- Geef een ander woord voor het ademhalingsstelsel.
respiratoir stelsel
- Wat is een otorhinolaryngoloog?
een neuskeeloorarts
- Hoe noemt men de arts die een RX thorax kan interpreteren?
radioloog
- Welke discipline in het ziekenhuis onderzoekt of er in sputum
micro-organismen zitten?
laboranten
- Hoe noemt men de artsen die de resultaten van een spirometrie
interpreteren?
pneumologen
- Zoals de huid een barrièrefunctie heeft en zo micro-organismen op afstand
houdt, zo heeft ook het respiratoir stelsel zijn verdedigingsmechanismen.
Welke? Leg uit.
De neusholte is bedekt met mucosa of slijmvlies. Deze mucosa bevat trilharen.
De trilharen worden door de mucosa vochtig gehouden. Op de trilharen bevindt
zich mucus. De haartjes houden grove verontreinigingen tegen, het slijm houdt
de kleinere deeltjes en micro-organismen tegen.
Hoesten is een natuurlijke manier om je luchtwegen te reinigen. Het is een
reactie op een prikkeling van het slijmvlies van je luchtwegen.
- Waar of vals
De larynx behoort tot de bovenste luchtwegen |
waar |
De neusholte en de luchtpijp en de hoofdbronchi bevatten trilhaarepitheel. |
waar |
Het neusslijmvlies produceert een geringe hoeveelheid
slijm. |
waar |
Het strottenhoofd bestaat uit kraakbeenweefsel. |
waar |
De trachea behoort tot de onderste luchtwegen |
waar |
De slokdarm (oesophagus) ligt voor de trachea. |
vals |
De luchtpijp is een +- 11 cm lange holle buis, die in de
hals vooraan bedekt is met de schildklier |
waar |
De longen zijn gelegen boven het diaphragma, in het
abdomen |
vals |
De wand van een alveool is zeer dun |
waar |
Inspiratie is een passief proces |
vals |
Thoracale ademhaling wordt voornamelijk bij rust gebruikt |
vals |
Als we meer en dieper ademen stijgt het CO2
gehalte in het bloed. |
vals |
De ademhaling behoort tot de vitale functies van het
lichaam |
waar |
|
|
- Welk stelsel zorgt ervoor dat O2 en CO2 in constante
homeostase zijn?
het ademhalingstoestel
- Wat beteken homeostase?
homeo = gelijksoortig (denk aan homo)
stase = blijven staan
homeostase = “het constant of in evenwicht houden van” bv temperatuur,
samenstelling intern milieu (= extracellulaire ruimte), samenstelling
van het bloed
- Geef een ander woord voor: poort, lob, buitenste longvlies, binnenste
longvlies, luchtpijp, strottenhoofd, slijmvlies
hilus, lobus, pleura pariëtalis, pleura viceralis, trachea, larynx, mucosa
- Verklaar taalkundig pleura viceralis, pleura pariëtalis, diaphragma
pleura viceralis: binnenste longvlies (pleura = rib, vicera= ingewanden)
pleura pariëtalis: borstvlies of buitenste longvlies (parietaal = tot de wand
behorend)
diaphragma: dia = door, phragma = omheining (G)
- Geef een ander woord voor: keelholte, luchtpijptakken, kleinere
luchtpijptakken, longblaasjes, middenrif.
pharynx, bronchiën, bronchiolen, alveolen, diaphragma
- Geef een ander woord voor: maxilla en tussenschot.
bovenkaakbeen en septum
- Geef 2 beenderen die liggen bij de neusholte.
maxilla of bovenkaakbeen en zeefbeen of os ethmoïdale
- Uit wat bestaat de onderkant van de benige neusholte?
de bovenkaak (maxilla) en de beenderen van het gehemelte
- Vul aan: kraakbeen (cartilago), een vast-elastische, doorschijnend witte
substantie, behorende tot de bindweefsels. Kraakbeen bezit zowel stevigheid
als vervormbaarheid en het dient in het algemeen als steunweefsel in organen
die aan mechanische druk of vormverandering onderhevig zijn. vb glijvlakken
van gewrichten, C-vormige ringen van de trachea, oorschelp, neus en larynx
- Waardoor wordt de neusingang omgeven?
door neusvleugels
- Wat zijn neusschelpen? Wat is hun functie?
Dit zijn uitstulpingen t.h.v. de zijwand van elke neusholte.
vergroting contactoppervlak, van de ingeademde lucht met het neusslijmvlies
doel: lucht verwarmen, bevochtigen en stof verwijderen
- Wat betekent: nasus of rhis? Illustreer met een voorbeeld
Lat.: nasus, Gr.: rhis = neus vb nasale klanken rinitis =
neusslijmvliesontsteking
- Vul aan. De inwendige neus bestaat uit de rechter- en
linker........................ (cavum nasi), die door het
.................................... (septum nasi) zijn gescheiden. In de
zijwand van elke neusholte bevinden zich drie tot vier boven elkaar gelegen,
naar binnen gekromde, benige, vrijwel horizontaal verlopende, inwendige
..............................................(conchae nasales), die het
inwendige neusoppervlak vergroten. Zij zijn, evenals de rest van de
binnenzijde van de neus, bekleed met slijmvlies dat een rijke
bloedvatvoorziening heeft via uitgebreide adervlechten onder het slijmvlies.
Door werveling tussen de inwendige neusschelpen komt de lucht in contact met
het neusslijmvlies.
neusholte, neustussenschot, neusschelpen
- Waar of vals. Lucht en zuurstof is hetzelfde. Motiveer je antwoord.
vals in lucht zit normaal slechts 21% zuurstof, de rest is stikstof (78%), CO2
(koolzuurgas), en water, stof, ...
- Waar zit meest zuurstof in: in ingeademde lucht of in uitgeademde lucht?
Motiveer je antwoord.
in ingeademde lucht, in uitgeademde lucht is er door de longen en de diffusie
t.h.v. de alveolen zuurstof uitgehaald en CO2 toegevoegd.
- Leg taalkundig uit: sinus.
holte
- Geef 3 anatomische delen die uitmonden in de neusholte.
neusschelpen, neusbijholten (sinussen) en traanbuizen
- Onder de bovenste neusschelp lopen de achterste zeefbeensinussen en de
wiggebeensinussen uit. Geef de naam van de andere sinussen.
de bovenkaaksinussen en de voorhoofdsinussen
- Wat is de functie van de neus?
- zuiveren van lucht (= stof en ziektekiemen tegenhouden met de haartjes en het
slijm, via trilhaar naar buiten)
- bevochtigen en verwarmen van de lucht
- ruiken via het reukslijmvlies
- klankproductie
- afvoer van de inhoud van de traanbuizen
- slijmafvoer uit de sinussen
- Welke wegen kruisen elkaar t.h.v. de pharynx?
luchtweg en spijsweg
- Hoe noemt men de deur tussen neus- en keelholte?
de huig
- Hoe noemt men de verlenging van de achterrand van het zachte gehemelte in
het midden van de mond–keelholte.
de huig
- Wanneer trekt de spier van de huig zich samen?
bij slikken, dan komt de huig omhoog, waardoor hij de mondholte van de
keelholte scheidt
- Welke holte vormt de verbinding tussen mondholte en slokdarm?
pharynx of farynx
- Waar komen de amandelen voor? Wat is hun functie
in de pharynx, rol in de afweer tegen micro-organismen
- Hoe noemt men de buis tussen de keelholte het middenoor?
buis van Eustachius
- Geef een andere naam voor larynx.
strottenhoofd
- Hoe noemt men het bovenste deel van de trachea waarin de stem wordt
gevormd?
larynx
- Geef 3 woorden die beginnen met epi en leg ze uit.
epiderm = opperhuid
epicard = buitenste laag van het hart, laag op het myocard
epiglottis = strotklep of klep op de glottis
- Wat betekent trachea en glottis?
luchtpijp en stemapparaat (G)
- Vul aan. Het .................................. is bij de mens een
kraakbenige, met slijmvlies beklede ruimte die de verbinding vormt tussen de
keel en de luchtpijp.
Het strottenhoofd is opgebouwd uit een aantal kraakbeentjes:
................kraakbeen (cartilago thyroïdea), ..............kraakbeen (cartilago
cricoidea), twee .........................kraakbeentjes (cartilago
arytaenoidea) en het strotklepje (= ............................). Al deze
kraakbeentjes zijn ten opzichte van elkaar min of meer beweeglijk door middel
van banden, gewrichten en spiertjes.
Strottenhoofd, schild, ring, beker, epiglottis
- Hoe noemt men de deur tussen de trachea en de slokdarm?
epiglottis
- Wat is de job van de larynx?
stemproductie
scheiding luchtpassage en voedselpassage
geleiden van de lucht
- Vul aan. Tijdens de inspiratie en de expiratie staan de
..................... en de ................................ wijd open.
Tussen de bekerkraakbenen en het schildkraakbeen zitten de
................................................. (glottis) opgespannen.
Onder de stembanden beginnen de
...............................................
De luchtpijp splitst zich in 2 hoofdbronchi ter hoogte van de
........................................
glottis, epiglottis, stembanden, onderste luchtwegen, carina
- Plaats volgende beenderen van boven naar beneden bij een rechtstaande
persoon; schildkraakbeen, tongbeen, ringkraakbeen
tongbeen, schildkraakbeen, ringbeen
- Geef de
medische termen voor luchtpijptak en luchtpijptakken.
bronchus, bronchi
- Vul in. De luchtpijp vormt de verbinding tussen de
............................en de 2 hoofdbronchi.
Naast de trachea lopen de .............................................. (=
halsslagaders), de ..................................................(=
inwendige halsaders) en de nervus vagus (10° hersenzenuw)
larynx , arteriae carotes, venae jugulares internae
- Hoe wordt de trachea Fgehouden?
door kraakbeenringen en glad spierweefsel
- Glad spierweefsel werkt dat willekeurig of onwillekeurig?
onwillekeurig
- Welke vorm hebben de kraakbeenringen in de luchtpijp?
de vorm van een hoefijzer
- De carina is gelegen ter hoogte van de
....................................................... (4°-5° vertebrae
thoracicae of vertebrae dorsales)
4°- 5° borstwervel
- Vul aan. De binnenzijde van de luchtpijp is bekleed met
.................................. (=slijmvlies) en
........................... (=cilia)
mucosa, en trilharen
- Wat is het doel van de trilharen?
afgeven van sputum aan de pharynx
- Trilharen of cilia geven het sputum af aan de keelholte, waar gaat dat
naartoe?
Dit sputum wordt ingeslikt of uitgespuwd
- Wat betekent longhilus?
Dit is de plaats waar de hoofdbronchi in de longen treden; toegangspoort. -
Wat is de naam van de bloedvaten die passeren ter hoogte van de longhilus?
o.a. arteriae pulmonales en venae pulmonales, en de arteriae bonchiales en
venae bronchiales (= een aparte voedende bloedsomloop naar de longen)
- Vul aan. De longtop loopt tot boven de
............................................... (= 1°costa)
De ................................(midden-)wand van de longen ligt tegen het
......................................hartzakje aan.
eerste paar ribben, mediale wand, pericard
- Wat betekent mediastinum?
de ruimte tussen de longen, medi= midden
- Vul aan. De longen zijn .............................. organen die kunnen uitzetten bij .........................................
en terug samentrekken bij .................................................
elastische, inspiratie, expiratie
- Wat betekent inspiratie, respiratie, expiratie taalkundig?
inademen, ademen, uitademen
- Hoeveel lobben heb jij?
5, 2 links, 3 rechts
- Hoe is een long anatomisch opgedeeld.
5 lobben opgedeeld in segmenten
- Waarop eindigen de bronchiolen?
op alveolen of longblaasjes
- Met wat kan je een groep alveolen vergelijken?
met een druiventros
- Wat gebeurt er t.h.v. de alveolen?
gasuitwisseling; diffusie van O2 en CO2
- Met wie wisselen alveolen O2 en CO2 uit?
met met de longcapillairen
- Hoe noemt men het proces waarbij het bloed van de longcapillairen continu
vervoerd wordt?
perfusie (= het doen doorstromen met een vloeistof)
- Geef een ander woord voor luchtverversing?
ventilatie
- Tot welke bloedsomloop behoren de venae pulmonales? Bevatten ze
zuurstofrijk of zuurstofarm bloed? Naar waar stroomt dit bloed?
kleine bloedsomloop, zuurstofrijk, naar het linker atrium
- Maak een tekening van de longen, en situeer volgende onderdelen:
larynx, trachea, lobus superior (bovenkwab), lobus inferior (onderkwab),
lobus medius (middenkwab), longhilus, mediastinum, vicerale pleurablad,
pariëtale pleurablad, pleuraholte
- Hoeveel cellen hebben we die zuurstof vervoeren?
4500000 tot5000000 per mm3
- Hoe noemen we het passief transport waarbij stoffen van een plaats met
hoge concentratie naar een plaats met lage concentratie gaan?
diffusie
- Geef 2 temen die beginnen met per en leg ze taalkundig uit.
per = doorheen
vb perfusie = het doen doorstromen met een vloeistof, percutaan = door de huid
- Hoe noemen bloedvaten die zuurstof en voedingsstoffen leveren aan de
longen zelf? arteriae bonchiales
Hoe noemen bloedvaten die CO2 en afvalstoffen (ureum
en creatinine) afvoeren van de longen zelf? venae bronchiales
- Waar gaat het bloed van de venae bronchiales naartoe?
vena cava superior en dan naar het rechter atrium
- Bespreek de pleuraholte.
Dit is de ruimte tussen de longvliezen; pleura pariëtalis en pleura viceralis.
In deze holte zit een beetje vocht, er heerst een negatieve druk (vacuüm).
- Vul aan. Het buitenste longvlies zit vast aan de .................. Door
het .....................in de pleuraholte volgt de long de uitzetting van de
thorax.
thorax, vacuum
- Hoe noemen we het verversen van de lucht in de longen?
ventilatie
- Vul aan. Bij inspiratie werken de
.................................................... om de thoraxholte te
vergroten.
ademhalingsspieren
- Wat is de belangrijkste ademhalingsspier?
het diafragma
- Onderlijn het juiste antwoord. Door samen te trekken wordt het middenrif:
platter of boller.
- Vul aan. Bij ............................................. neemt de
diameter van de borstkas toe en beweegt het diafragma naar beneden.
inspiratie
- Wanneer gaat expiratie niet vanzelf? Wie helpt dan mee?
bij vernauwde luchtwegen, de abdominale spieren (= buikspieren) en musculi
intercostalae interni
- Wanneer spreekt men van buikademhaling?
als bij de ademhaling voornamelijk de buik beweegt
- Wanneer wordt de abdominale ademhaling voornamelijk gebruikt?
bij rust
- Wanneer spreekt men van thoracale ademhaling?
als bij de ademhaling voornamelijk de thorax beweegt
- Wanneer wordt de thoracale ademhaling voornamelijk gebruikt?
bij inspanning
- Waar wordt de ademhaling geregeld?
in het ademhalingscentrum (groep zenuwcellen), in het verlengde merg (dit
behoort tot het centrale zenuwstelsel meer bepaald tot de de hersenstam, het
ligt net boven het ruggenmerg)
- Wat stimuleert het ademhalingscentrum in het verlengde merg om eventueel
meer te ademen?
het CO2 gehalte in het bloed
- Wat bepaalt het ademhalingscentrum in het verlengde merg?
de frequentie van ademen en de diepte
- Wat stimuleert het ademhalingscentrum in het verlengde merg bij patiënten
die omwille van longziekte altijd een verhoogd CO2 gehalte in het
bloed hebben?
Het O2 gehalte in het bloed
- Wat betekent hyperventilatie?
te veel en te diep ademen
- Wat betekent hypoventilatie?
te weinig en te oppervlakkig ademen
- Hoe noemt het onderzoek waarmee de pneumoloog de longvolumes meet?
spirometrie
- Wat is het tidal volume?
=debietvolume of ademvolume, = de hoeveelheid lucht die bij een gewone
ademhaling wordt ingezogen of uitgblazen. nl +-500ml
- Leg uit: ademminuutvolume
AF x tidal =AMV; 15ademhalingen/minuut*500ml/ademhaling= 7500 ml/minuut
- Leg uit: vitale capaciteit
=maximale hoeveelheid lucht dat men kan uitademen, na een diepe inademing, vb
4 - 6 liter
- Leg uit: één-seconde-waarde
= hoeveelheid lucht dat men met maximale snelheid in 1 seconde kan uitademen.
- In welke holte liggen de longen?
in de thorax
- Teken de tracheo-bronchiale boom en situeer volgende onderdelen:
strottenhoofd, luchtpijp, carina (splitsing trachea) stambronchi, lobbronchi,
..., bronchioli, alveolen
- Waar gebeurt de gasuitwisseling?
t.h.v. het alveolo-capillair membraan - Welk soort spieren liggen rond de luchtwegen? Gladde of gestreepte?
gladde
- Hoe noemt men de bloedvaten dat de longen voorzien van zuurstof?
arteriae bronchiales - Waar ontspringen en eindigen de arteriae pulmonales?
van rechter ventrikel tot in de longen t.h.v. de capillairen rond de alveolen
- Leg uit: alveolo- capillaire membraan?
vlies tussen de longblaasjes en de haarvaten, waar de diffusie plaatsvindt - Ik ga 70 minuten fietsen met mijn MTB
aan gemiddeld 25 km/uur. Tijdens het fietsen merkte ik dat ik dieper en
sneller ademde dan normaal. Mijn hartslagmeter loopt, op een helling van 10%,
soms op tot 175 slagen per minuut.
- Bespreek het ademminuutvolume, op dit moment, en vergelijk
met normaal. Maak ook een berekening.
AMV = AF x tidal
normaal is het ademminuutvolume = 15 ademhalingen per minuut x 500 ml per
ademhaling = 7, 5
liter per minuut
bij hoge inspanning kan dit oplopen tot bv 20 x 1000 = 20 liter per minuut
Het ademminuutvolume is in vergelijking met een toestand in rust meer dan
verdubbeld.
- Welke ademhaling zal je tijdens het fietsen kunnen observeren?
een thoracale ademhaling
- Welke spieren werken er bij inspiratie?
(medische en Nederlandse term en leg taalkundig uit)
- diafragma =middenrif, dia= doorheen
- de musculi intercostalae externi = uitwendige tussenribspieren, musculus = spier, inter = tussen, costa
= rib, extern = uitwendig
- musculus pectoralis major = de grote borstspier (= van borstbeen naar humerus of opperarm; vormt okselplooi langs de voorzijde), pectus
(L) = borst, major = groot
- musculus pectoralis minor, minor = klein
- Welke spieren kunnen helpen bij expiratie?
(medische en Nederlandse term)
- buikspieren (abdominale spieren)
- musculi intercostalae interni
- Vul aan. Wanneer men de longen uit de borstkas haalt
vallen ze .................................
Gedurende een rustige ademhaling is de beweging van het
................................ verantwoordelijk voor 75 % van de verandering
van de thoraxruimte.
De uitwendige tussenribspieren (=
....................................................................) trekken
de ribben ...............................
De .................................. zijn de plaats waar het bloed nieuwe O2
opneemt uit en anderzijds CO2 en ook H2O afgeeft aan de
.............................
dicht, diafragma, musculi intercostales externi, omhoog, longen, lucht - Zet
volgende woorden op de juiste plaats: expiratie, inspiratie, respiratie,
dyspnoe, eupnoe, apnoe, alveoli, ventilatie, bifurcatie, hemoglobine
luchtverversing |
ventilatie |
ademen |
respiratie |
ijzerhoudendeiwit |
hemoglobine |
normaal ademhalen |
eupnoe |
splitsing |
bifurcatie |
inademen |
inspiratie |
longblaasjes |
alveoli |
ademhalingsmoeilijkheden |
dyspnoe |
ademstilstand |
apnoe |
uitademen |
expiratie |
- Wat is een bronchoscopie?
onderzoek van de longen, waarbij men met een soepele buis (endoscoop) de
luchtwegen gaat bekijken
scopie = kijken
broncho = m.b.t. de luchtwegen - Vul aan met de Nederlandse term.
In de neusholte worden stofdeeltjes door de
...................................... op de binnenwand tegengehouden.
Het ..................................... ligt tussen de keelholte en de
luchtpijp, en voor de slokdarm. Bovenaan heeft het een kraakbeenachtige klep,
het .............................................
De ................................. is omgeven door 16 a 18 hoefijzervormige
kraakbeenringen
De luchtpijpvertakkingen eindigen in een massaal aantal
.....................................(300 a 500 miljoen). Deze bestaan uit een
zeer dun vlies omgeven door een netwerk van
........................................
De ribben zijn vooraan verbonden met het ...................................
en achteraan met de ................................
De ribben zijn onderling verbonden door
.................................................
Onderaan wordt de borstholte afgesloten door het
.......................................
De ademhaling wordt geregeld in een centrum gelegen in het
..........................................
Verschillende factoren, vooral het ........ en .......gehalte in het bloed
kunnen de werking van het ademhalingscentrum beïnvloeden.
Drie processen bepalen de zuurstofvoorziening:
.....................................,
............................................., ..............................
Bij de inademing ................ het middenrif, de ribben gaan naar
................., het borstbeen komt naar ................. Het
................................. dat vergroeid is met de borstwand, volgt
deze beweging.
haartjes, strottenhoofd, stortklepje, luchtpijp, longblaasjes, haarvaatjes,
borstbeen en wervelkolom, tussenribspieren, middenrif, verlengde merg, CO2
en O2, de aanvoer van verse lucht in de alveolen, de uitwisseling
van CO2 en O2, de doorstroming van bloed rond de
haarvaatjes van de longblaasjes, zakt, boven, voor, borstvlies - Vul aan met
de anatomische (medische) term.
In de neusholte worden stofdeeltjes door de
...................................... op de binnenwand tegengehouden.
De ..................................... ligt tussen de keelholte en de
luchtpijp, en voor de slokdarm. Bovenaan heeft het een kraakbeenachtige klep,
het .............................................
De ................................. is omgeven door 16 a 18 hoefijzervormige
kraakbeenringen
De luchtpijpvertakkingen eindigen in een massaal aantal
.....................................(300 a 500 miljoen). Deze bestaan uit een
zeer dun vlies omgeven door een netwerk van
........................................
De ribben zijn vooraan verbonden met het ...................................
en achteraan met de ................................
De ribben zijn onderling verbonden door
.................................................
Onderaan wordt de borstholte afgesloten door het
.......................................
De ademhaling wordt geregeld in een centrum gelegen in het
..........................................
Verschillende factoren, vooral het ........ en .......gehalte in het bloed
kunnen de werking van het ademhalingscentrum beïnvloeden.
Drie processen bepalen de zuurstofvoorziening:
.....................................,
............................................., ..............................
Bij de inademing ................ het middenrif, de ribben gaan naar
................., het borstbeen komt naar ................. Het
................................. dat vergroeid is met de borstwand, volgt
deze beweging.
cilia, larynx, epiglottis, trachea, alveolen, capillairen, sternum en columna
vertebralis, musculi intercostales, diafragma, verlengde merg, CO2
en O2, ventilatie, diffusie, perfusie, zakt, boven,
voor, pleura pariëtalis - Geef een andere term voor de onderlijnde woorden.
Préoperatief werd een foto genomen van de borstkas.
Wat betekent pré? voor
Over welk soort foto gaat het hier? röntgenfoto
Geef een ander woord voor borstkas? thorax - Welke beenderen vormen de
borstkas? Indien mogelijk medische term en Nederlandse term.
columna vertebralis (=wervelkolom of ruggegraat) (columna
betekent letterlijk zuil, vertebra betekent wervel, aa
vertebrales zijn de wervelslagaders)
costae (=ribben)
borstbeen (=sternum) - T. Jacobs, geboren op 31 januari 1937, gaat 1 x per
jaar, in gezonde toestand, preventief naar de huisarts. Zoals steeds gaat hij
met de fiets naar de arts.
De huisarts stelt wat vragen over voeding en drinkgewoonten (input), over ’t
leven en lichaamsbeweging (processen) en over (output) stoelgang en
plasgewoonten.
Geef één woord voor "hetgeen een persoon
bij het onderzoek, i.v.m. het ontstaan van een ziekte,
aan een arts kan meedelen".
anamnese
Nadien controleert de huisarts de ademhaling. Hij observeert doelgericht, hij
ausculteert en beklopt de thorax.
Geef één woord voor "het
onderzoeken van een persoon door goed te kijken".
inspectie.
Wat betekent ausculteren?
Het luisteren naar geluiden in het lichaam.
Welk instrument gebruikt de huisarts om te luisteren naar de longen?
stethoscoop
Terwijl de huisarts luistert naar de longen, beklopt hij ook op de thorax.
Geef hiervoor één term.
percussie - Mr. Decroo ligt in het
Jan Yperman Ziekenhuis.
Hij wordt behandeld door een pneumoloog
(internist gespecialiseerd in de longen)
Hoe noemt men de studie van de luchtwegen?
pneumologie
In het medisch dossier van Mr. Decroo kan je de resultaten van volgende
onderzoeken terugvinden.
RX thorax F & P
brochoscopie
spirometrie
Leg deze onderzoeken uit in max. 1 regel
röntgenonderzoek van de longen (thorax betekent borstkas) via een foto in voor
-en zijaanzicht (face en profiel)
het kijken in de longen via een flexibele buis (bronchoscoop. scopie = kijken,
broncho = m.b.t. de luchtwegen
een onderzoek met een spirometer dat o.a. de longvolumes meet (spiro komt van
respiratie= ademhalen) - Als de
uitwendige tussenribspieren samentrekken wat gebeurt er dan met de ribben, de
thorax en de longen? Gebeurt dit bij inspiratie of bij expiratie?
De ribben gaan omhoog, de thorax en de longen zetten uit. Dit gebeurt bij
inspiratie. -
Hoe noemt men de scheiding tussen thorax en abdomen?
diafragma - Door welke beenderen worden de longen beschermd?
sternum (borstbeen), castae (ribben), en de columna vertebralis (wervelkolom)
|