Belgische organisatie
Ryushinkan-Goju
Karate-Do
Beginpagina
Inhoud :
Wat is karate ?
De oorsprong van het karate
vinden we terug in China waar de monniken van het Shaolin klooster een
gevechtsmethode ontwikkelden om zich tegen rovers te beschermen. Omdat
deze kloosterlingen geen wapens mochten dragen kwamen zij op
het idee om zich met de blote
handen en voeten te verdedigen. Vanuit China is deze gevechtsmethode
overgewaaid naar Okinawa waar zij werd gecombineerd met de lokale
gevechtstechnieken. Zo ontstond karate (letterlijk "lege hand").
Karate bestaat er dus in te vechten zonder gebruik te maken van wapens.
Alle lichaamsdelen echter : handen, voeten, knieën, ellebogen en zelfs het hoofd
zijn toegelaten. Het hele lichaam is daarbij in beweging en in feite geldt
hier dus een complete lichamelijke opvoeding. Men moet alle spieren van
het lichaam leren beheersen. Het karate is een uitstekende manier om zowel
lichamelijk als geestelijk in conditie te blijven. Het is echter een
preciesiewerk, het vergt een grondige studie, een grote fysieke inspanning
en er komt veel doorzettingsvermogen aan te pas om een bepaald niveau te
bereiken.
De drie voornaamste aspecten van karate zijn zelfverdediging,
lichaamscultuur en sport. Op het moment dat men besluit karateka te worden
slaat men een weg in die leidt naar een verrijking van het innerlijke en een
harding van het uiterlijke.
Ryushinkan-Goju Karate
De stijl Ryushinkan-Goju is zo
complex als zijn stichter
Shohitsu Nakajima. Het is een stijl met
invloeden uit China, Okinawa en Japan.
Het Ryushinkan-Goju werd tevens beinvloed door een aantal andere
krijgskunsten. Vele bewegingen van deze school zijn zacht (soepel) zoals
bij het Chinese kempo. De hardere elementen vinden hun oorsprong dan weer
in het Okinawa karate. Eén van de zeer spectaculaire oefeningen voor de
karateka is de supersnelle yaisu-kumite. Veel van de technieken vinden hun
oorsprong in de bewegingen van dieren. De kraanvogel, de beer, de slang,
de tijgerkat...
De specifieke vechtwijze van het Ryushinkan-Goju is een
razendsnelle opeenvolging van tsuki's en geri's bij de kumite, en dat allemaal
in de veel voorkomende en gebruikte neko-ashi-dachi.
Veel technieken lijken
op het uitslaan van de vleugels van een vogel. De impact echter heeft meer
weg van de slag van een berenklauw.
De voorbereiding of
opwarmingsoefeningen nemen meestel slechts een 15-tal minuten in
beslag. De nadruk wordt gelegd op de kihon. Bij sommige
lesgevers krijgt men dikwijls de indruk dat zij een turnkring leiden in plaats
van een karateclub. Door deze ellenlange gymnastiek wordt vaak weinig
ruimte gelaten aan de studie van de waza's. Ademhalingstechnieken vormen
een apart hoofdstuk in het Ryushinkan-Goju. We vinden ze terug in kata's
zoals tensho, sanchin, gosen en busen. Ze bestaan uit twee verschillende
manieren : de in-ibuki en de yo-ibuki. In-ibuki is een stevige zachte
ademhaling die uit de onderbuik komt zoals men dat ook bij het yoga en bij
zen-meditaties aantreft. De yo-ibuki is een harde ademhalingsstijl.
De geluideffecten zijn dreigender, luider en lijken op het gegrom van een leeuw
net voor de aanval.
De doelstelling van het Ryushinkan-Goju karate is
klassieke totaliteit : een gezuiverde geest in een keihard getraind lichaam.
"Wij zijn altijd karate-studenten, we zullen nooit
volledige meesters zijn !"
De gevestigde orde bij het Ryushinkan-Goju
Om de
karate studenten te testen in hun gemaakte vorderingen zijn er periodieke
examens voorzien. Deze vorderingen worden aangeduid met kleurgordels en
zijn opgedeeld in twee categorieën : de kyu (klas) en de dan (graad)
De beginners dragen een witte gordel. Vervolgens :
6de
kyu wit (met zwart streepje) 3de
kyu groen
5de
kyu
geel
2de kyu blauw
4de
kyu
oranje
1ste kyu bruin
De dangraden zijn als volgt :
1ste tot
en met 5de dan : zwart
6de tot
en met 8ste dan : rood-wit geblokt
9de en
10de
dan
: rood
Karate en kinderen
Voor de
kinderen is het karate voornamelijk een kwestie van lichamelijke
opvoeding. Zij oefenen hoofdzakelijk de kihon (oefeningen in het ijle) en
vermijden de vrije aanvallen. De kata's worden ingetraind zonder een al te
grote nadruk te leggen op het kime (penetratievermogen).
De meest
voorkomende vraag die gesteld wordt is vanaf welke leeftijd met met karate kan
beginnen. De verstandelijke ontwikkeling van elk kind varieert
echter. En sommigen zijn duidelijk sportiever ingesteld dan
anderen. Volgens ons kan een kind beginnen te trainen vanaf 7
jaar. Een vaak gehoorde klacht is dat ze te jong zijn om de vele
moeilijke Japanse benamingen te onthouden. OK, toegegeven, ze beginnen pas
te leren lezen en schrijven, en deze specifieke terminologie maakt het er
inderdaad niet eenvoudiger op. Maar als de interesse er werkelijk is, dan
lukt het wel. Belangrijk
vinden we ook dat het kind aangemoedigd wordt. En niet enkel door
ons. De ouders van vandaag mogen best wat meer enthousiasme betonen.
Hun kind aanmoedigen in deze sport, en zelfs zo nu en dan eens komen kijken naar
de vooruitgang, laten ongetwijfeld een positieve indruk na. Het kind
verplichten om de trainingen te volgen wanneer er absoluut geen interesse meer
is, is in deze discipline absoluut zinloos.
De meeste federaties laten
hun jongeren slechts van 16 jaar deelnemen aan danexamens. En wij vormen daarop
geen uitzondering. Ervaring leert dat de vereiste kracht en technische
kennis vóór deze leeftijd meestal ontbreken.
Vrouwen en karate
Zoals bij alle krijgskunsten
het geval is, zijn er in verhouding tot het aantal mannelijke karateka's slechts
weinig vrouwen in de dojo's. Het karate was sinds het ontstaan vrijwel een
uitsluitend mannelijke aangelegenheid. Onze ervaring is echter dat karate
juist voor vrouwen een prima sport is. Karate wordt vaak
geassocieerd met kracht, sensatie en
geweld. Dat geldt dan voornamelijk voor de buitenstaander die bakstenen en
hout in een fractie van een seconde ziet verpulveren onder een verpletterende
slag. Alsof het niks is, toppunt van kracht en mannelijkheid.
Door slechts
dit ene sensationele aspect eruit te lichten ontstaat echter een totaal
vertekend beeld. Er wordt volledig voorbijgegaan aan de essentie van
karate en haar min of meer filosofische achtergronden.
Karate is zowel een
perfecte kunst van zelfverdediging als een uitstekende manier om een goede
conditie en lichaamscontrole te verkrijgen. Als supplement bekom je nog
eens een optimaal reactievermogen. Ontwikkeling van geest en lichaam gaan
samen in het vrij intensieve trainingssysteem van karate.
Gezien vanuit het
zelfverdedigingsaspekt zou het logisch zijn dat juist vrouwen de Karate sport
beoefenen. Want wat lichaamskracht betreft is een vrouw praktisch altijd
in het nadeel als zij aangevallen wordt. De verdedigings- en aanvalstechnieken
zouden het gebrek aan lichaamskracht kunnen compenseren, waardoor zij zich
bij een mogelijke aanval ten allentijde voldoende zou kunnen weren.
Ons inziens is regelmatige training een vereiste om te komen tot een goede
zelfverdedigingsvorm. De drempel die vrouwen moeten nemen om een krijgskunst
te gaan beoefenen ligt aanmerkelijk hoger dan voor mannen, waarvan de oorzaken
vooral liggen in opvoeding en door onze cultuur bepaalde normen.
Bepaalde eigenschappen worden als "mannelijk" betiteld en andere als "vrouwelijk".
Zo wordt vechten concureren met elkaar, het zich lichamelijk meten aan elkaar,
als mannelijk beschouwd en bij jongens van jongs af geaccepteerd en zelfs gestimuleerd te worden om
samen deze fraaie krijgskunst te delen en met enthousiasme te beoefenen.