Geef een ander woord voor: keelholte, luchtpijptakken, kleinere
luchtpijptakken, longblaasjes, middenrif.
Geef een ander woord voor: maxilla en tussenschot.
Geef 2 beenderen die liggen bij de neusholte.
Waaruit bestaat de onderkant van de benige neusholte?
Vul aan: ..............................(cartilago), een vast-elastische, doorschijnend witte
substantie, behorende tot de bindweefsels.
...................................... bezit zowel stevigheid
als vervormbaarheid en het dient in het algemeen als steunweefsel in organen
die aan mechanische druk of vormverandering onderhevig zijn. vb glijvlakken
van gewrichten, C-vormige ringen van de trachea, oorschelp, neus en larynx
kraakbeen
Waardoor wordt de neusingang omgeven?
Wat zijn neusschelpen? Wat is hun functie?
Wat betekent: nasus of rhis? Illustreer met een voorbeeld
Vul aan. De inwendige neus bestaat uit de rechter- en
linker........................ (cavum nasi), die door het
.................................... (septum nasi) zijn gescheiden. In de
zijwand van elke neusholte bevinden zich drie tot vier boven elkaar gelegen,
naar binnen gekromde, benige, vrijwel horizontaal verlopende, inwendige
..............................................(conchae nasales), die het
inwendige neusoppervlak vergroten. Zij zijn, evenals de rest van de
binnenzijde van de neus, bekleed met slijmvlies dat een rijke
bloedvatvoorziening heeft via uitgebreide adervlechten onder het slijmvlies.
Door werveling tussen de inwendige neusschelpen komt de lucht in contact met
het neusslijmvlies.
Waar of vals. Lucht en zuurstof is hetzelfde. Motiveer je antwoord.
Waar zit meest zuurstof in: in ingeademde lucht of in uitgeademde lucht?
Motiveer je antwoord.
Leg taalkundig uit: sinus.
Geef 3 anatomische delen die uitmonden in de neusholte.
Onder de bovenste neusschelp lopen de achterste zeefbeensinussen en de
wiggebeensinussen uit. Geef de naam van de andere sinussen.
Wat is de functie van de neus?
Welke wegen kruisen elkaar t.h.v. de pharynx?
Hoe noemt men de deur tussen neus- en keelholte?
Hoe noemt men de verlenging van de achterrand van het zachte gehemelte in
het midden van de mond–keelholte.
Wanneer trekt de spier van de huig zich samen?
Welke holte vormt de verbinding tussen mondholte en slokdarm?
Waar komen de amandelen voor? Wat is hun functie
Hoe noemt men de buis tussen de keelholte het middenoor?
Geef een andere naam voor larynx.
Hoe noemt men het bovenste deel van de trachea waarin de stem wordt
gevormd?
Geef 3 woorden die beginnen met epi en leg ze uit.
Wat betekent trachea en glottis?
Vul aan. Het .................................. is bij de mens een
kraakbenige, met slijmvlies beklede ruimte die de verbinding vormt tussen de
keel en de luchtpijp.
Het strottenhoofd is opgebouwd uit een aantal kraakbeentjes:
................kraakbeen (cartilago thyroïdea), ..............kraakbeen (cartilago
cricoidea), twee .........................kraakbeentjes (cartilago
arytaenoidea) en het strotklepje (= ............................). Al deze
kraakbeentjes zijn ten opzichte van elkaar min of meer beweeglijk door middel
van banden, gewrichten en spiertjes.
Hoe noemt men de deur tussen de trachea en de slokdarm?
Wat is de job van de larynx?
Vul aan. Tijdens de inspiratie en de expiratie staan de
.....................en de ................................wijd open.
Tussen de bekerkraakbenen en het schildkraakbeen zitten de
.................................................(glottis) opgespannen.
Onder de stembanden beginnen de
...............................................
De luchtpijp splitst zich in 2 hoofdbronchi ter hoogte van de
........................................
Plaats volgende beenderen van boven naar beneden bij een rechtstaande
persoon; schildkraakbeen, tongbeen, ringkraakbeen
Geef een ander woord voor luchtpijptak en het meervoud luchtpijptakken.
Vul in. De luchtpijp vormt de verbinding tussen de
............................en de 2 hoofdbronchi.
Naast de trachea lopen de .............................................. (=
halsslagaders), de ..................................................(=
inwendige halsaders) en de nervus vagus (10° hersenzenuw)
Hoe wordt de trachea opengehouden?
Glad spierweefsel werkt dat willekeurig of onwillekeurig?
Welke vorm hebben de kraakbeenringen in de luchtpijp?
De carina is gelegen ter hoogte van de
....................................................... (4°-5° vertebrae
thoracicae of vertebrae dorsales)
Vul aan. De binnenzijde van de luchtpijp is bekleed met
.................................. (=slijmvlies) en
........................... (=cilia)
Wat is het doel van de trilharen?
Trilharen of cilia geven het sputum af aan de keelholte, waar gaat dat
naartoe?
Wat betekent longhilus?
Wat is de naam van de bloedvaten die passeren
ter hoogte van de longhilus?
Vul aan. De longtop loopt tot boven de
............................................... (= 1°costa)
De ................................(midden-)wand van de longen ligt tegen het
......................................hartzakje aan.
Wat betekent mediastinum?
Vul aan. De longen zijn .............................. organen die kunnen
uitzetten bij .........................................
en terug samentrekken bij .................................................
Wat betekent inspiratie, respiratie, expiratie taalkundig?
Hoeveel lobben heb jij?
Hoe is een long anatomisch opgedeeld.
Waarop eindigen de bronchiolen?
Met wat kan je een groep alveolen vergelijken?
Wat gebeurt er t.h.v. de alveolen?
Met wie wisselen alveolen O2 en CO2 uit?
Hoe noemt men het proces waarbij het bloed van de longcapillairen continu
vervoerd wordt?
perfusie (= het doen doorstromen met een vloeistof)
Geef een ander woord voor luchtverversing?
Tot welke bloedsomloop behoren de vanae pulmonales? Bevatten ze
zuurstofrijk of zuurstofarm bloed? Naar waar stroomt dit bloed?
Maak een tekening van de longen, en situeer volgende onderdelen:
larynx, trachea, lobus superior (bovenkwab), lobus inferior (onderkwab),
lobus medius (middenkwab), longhilus, mediastinum, vicerale pleurabad,
pariëntale pleurablad, pleuraholte
Hoeveel cellen hebben we die zuurstof vervoeren?
Hoe noemen we het passief transport waarbij stoffen van een plaats met
hoge concentratie naar een plaats met lage concentratie gaan?
Geef 2 temen die beginne met per en leg ze taalkundig uit.
Hoe noemen bloedvaten die zuurstof en voedingsstoffen leveren aan de
longen zelf? Hoe noemen bloedvaten die CO2 en afvalstoffen (ureum
en creatinine) afvoeren van de longen zelf?
Waar gaat het bloed van de venae bronchiales naartoe?
Bespreek de pleuraholte.
Vul aan. Het buitenste longvlies zit vast aan de .................. Door
het .....................in de pleuraholte volgt de long de uitzetting van de
thorax.
Hoe noemen we het verversen van de lucht in de longen?
Vul aan. Bij inspiratie werken de
.................................................... om de thoraxholte te
vergroten.
Wat is de belangrijkste ademhalingsspier?
Onderlijn het juiste antwoord. Door samen te trekken wordt het middenrif:
platter of boller.
Vul aan. Bij ............................................. neemt de
diameter van de borstkas toe en beweegt het diafragma naar beneden.
Wanneer gaat expiratie niet vanzelf? Wie helpt dan mee?
Wanneer spreekt men van buikademhaling?
Wanneer wordt de abdominale ademhaling voornamelijk gebruikt?
Wanneer spreekt men van thoracale ademhaling?
Wanneer wordt de thoracale ademhaling voornamelijk gebruikt?
Waar wordt de ademhaling geregeld?
Wat stimuleert het ademhalingscentrum in het verlengde merg om eventueel
meer te ademen?
Wat bepaalt het ademhalingscentrum in het verlengde merg?
Wat stimuleert het ademhalingscentrum in het verlengde merg bij patiënten
die omwille van longziekte altijd een verhoogd CO2 gehalte in het
bloed hebben?
Wat betekent hyperventilatie?
Wat betekent hypoventilatie?
Hoe noemt het onderzoek waarmee de pneumoloog de longvolumes meet?
Wat is het tidal volume?
Leg uit: ademminuutvolume
Leg uit: vitale capaciteit
Leg uit: één-seconde-waarde
In welke holte liggen de longen?
Teken de tracheo-bronchiale boom en situeer volgende onderdelen:
strottenhoofd, luchtpijp, carina (splitsing trachea) stambronchi, lobbronchi,
..., bronchioli, alveolen
Waar gebeurt de gasuitwisseling?
Welk soort spieren liggen rond de luchtwegen? Gladde of gestreepte?
Hoe noemt men de bloedvaten dat de longen voorzien van zuurstof?
Waar ontspringen en eindigen de arteriae pulonales?
Leg uit: alveolo- capillaire membraan?
Ik ga 70 minuten fietsen met mijn MTB
aan gemiddeld 25 km/uur. Tijdens het fietsen merkte ik dat ik dieper en
sneller ademde dan normaal. Mijn hartslagmeter loopt, op een helling van 10%,
soms op tot 175 slagen per minuut.
Bespreek de ademminuutvolume op dit moment in vergelijking
met normaal.
Welke ademhaling zal je tijdens het fietsen kunnen observeren?
Welke spieren werken er bij inspiratie?
Welke spieren kunnen helpen bij expiratie?
Vul aan. Wanneer men de longen uit de borstkas haalt
vallen ze .................................
Gedurende een rustige ademhaling is de beweging van het
................................ verantwoordelijk voor 75 % van de verandering
van de thoraxruimte.
De uitwendige tussenribspieren (=
....................................................................) trekken
de ribben ...............................
De .................................. zijn de plaats waar het bloed nieuwe O2
opneemt uit en anderzijds CO2 en ook H2O afgeeft aan de
.............................
Zet volgende woorden op de juiste plaats:
expiratie, inspiratie, respiratie, dyspnoe, eupnoe, apnoe, alveoli,
ventilatie, bifurcatie, hemoglobine
luchtverversing
ademen
ijzerhoudendeiwit
normaal ademhalen
splitsing
inademen
longblaasjes
ademhalingsmoeilijkheden
ademstilstand
uitademen
Wat is een bronchoscopie?
Vul aan met de Nederlandse term.
In de neusholte worden stofdeeltjes door de
...................................... op op de binnenwand tegengehouden.
Het ..................................... ligt tussen de keelholte en de
luchtpijp, en voor de slokdarm. Bovenaan heeft het een kraakbeenachtige klep,
het .............................................
De ................................. is omgeven door 16 a 18 hoefijzervormige
kraakbeenringen
De luchtpijpvertakkingen eindigen in een massaal aantal
.....................................(300 a 500 miljoen). Deze bestaan uit een
zeer dun vlies omgeven door een netwerk van
........................................
De ribben zijn vooraan verbonden met het ...................................
en achteraan met de ................................
De ribben zijn onderling verbonden door
.................................................
Onderaan wordt de borstholte afgesloten door het
.......................................
De ademhaling wordt geregeld in een centrum gelegen in het
..........................................
Verschillende factoren, vooral het ........ en .......gehalte in het bloed
kunnen de werking van het ademhalingscentrum beïnvloeden.
Drie processen bepalen de zuurstofvoorziening:
.....................................,
............................................., ..............................
Bij de inademing ................ het middenrif, de ribben gaan naar
................., het borstbeen komt naar ................. Het
................................. dat vergroeid is met de borstwand, volgt
deze beweging.
Vul aan met de anatomische (medische) term.
In de neusholte worden stofdeeltjes door de
...................................... op de binnenwand tegengehouden.
De ..................................... ligt tussen de keelholte en de
luchtpijp, en voor de slokdarm. Bovenaan heeft het een kraakbeenachtige klep,
het .............................................
De ................................. is omgeven door 16 a 18 hoefijzervormige
kraakbeenringen
De luchtpijpvertakkingen eindigen in een massaal aantal
.....................................(300 a 500 miljoen). Deze bestaan uit een
zeer dun vlies omgeven door een netwerk van
........................................
De ribben zijn vooraan verbonden met het ...................................
en achteraan met de ................................
De ribben zijn onderling verbonden door
.................................................
Onderaan wordt de borstholte afgesloten door het
.......................................
De ademhaling wordt geregeld in een centrum gelegen in het
..........................................
Verschillende factoren, vooral het ........ en .......gehalte in het bloed
kunnen de werking van het ademhalingscentrum beïnvloeden.
Drie processen bepalen de zuurstofvoorziening:
.....................................,
............................................., ..............................
Bij de inademing ................ het middenrif, de ribben gaan naar
................., het borstbeen komt naar ................. Het
................................. dat vergroeid is met de borstwand, volgt
deze beweging.
Geef een andere term voor de onderlijnde woorden. Préoperatief werd een foto genomen van de borstkas.
Wat betekent pré?
Over welk soort foto gaat het hier?
Geef een ander woord voor borstkas?
Welke beenderen vormen de borstkas?
Indien mogelijk medische term en Nederlandse term.
T. Jacobs, geboren op 31
januari 1937, gaat 1 x per jaar, in gezonde toestand, preventief naar de
huisarts. Zoals steeds gaat hij met de fiets naar de arts.
De huisarts stelt wat vragen over voeding en drinkgewoonten (input), over ’t
leven en lichaamsbeweging (processen) en over (output) stoelgang en
plasgewoonten.
Geef één woord voor "hetgeen een persoon
bij het onderzoek, i.v.m. het ontstaan van een ziekte,
aan een arts kan meedelen".
...................................
Nadien controleert de huisarts de ademhaling. Hij observeert doelgericht, hij
ausculteert en beklopt de thorax. Geef één woord voor "het
onderzoeken van een persoon door goed te kijken".
................................... Wat
betekent ausculteren?
...............................................................................................................................................................................................
Welk instrument gebruikt de huisarts om te luisteren naar de longen?
................................... Terwijl
de huisarts luistert naar de longen, beklopt hij ook op de thorax. Geef
hiervoor één term.
...................................
Mr. Decroo ligt in het Jan Yperman
Ziekenhuis.
Hij wordt behandeld door een pneumoloog
(.......................................................................................)
Hoe noemt men de studie van de luchtwegen?
.............................................
In het medisch dossier van Mr. Decroo kan je de resultaten van volgende
onderzoeken terugvinden.
RX thorax F & P =
........................................................................................................................................................................
brochoscopie =
.............................................................................................................................................................................
spirometrie =
.................................................................................................................................................................................
Leg deze onderzoeken uit in max. 1 regel
röntgenonderzoek van de longen (thorax betekent borstkas) via een foto in voor
-en zijaanzicht (face en profiel)
het kijken in de longen via een flexibele buis (bronchoscoop). scopie =
kijken, broncho = m.b.t. de luchtwegen
een onderzoek met een spirometer dat o.a. de longvolumes meet (spiro komt van
respiratie= ademhalen)
Opleiding tot gediplomeerd verpleegkundige
HBO Verpleegkunde Ic dien
Roeselare