Kobudo
Kokusai Kodenkan Kobudo Renmei
International kodenkan kobudo federation
Beginpagina
Op deze bladzijde :
Een stukje geschiedenis
Tot voor de 10de
eeuw is er weinig geweten over de geschiedenis van Okinawa.
Het kleine
eiland werd verdeeld in rivaliserende clans die elkaar zonder ophouden
bevochten.
Wel bekend is dat de eerste contacten terug te leiden zijn naar
de Sui-dynastie (580 tot 618 nC). Veel Japanners zochten hun toevlucht op
dit eiland na de burgeroorlog tussen Taira en Minamoto. In de 13de eeuw
werd Shuntun (heerser van Urasoe) waarschijnlijk de eerste koning van
Okinawa. Het is slechts in de 14de eeuw dat het eiland uit zijn isolement
trad.
Handelsbetrekkingen werden opgestart met Korea, China en Japan.
Maar eveneens met het verder afgelegen Java en Sumatra. Rond 1429 werd het
eiland een verenigd koninkrijk onder heerschappij van koning Sho-Hashi
(1421-1439) en zag men de oude provincies Chuzan, Hokuzan en Nanzan
samengevoegd. Dat is ook de periode dat de steden Naha en Shuri bloeiende
handelssteden werden. Hoofdzakelijk door contacten met Japanners, Chinezen,
Indiërs, Maleisiers, Thais en Arabieren.
Het is hier, in het begin van de
16de eeuw, dat de krijgskunst haar oorsprong vond. Onder administratie van
koning Sho-Nin (1477-1526) werd het eerste verbod uitgevaardigd om nog wapens te
dragen. Rond deze periode trouwens werden de technieken van de blote hand,
een voorloper van het karate, ontwikkeld.
Dat wapenverbod werd nogmaals
bekrachtigd in het begin van de 17de eeuw. De clan van Satsuma overviel
met 3.000 Japanners het eiland en het verbod op wapendracht werd totaal.
De boeren leerden hun gereedschap als verdedigingswapen te gebruiken tegen
krijgers of rovers. Zo ontstond het tigua, de voorloper van het
kobudo. Het arsenaal van de kobudo-wapens is werkelijk indrukwekkend en
bestaat uit volgende werktuigen :
BO (ook KON genaamd) : houten staf van 1m80 lengte.
TONFA (of TUIFA) :handvat van de rijstmolen.
NUNCHAKU : dorsvlegel.
SANSETSEKON : driedelige dorsvlegel (er bestaan hiervan grote en kleine modellen).
YONSETSUKON : vierdelige dorsvlegel.
KAMA : zeis om graan of gras af te maaien.(NICHOKAMA)
SAI : vork met twee haken.
MANJI-SAI : S-vormige haken.
NUNTE : een manji-sai vastgebonden op een bo.
TEKKO : soort boksbeugel.
KUSARI-GAMA : koord met zeis verbonden. (dubbel gebruikt)
SURCHIN : ketting met verzwaard gewicht aan het uiteinde.
CHIMBE : korte stok met lansachtig
uiteinde (werd vaak gecombineerd met een schild dat gemaakt werd uit de schelp
van een schildpad:ROCHIN).
KAI of EEUKU : roeispaan van een prauw en diverse
andere tuigen tot een totaal van 27 verschillende stuks.
In 1903 werd een
eerste publieke demonstratie gehouden op Okinawa. Na de tweede
wereldoorlog waren er zo'n 100.000 Amerikaanse soldaten gelegerd op het
eiland. Verschillende daarvan volgden tijdens hun verblijf lessen in
karate of kobudo en waren zo de eerste blanken die deze sporttakken gingen
propaganderen in eigen land.
Het ontstaan in België.
In 1964 kwam dhr.
Pierre Goetelen voor het eerst in contact met het Okinawa kobudo. Zijn
interesse kwam er voornamelijk dankzij de meesters Shinho Matayoshi, Arakawa
Busen, Hohan Soken en Fuji Kise. Uiteindelijk ging dhr. Goetelen in '68
van start met zijn eigen afdeling Okinawa kobudo. Op dat ogenblik leidde
hij reeds andere clubs in ju-jitsu en karate. Pas vanaf 1970 kwam er schot in de
zaak. De publiciteit en de spectaculaire films van wijlen Bruce Lee zijn
hier niet vreemd aan. Deze filmster bracht met zijn nunchaku's iedereen in
vervoering. Nochtans bleken vele nieuw aangesloten leden uitsluitend
belangstelling te hebben voor dit ene werktuig. Vaak met niet zo'n beste
bedoelingen. Maar velen haakten ook al even spoedig terug af. Bleven
uiteindelijk over : de echte kobudo-fanaten.In 1981 werden de eerste Belgische
kampioenschappen in kata georganiseerd. Een bijzondere stimulans zo bleek.
De grote omkeer kwam er in 1992. Men schakelde over naar de studie van
het Kodenkan kobudo. Ruim 18 maanden werd er bijgeschoold. Toen
stonden alle huidige graden op punt en waren alle leden ondergebracht in de
Kokusai Kodenkan Kobudo Renmei. Deze organisatie groepeert alle aanhangers
van het Kodenkan kobudo in ons land.
Trainingsschema
Elke les begint met de
traditionele groet die gezamenlijk wordt uitgevoerd. Vervolgens wordt
overgegaan
naar het
jumbi-undo of met andere woorden de opwarmingsoefeningen. Meestal en voor
een groot gedeelte grijpen die plaats met de bo of de nunchaku. Voor de
gevorderden zijn er vaardigheidsoefeningen die ingewikkelder en spectaculairder
zijn.
Het tweede gedeelte is de hojo-undo oftewel de basisoefeningen met
diverse wapens. Deze oefeningen worden in groepsverband uitgevoerd.
Zonder de twee vorige fasen zouden we onmogelijk tot het derde deel kunnen
overgaan, de kumite. Dat zijn enkelvoudige of meervoudige
gevechtsoefeningen met partner.
Tenslotte zijn er de kata's (stijloefeningen
tegen denkbeeldige aanvallers). De kata's zijn de essentie van het kobudo
en vormen als het ware het woordenboek. We vinden er namelijk alle
elementen in terug. Verder
is er nog de vrije kumite. Hier wordt protectiekledij gedragen en kan
alles in de praktijk worden uitgetest. Het spreekt voor zichzelf dat men
hiervoor een ruime technische bagage en voldoende ervaring nodig heeft.
Bijzondere nadruk wordt gelegd op het respect voor de oefenpartners. Gelet
op de vele gevaarlijke zwaai- en slagbewegingen met de diverse wapens is
dat zeker geen overbodige luxe. Wanneer we rekening houden met de lengte
of het gewicht van sommige wapens dan kunnen we in deze discipline slechts
leerlingen toelaten vanaf 12 jaar. Het moet duidelijk zijn dat kobudo niet
als spel voor jongeren kan onderwezen worden. De gebruikte technieken en
wapens zijn té gevaarlijk.