bevolken vanuit Ierland vanaf het jaar 500.  De eerst bekend nederzetting werd opgericht door de genaamde Fergus Mor, die met meer enthousiasme dan nauwkeurigheid wordt aanzien als de oprichter van de Schotse monarchie, maar geen enkele Fergusson clan stamt van hem af.  Wat feitelijk gebeurde was dat de voornaam Fergus (wat “beste keuze” betekent), grote bekendheid en prestige verwierf, zowel in Schotland als in Ierland, zodat vele families van verschillende oorsprong de achternaam Fergusson gingen dragen.  Misschien is de meestbekende wel deze van Ayrshire, wiens voorvaders door Koning Robert the Bruce de gronden van Kilkerran toebedeeld kregen.
De hooglandzonen van fergus waren bekend als “MacFhearghas”

 

FLEMING

Tussen de meest welgekomen immigranten van Schotland in de vroege Middeleeuwen, voornamelijk door de stimulans van de wolhandel waren er zeer vele Vlamingen.  In de Engelse taal waren deze “mensen van Flanders” de “Flemings”.
De Vlaamse handelaars kwamen graag naar Schotland omdat ze in 1155 door Hendrik de Tweede van Engeland verjaagd werden uit Engeland.  Maar niet alle Vlaamse immigranten kozen voor de naam “Fleming”.  Een Vlaamse familie verkreeg de landerijen van Innes in Aberdeenshire en nam de naam van de eigendom “Innes” als familienaam.  Een andere Vlaamse familie verkreeg de gronden van Douglas Water en ook hier weer namen de afstammelingen de naam van de eigendom, Douglas, aan.  Weer een andere familie vestigde zich in Fife en nam de naam “Young” aan.  Velen onder hen verkozen toch “Fleming” als familienaam, zodat deze naam zich vandaag tussen de honderd meest frequente Schotse familienamen situeert.

 

FLETCHER

Het woord “fléchier” betekent in het Oud-Frans “iemand die bogen vervaardigt”.  De beroepsnaam Fletcher was bekend in heel Brittannië.  Handel in bogen bestond er overal, ook in de Hooglanden.  Het Keltische woord is "fleisdear", waar de achternaam Mac an Fhleistear van af komt, nadien verengelst naar Fletcher.  De Fletchers van Glenlyon waren de erfgerechtigde bogenfabrikanten voor de MacGregors.  
Er is nog een totaal verschillende handel, die ook de oorsprong is van een achternaam, namelijk van de naam "Flesher" (de gebruikelijk naam voor slager in Schotland).  Slachten van dieren moet een zeer bedrijvig beroep zijn geweest in Schotland.  Nog een afgeleide van dit beroep is de niet veel gebruikte naam "Butcher".  Dit is niet te verwarren met de naam "Butchart", die afgeleid is van het Franse woord "bouchard", wat "flesontkurker" betekent.  In de Schotse archieven van de zeventiende eeuw werden de namen Fletcher en Flesher hopeloos veel verward met mekaar, waardoor een Fletcher door taalkundige logica alleen niet kan zeggen of zijn voorvaderen bogenmakers, dan wel slagers waren, of Keltisch-, of Engelssprekend.

 

FORBES

Tegenwoordig is er een gevaarlijke moderne tendens om deze naam uit te spreken als "Fawbs".  De juiste tweelettergrepige vertaling is geïllustreerd door een zekere Tom Forbes, die zich inlijfde bij het Franse leger onder de naam "Fort Bays".
De naam is afkomstig van de landgoeden van Forbes in Aberdeenshire en houdt het plaatsnaamonderdeel fothair, wat woud betekent, levendig.  In het Keltisch werd dit "for" of "fetter" (Fordun, Fordyce, Fettercairn).  Forsyth is verschillend; deze naam is afgeleid van de Keltische naam "fear-sith", wat "man van de vrede" betekent.  De naam moet uitgesproken worden met de nadruk op de tweede lettergreep.
Forbes was en is de naam van een zeer bekende clan uit Aberdeenshire, die eigendommen beheerde in Strathdon, lang voor de familie een baronie werd in 1271.  Alexander Forbes werd in de adelstand verheven door James de Eerste.  Zijn afstammelingen vormden andere dynastieke afdelingen van de clan in verschillende delen van het Noordoosten, met inbegrip van Pitsligo, Culloden, Craigievar en Monymusk.  Als protestanten waren de Forbes constante rivalen van hun almachtige buren, de Gordons.

 

FRASER

De verleiding bestaat om aan te nemen dat deze typische Hooglandclan een zeer oude en mythische oorsprong heeft, met eigendommen die al gemeenschappelijk bezit van dit geslacht zijn sinds de prehistorie, met hand en tand verdedigd tegen alle indringers.
Maar in feite heeft het merendeel van de meest bekende Hooglandclans een totaal andere oorsprong.  De vroege Schotse koningen zouden landerijen geschonken hebben aan Normandische en Vlaamse avonturiers uit het zuiden en onder het bewind van Malcolm de Vierde werd de politiek van het vervangen van oproerige en ontrouwe Keltische clanschiefs door engelstalige opvolgers ten top gedreven.  Aan het einde van de twaalfde eeuw werd bijna het hele ontginbare Schotland beheerd door feodale heren, die bepaalde verplichtingen hadden (onder andere militaire dienst) ten opzichte van de vorst.
In die tijd moest elke landeigenaar verpachten aan zijn naaste familie, die dit proces weer  verderzetten naar de eigen afstammelingen.
Zo deed ook de Fraserclan.  Een Normandische ridder met de naam "Frizel" bracht de naam naar Schotland. Zijn afstammelingen speelden een heldhaftige rol in de veertiende eeuwse onafhankelijkheidsoorlogen (Wars of Independence).  Als beloning kregen zij landerijen in Buchan en werden zij de "Lords Saltoun", oprichters van de stad Fraserburgh ("The Broch").  Een jonge clanafdeling verwierf door huwelijken eigendommen in Rosshire en werden in de adelstand verheven; de eerst bekende naam is "Lord Lovat de Eerste".
In die tijd waren de Frasers een zuiver Keltischsprekende Hooglandclan (in tegenstelling tot hun Gordon-buren).  Momenteel behoort de naam Fraser bij de meest voorkomende in de streek rond Inverness.  De naam kwam er waarschijnlijk nog meer voor in de achttiende eeuw, toen de clan een leger van 600 soldaten kon mobiliseren voor de slag bij Culloden (nabij Inverness).  Bij deze slag kregen de onfortuinlijke Frasers de volle laag van hun opeenvolgende belagers.

 

(BRON: Scottish surnames van David Dorward)

Copyright © 1999 [Janny Henkens]. Alle rechten voorbehouden.
Laatst bijgewerkt: 27 juli 2011 .