De ontdekking van mijn wereld
1.
Periodisering van de Geschiedenis
Ik ga al jaren uit van een
3-deling van de geschiedenis (van
Europa) waarbij ik de oudheid (tot het jaar 1000), de Middeleeuwen (tot
het jaar 1800) en de Nieuwe Tijd (vanaf 1800) onderscheid. Er is
in de eerste plaats een grote kloof tussen de vroege- en late
Middeleeuwen en een vroegmoderne tijd (1500-1750) die veel
Middeleeuwser is dan dat we denken. De geschiedenis na de Franse
in industriële revoluties zijn, denk ik, niet het echte begin van
de moderne tijd. Bovendien is alles wat voor 1800 ligt is misschien ook
niet het premoderne of preindustriële verafgelegene! West-Europa heeft
scharniermomenten gekend en die zijn voor mij van symbolisch-praktisch
nut:
• rond 1000:
bevolkingsgroei (tot 1300) en later de
economische revolutie met een zware tol in 1400 met epidemie en een
halvering van de bevolkingsgroei die pas in 1700 weer op zijn vroeger
peil zou komen. Het succes van de purificatiedrang van de
katharen als dreiging voor de kerk.
• rond 1800:
de mentaliteitsverandering van de
Verlichting en de gevolgen van de industrialisatie, massacultuur en
nationale staat.
Deze indeling levert een beter
zicht op de wortels van onze Europeese
cultuur die zich nog in de 12de eeuw noch in de Renaissance bevinden.
Anderzijds is mijn gevoel dat
de Middeleeuwen, niet duister en grootser
waren dan dat wat in de Renaissance of nadien werd gesteld. De
Middeleeuwen kenden moderne gevoelens, scepsis en ongeloof. De
vreemdheid van die tijd is het ontdekken waard op voorwaarde dat:
• de
Middeleeuwer niet als dom wordt versleten, dat
ze iets te vertellen hebben, gezond verstand hadden en zochten naar
rationele oplossingen om hun leven in te richten
• wij niet
vergeten dat we de constante vergelijking
met het heden (eigen cultuur) moeten doen om het verschil te duiden
Dat de Middeleeuwer in een
chaos en onmacht leefde blijkt ook uit het
feit dat de echte macht niet lag in Rome, Parijs, Londen of
Florence…maar in Bagdad, Cordoba, Delhie, Peking en Caïro. We waren dus
als Europeanen zeker niet de meest ontwikkelden. Ik ben dus een product
van de evolutie van deze drie periodes en in het bijzonder van de
Verlichting.
2. Mijn
beleefde geschiedenis in een notendop
2.1. De
‘lange negentiende eeuw’ als kenmerkend
tijdvak tussen de Franse Revolutie (1789) en het begin van de Eerste
Wereldoorlog (1914).
In deze eeuw ontwikkelt de
wetenschap en technologie zich met rasse
schreden, wat zorgt voor een materialistische levensbeschouwing en een
geloof in de vooruitgang. De eeuw begint met de machtige Napoleon
Bonaparte (1769-1821), één van de belangrijkste politieke leiders uit
de moderne tijd. In 1799 pleegde hij een staatsgreep en in 1804 riep
hij zichzelf uit tot keizer van Frankrijk. Als leider bezorgde hij
Frankrijk een dominante positie in Europa. Na de mislukte veldtocht
naar Rusland in 1812 viel de machtsbasis van Napoleon echter in elkaar.
Eerst werd hij naar het eiland Elba verbannen, om vervolgens – na de
Slag bij Waterloo in 1815 – naar Sint-Helena gestuurd te worden.
Napoleons hervormingen zijn vandaag de dag nog steeds erg belangrijk.
Rijken & Pax Britannica
Na de Slag bij Waterloo
eindigde het Franse keizerrijk samen met veel
oude machten sneuvelden (het Spaanse-, Napoleontische-, Tweede Franse-,
Chinese-, Heilige Roomse- en Mughal Rijk) en nieuwe machten die
opkwamen (het Britse-, Russische-, Japanse-, Duitse- en Tweede Franse
Koloniale Rijk en de groeiende macht van de Verenigde Staten).
Desondanks wordt de negentiende eeuw gezien als een periode van
relatieve vrede.
In de negentiende eeuw werden
veel wetenschappelijke ontdekkingen en
uitvindingen gedaan. Ontwikkelingen op het tal van gebieden legden de
fundering voor de technologische ontwikkelingen in de twintigste eeuw
en zorgden voor een enorme bevolkingsgroei. De Industriële Revolutie
die al eerder was begonnen in Groot-Brittannië verspreidde zich naar
Noord-Amerika, Japan en de rest van Europa en zorgde voor steeds meer
kinderarbeid in fabrieken en mijnen. Met de komst van spoorwegen steeg
de urbanisatiegraad tevens enorm.
Ze maakte ook kennis met
liberalisme, socialisme & feminisme.
De kinderarbeid was mede te
wijten aan het economisch liberalisme en
het kapitalisme, waarin de overheid zich nauwelijks bemoeide met de
economie (nachtwakersstaat) en alles draaide om winst. Als reactie op
het liberalisme, het socialisme met zijn strijd voor sociale
rechtvaardigheid. Strikte sociale normen wat betreft zedigheid en
genderrollen tekenden het maatschappelijk leven. Ook Charles Darwin
speelde een belangrijk rol in deze periode. In 1859 publiceerde hij
zijn boek On the origin of species waarin hij zijn evolutietheorie
uiteen zet. De religie was nog sterk geworteld in de steden en dorpen.
Nederland werd in deze eeuw
een eenheidsstaat en de Belgische Opstand
van 1830 leidde tot onafhankelijkheid van België. Het Europese
revolutiejaar 1848 bracht veel onrust. Belgie creëerde in deze periode
een parlementaire democratie die vandaag de dag nog steeds wordt
gehandhaafd. Ons kolionale verleden begon en zou zich in een deel van
de familie tonen.
Het cement werd ontdekt,
synthetische kleurstoffen, margarine,
bouiilonpoeder, uitwisselbare onderdelen, telegraaf, telefoon,
spoorweg, posterijen en zelfs het briefgeheim deden hun intrede.
Aan het einde van deze reeks
van gebeurtenissen werden mijn grootouders
geboren en werden prompt geconfronteerd met een wereldoorlog.
De Eerste Wereldoorlog startte
voor België op 4 augustus 1914 met het
binnenvallen van Duitse troepen. Het lukte de Belgen alleen om de
opmars van de Duitsers te vertragen, maar al in oktober moest het
Belgische leger zich terugtrekken tot achter de IJzer.Er werd vooral
Frans gesproken. Op 29 oktober 1914 zetten de Belgen de IJzervlakte
onder water om de Duitsers tot stilstand te brengen, mijn grootvader
vocht er in de loopgraven tijdens de vier jaar durende strijd. Koning
Albert bleef in België maar de regering trok zich terug in Frankrijk.
Van echt verzet was weinig sprake. Eind september 1918 begon het
bevrijdingsoffensief waarna op 11 november de wapenstilstand werd
gesloten, iets wat in mijn verleden heftig werd herdacht!
Bij het Verdrag van Versailles
in 1919 werd de neutraliteitspositie van
België opgeheven, mocht het een mandaat uitoefenen over Ruanda-Urundi
en annexeerde het de Duitse gebieden Eupen, Malmedy en Sankt Vith, de
zogenaamde Oostkantons. In de Eerste Wereldoorlog vluchtten grote
aantallen Belgen. Hierop volgde voor mijn jongvolwassen grootouders een
interbellum.
Na de Eerste Wereldoorlog vond
België dat Nederland niet neutraal was
geweest, omdat het Duitse troepen door Limburg had laten terugtrekken.
Belgie eiste grond en het Antwerpen-Rijnkanaal zou worden gegraven,
deels op Nederlands grondgebied en op Nederlandse kosten. Tot de Tweede
Wereldoorlog zou de verhouding met België problematisch blijven door de
niet gehouden belofte.
In 1919 werd het enkelvoudig
algemeen kiesrecht ingevoerd, dat tot 1948
alleen voor mannen zou gelden. Er waren coalitieregeringen en in de
periode van de wederopbouw na de Eerste Wereldoorlog tot het begin van
de Tweede Wereldoorlog kwam het zelfs vaak tot een samenwerkingsverband
van de drie grote partijen. Andere partijen die zich in het interbellum
manifesteerden waren het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV), dat steeds
meer neigde naar het fascisme en het nationaal socialisme, en de
Communistische Partij.Het herstel van de economie kwam pas na 1925 weer
goed op gang. Tot die tijd zorgde met name het voortdurende
waardeverlies van de frank voor economische malaise (een gevolg van de
werreldwijde crisis). De gekozen devaluatie gaf de handel en de
industrie sterke impulsen. Aan deze economische opgang kwam al snel een
einde na de wereldcrisis in de jaren dertig. Pas na een tweede
devaluatie van de frank in 1935 herstelde de economie zich weer. In de
jaren tussen de beide wereldoorlogen werd ook de sociale wetgeving
aangepakt en dat resulteerde onder andere in stakingsrecht (1921), een
achturige werkdag (1921) en minimumloon (1936). België keerde terug
naar een neutraliteitspolitiek maar kon niet voorkomen dat België in
een volgende wereldoorlog terechtkwam. Mijn grootouders langs
moederzszijde, getekend door deze tijdsgeest waren godsvruchtig,
hardwerkend en genoten aanzien. Herman Willems was een
binnenhuisarchitect en zijn vader de schilder van de Dendermondse
school Adolf Willems. Mijn grootmoeder Delphine de Man was de dochter
van een fabriekseigenaar dus bemiddeld en geletterd. Deze mensen
brachten mij een veilige woonomgeving, een onderdompeling in kunst en
verbondenheid als grootfamilie. De grootouders langs vaderszijde
brachten (iets meer veraf) een spel –en ontdekkingsruimte van het
station.
2.2. Tweede
wereldoorlog en de hoogconjunctuur(1932-1963)
Op 10 mei 1940 vielen de
Duitse troepen zonder oorlogsverklaring België
binnen en op 28 mei capituleerde België. Koning Leopold III bleef in
België, maar de ministers weken uit naar Frankrijk en Londen. Het
volledig bezette België kreeg ondertussen een militair bestuur. Na een
aanvankelijk aarzelend begin breidde de van bij het begin ontstane
verzetsbeweging zich na de winter van 1941 snel uit.De Belgische
economie werd door de Duitsers ingezet in de oorlogsvoering en er kwam
een verplichte arbeidsdienst. Bij de collaborerende partijen hoorde het
VNV, en de sterk pro-Duitse Rex, Vlaamse SS en DeVlag. Na de
geallieerde doorbraak vanuit Normandië werd Brussel op 3 september 1944
bevrijd en een paar weken later praktisch geheel België. Na een korte
Duitse tegenaanval in het Ardennenoffensief was de oorlog voor België
voorbij. Voor mijn ouders was deze periode er een van tegenstellingen:
angst, onzekerheid, ontbereing, schaarste, geweld maar ook van
spanning, fantasie, verbondenheid en spel. In een periode van 1945 tot
pakweg eind jaren zestig was er heropbouw, groei, geloof in
vooruitgang, veiligheid (no more war) maar ook politieke verschuiving:
• partijen
veranderen van naam, twee stromingen zijnde Vlaamse en Waalse
• de
koningskwestie en de schoolstrijd
• Benelux en
de europese Gemeenschap
•
Onafhankelijkheid van Congo
•
Taalproblemen en wetten
Wonenend in Dendermonde, een
kleine provinciestad in Oost-Vlaanderen,
kreeg ik een eerste heimat, een groot herenhuis waar ooit een advocaat
huisde en na 1961 bevolkt werd door 3 gezinnen.
2.3. De
uitlopers van de tweede wereldoorlog (1963-1989)
Het tijdperk waarin ik ben
geboren zijn de naweeën van de tweede
wereldoorlog die in Midden- en Oost-Europa in 1989 tot een einde kwam.
Mijn grootouders hebben geleefd in de uitlopers van de en
beleefden de eerste (grote) oorlog en de integratie van het
(multi-etnische) Habsburgse rijk, gevolgd door communisme en fascisme
(nazisme). Dit heeft Europa sterk beïnvloed. De (nog actuele) hoop dat
Europa niet meer in oorlogvoerende staten uiteen zal vallen en dat
Europa zijn basis van het Westen kan vervullen heeft vrede gebracht (of
een tijdelijk afwezigheid van conflicten).
Vanaf de jaren zestig kwamen
de Belgen terecht in een hoogconjunctuur
die na 1966 opnieuw de kop opstak. Dit gaf rust en groei, een
voedingsbodem bij uitstek voor het stichten van een gezin. Ik ben dus
een product van de hoogconjunctuur.
In de jaren zeventig werden
wij geconfronteerd door een internationale
crisis en slachtoffer van de oude industrie die dringend werd
gesaneerd.
De na-oorlogs groei vertraagde
en na 1973 betekende dit het einde van de golden sixties
(zuinigheidsbeginsel, schaarste).
Er waren politieke
verschuivingen die een beweging op gang brachten:
•
Staatshervormingen
•
Gemeenschapsautonomie en gewesten
• Migratie
Door reizen hebben we onze
horizont kunnen verruimen en daar heb ik
gretig van gebruik gemaakt om te documenteren via foto en geluidsopname.
Ook lezen verschafte mij een
grotere kijk op de wereld die steeds ruimer werd dan mijn
geboorteplaats.
De televisie nam een
belangrijke plaats in naast de radio.
Op school brak deze
vernieuwing ook door via het VSO, media, nieuwe
richtingen. Ik doorliep gedurende (op één jaar bij de nonnen en één
jaar in het Lyceum samen met zus) mijn hele loopbaan op dezelfde school.
2.4. De
jaren negentig, poel van verandering en
vernieuwing (1989-2015) gevolgd door de woelige jaren 2000.
Ondergrondse kernproeven, het
aannemen van het kernstopverdrag
De Joegoslavische burgeroorlog
en de Rwandese genocide leiden voor het
eerst sinds 1945 tot het instellen van internationale tribunalen door
de Verenigde Naties. Boris Jeltsin brengt in Russische federatie
verniewing (grondwet en vrijheid) en het Gemenbest van Onafhankelijke
staten is een feit.
Er waren de spanningen in iran
en de strubbelingen in Tsjetsjenië.
We krijgen de Duitse
hereniging en de economische problemen aldaar.
In Italie vinden we eveneens
onstabiliteit.
In Zuid-Afrika komt Mandela
vrij en door het ontbreken van een Koude
oorlog kunnen Afrikaanse dictaturen Oost en West niet meer zo
makkelijk tegen elkaar uitspelen. Er komt een
democratiseringsgolf in Afrika.
In het Midden-oosten zien we
de golfoorlog (90-91) met de inval in Irak in Koeweit. Er volgt oorlog,
opstand van de Koerden.
Tijdens onze huwelijksreis
mochten we de onlusten in Egypte aanschouwen (92-97).
In Azie worden communisten
verdreven in Afghanistan wat anarchie
oplevert en de Taliban. Niet te vergeten de onlusten in India en
Pakistan (atoombom).
In Amerika valt Bil Clinton op
en de problemen in Venuzuela (Chavez) en Peru (guerillia).
We ontdekken aids, Viagra,
Prozak, genetische manipulatie en de gekkekoeienziekte.
In de muziek doet de digitale
revolutie zich kennen via dance maar ook
Nirvana en andere genres steken (als tegenhanger) de kop op.
De computer verschijnt overal
en er staat Microsoft op nl. Windows,
internet (World Wide Web), als militair Arpanet geboren, wordt een
publiek verhaal via explorer. We ontdekken e-mail en zoekmachines. De
GSM is zijn opmars als standaard bezig de wereld te veroveren.
Economisch gaat Europa over
naar het kapitalisme (lage lonen, bedrijfsverplaatsing naar oost-Europa
en Azië)
Het einde van de Koude Oorlog
en de daaruit volgende hegemonie van het
westen onder aanvoering van de Verenigde Staten geeft velen het idee
dat ideologische conflicten en permanente oorlogsdreiging voorgoed tot
het verleden behoren.De wereld werd vervangen door een wereld
waarin een beperkte mate van anarchi heerst. De politieke elite heeft
de indruk dat ze de wereld ontwerpen en besturen maar er is niemand die
dat eigenlijk doet. Deze groepen van mensen hebben die controle niet
meer. De Amerikaanse dominantie die de naoorlogse periode
schraagde is niet meer. We zijn aanbeland in een post-imperilaistische
periode met chaos als “leitmotiv”. De domininatie van de Sovjet-Unie,
nadien, zet de tweede wereldoorlog als het ware verder. Rusland
(en het Midden-Oosten) leefde afgescheiden van Europa gedurende al die
jaren en ik zie nu dat die oude geografische orde zich opnieuw
manifesteert. Europa, verzwakt van binnenuit, staat voor een
grote uitdaging. En dank maar niet dat het (neo-)imperialistische
gedachtengeod van de grote rijken niet meer bestaat! Ik zie de
verenigde naties of andere entiteiten de functie van “groot rijk” graag
zouden opnemen om een orde te scheppen over onze aardbol.
Amerika is geen supermacht meer maar wel onmisbaar. De technologie is
geen monoplie meer van hen. Volgens mij zijn al de historische
conflicten per definitie natuurlijk en we kunnenn (zo lijkt) de wereld
niet besturen naar de regels van de verlichting (door de illusie van
een welvaartstaat en een europese munt). Ik merk nu nationalisme
en ‘etnische gedachten’ van weleer dat de kop, opsteekt. Europa heeft
een rol te spelen als het leert opgaan met de logica van Rusland, het
Midden-Oosten en Afrika.
In het laatste kwart van de
20e eeuw werd in ons land
• geteiserd
door crisis (dioxinecrisis, fianciële crisis, CCC, Augustaschandaal)
• hertekend
door staatshervorming (federale
staat met drie gewesten), instabiliteit en regeringsproblemen
• getekend
door ingrijpende gebeurtenissen (Kosovocrisis, Congo, Dutroux,
treinrampenovervallen en moorden)
•
Monoplievorm (Belgacom)
Na de jaren negentig loop ik
tot ongeveer 2009 hand in hand met nieuwe gebeurtenissen en
ontwikkelingen.
Aanslagen in Amerika
(11/9/2001) en een strijd (in het raam van
botsende samenlevingen) tegen terrorisme met als gevolg oorlog in
Afghanistan (Taliban). Voorts de Irakoorlog (’03) waarbij met de nodige
voorwendsels Amerika binnenvalt.
We zien in Azie, China als
industriële reus met zijn olympische spelen, twisten in Sri Lanka en
Bali.
Het Midden-Oosten (opnieuw)
met een Israëlisch-Libanese oorlog (‘06),
een uitgelokte tweede intifada in Israël en dan (na verkiezing)
strijd van P.L.O en Hamas na een terugtrekking van Israël uit Gaza.
In iran is er een machtswissel
die weinig goeds voorspelt (atoomonderozek).
Onrust in Latijns-Amerika
(Chavez) en de Mexicaanse drugsoorlog.
De invoering van de euromunt,
de uitbreiding van de unie, een zwakke grondwet t.t.z. het verdrag van
Lissabon.
In Frankrijk breken er rellen
uit na het hoofddoekenverbod.
Niemand vind een oplossing
voor de problemen die globalisering teweegbrengt.
Poetin sticht een Russische
autocratie.
In Belgie zien we de
snel-Belgwet en het migratieprobleem wordt groter net als de partij die
er zijn programma van maakt.
Economisch gaat het niet goed
meer, de internetzeepbel ontploft, in
Ijsland ontstaat een bankencrisis en landen voeren een depositogarnatie
in. Overal duiken er fraudegvallen op met grote bedrijven (vb. Lernout
& hauspie).
De kredietcrisis van 2007
(VSA, Lehman Brothers) schept een crisis in
Europa. De oleiprijzen stijgen. We ondervinden hier als gezin de
gevolgen van!
Er is ook innovatie:
spaarlampen, electrische auto’s, digitale camera,
e-boeken, plasmaschermen, Wikipedia, cameratoeziche en privacyproblemen.
Voorts zijn er epidemieën
(vogelgriep, SARS, Mexicaanse griep), rookverbod, botox, plastische
chirurgie.
Wat me treft is ook de
ontlezing van de jeugd en de overrompeling van
de dictatuur van game, digitaal vertier en (asociale) ‘social media’.
Recreatie is een industrie geworden en reizen is poepsimpel.
De dagelijkse files worden
langer en het milieu is er slecht aan toe