kanji : ju-jitsuJu-Jitsu

Beginpagina

Op deze pagina :


 

Wat is ju-jitsu ?

Het ju-jitsu is van Japanse oorsprong en werd in de middeleeuwen ontwikkeld in verschillende ryu (scholen).  Het kreeg er FOTO7 benamingen zoals yawara, tai-jitsu, torite, kenpo, shubaku...  Al deze termen werden later geplaatst onder een gemeenschappelijke noemer, namelijk het ju-jitsu.
Het waren de samoerai's (feodale krijgslieden) die zich het eerst gingen bezighouden met het ju-jitsu.  Naast zwaardoefeningen leerden zij ook bepaalde lichaamstechnieken.  Deze werkmethoden werden angstvallig geheim gehouden en waren opgetekend in de zogenaamde "densho's".
Vandaag de dag wordt het ju-jitsu beoefend over de hele wereld.  Ju-jitsu, wat zoveel betekent als "soepele kunst" - en aan de oorsprong ligt van modernere sporten zoals judo en aikido - bestaat uit worpen, trappen, stoten, klemmen op armen/benen en nek, wurgingen, controlegrepen, ontwijkingen en afweertechnieken.  Deze sporttak werp geen vruchten af op korte termijn.  Om efficiënt te zijn moet het net als andere krijgskunsten regelmatig en intensief beoefend worden. Het vereist vastberadenheid, zelfvertrouwen, een alerte geest en een grote dosis moed.
 
Naar het begin van de pagina

Wat is Atemi-Ryu ju-jitsu ?

FOTO8Het is een systeem dat in 1965 werd samengesteld door Pierre Goetelen.  Hij maakte een synthese van verschillende antieke ju-jitsumethoden en doorweefde die met moderne aanpassingen zoals grondgevechten (liggende randori), de kempo-stoten en de daisharin.  De kamae's (houdingen) zijn hoofdzakelijk afkomstig van de Daito-Ryu en de Araki-Ryu kempo ju-jitsu.  De traptechnieken vinden dan weer hun oorsprong in het karate-do.  Diverse worpen, klemmen en wurgingen komen dan weer uit verschillende andere scholen.
Dhr. Goetelen die reeds sinds 1952  Japanse krijgskunsten beoefent, begon oorspronkelijk met de methode van meester Mikonosuke Kawashi.  Hij schakelde later over naar andere systemen zoals de Daito-Ryu, Tenshin-Shin-yo en het moderne ju-jitsu.  Hij houdt ook van de typische Japanse tradities.  Zijn  meer gevorderde leerlingen krijgen zo extra vaardigheden aangeleerd in het gebruik van de tambo (korte stoktechnieken), of de kusari (metalen ketting) en last but not least de katana (het zwaard).  Het inoefenen van de Atemi-Ryu kata's (stijloefeningen) geeft aan de fervente beoefenaar een extra stimulans voor het uitvoeren van zuivere technieken.
Het Atemi-Ryu geheel ziet er als volgt uit :

     TACHI-WAZA :  Nage-Waza           NE-WAZA :     Kansetsu-Waza
                                Kansetsu-Waza                             Shime-Waza
                                Shime-Waza                                  Katame-Waza
                                Taiho-Jitsu
                                Taihen-Jitsu          EMONO-WAZA   Tambo
                                Ukemi-Waza                                         Kusari
                                Kyusho-Jitsu                                         Katana
                                Atemi-Waza
     
      UCHI-KOMI
     
      RANDORI :     staande met één partner
                              staande in cirkel met meerdere partners
                              staande in lijn met twee rijen van meerdere partners
                              liggend op de grond.
                             
      EMBU:     vastgelegd
                       studiegevecht
     
      KATA:     stijloefening
                      

Kortom een bijzonder compleet systeem : voor zowel kyuhouders als dandragers.
 

Naar het begin van de pagina

Het graduatiesysteem

Voor elke gordel bestaat een vast opgesteld programma.  En naarmate de ju-jitsuka's vorderingen maken kunnen ze examens afleggen.  Tot de 1ste kyu gebeurt dit in clubverband onder toezicht van een dandrager.
De danexamens echter worden afgelegd in de schoot van de federatie.  Een jury van hogere danhouders houdt hierop toezicht.

                  KLAS                                     GRAAD
         6de kyu    : wit                 1ste t/m 5de dan     : zwart
         5de kyu    : geel               6de t/m 8ste dan     : rood-wit  of zwart
         4de kyu    : oranje            9de en 10de dan      : rood of zwart
         3de kyu    : groen
         2de kyu    : blauw
         1ste kyu   : bruin

Voor de jongeren bestaat een systeem van tussentijdse examens.  Op die manier zien ze toch een snellere vooruitgang en dat komt hun motivering ongetwijfeld ten goede.  Deze werkmethode geldt evenwel tot en met de eerste kyu.  Voor het afleggen van een danexamen moeten zij ten volle 16 jaar zijn.
 

Naar het begin van de pagina

In de dojo

De naam "dojo" geeft men aan de oefenzaal waar de ju-jitsuka's trainen.  De dojo wordt gekenmerkt door zuiverheid, rust, eenvoud en concentratie.  De vloer is er bedekt met een mat (tatami).  Men bereikt slechts de juiste atmosfeer indien de etiquette stipt wordt nageleefd.
Zo zijn de ju-jitsuka's bij het betreden van de dojo allereerst verplicht een groet te brengen aan de shinden (dojotempeltje). FOTO9Deze groetende buiging betekent het begin van volkomen concentratie.  Dagelijkse beslommeringen worden verbannen.  Men denkt nog uitsluitend aan ju-jitsu. Gezien het groot gamma aan potentieel gevaarlijke technieken is dat nogal vrij evident.
Daarna begeeft men zich naar de sensei (leraar) en maakt men voor hem eveneens een buiging als uitdrukking van respect voor een meerdere in graad.  Elke groet (rei) moet correct en niet haastig of nonchalant gebeuren.  Eigenlijk betekent het "het is een grote eer met u te mogen oefenen".  Tenslotte zal dan gezamenlijk de zittende groet (zarei) bij het aanvangen van de les gebeuren.  Traditioneel vervolgen dan de gebruikelijke opwarmings- en versoepelingsoefeningen.  Daarna komt het valbreken of ukemi aan bod (het Atemi-Ryu telt negen basisvallen).  Hierop volgen de taihen-jitsu met basisstoten en/of traptechnieken. En dan vangt de eigenlijke training aan.  En weerom groet men de tegenpartij. FOTO10 Ongeacht de leeftijd of graad.  Respect en vertrouwen zijn sleutelwoorden.   Aanwijzingen van leraar of meerdere in graad worden zonder discussie opgevolgd.  De les wordt beeindigd in meditatie (het tot rust komen, het onder controle brengen van de ademhaling).
Het zal wel duidelijk zijn dat kortgeknipte nagels van vingers en tenen, een propere oefenkledij, en het niet-dragen van sieraden of andere scherpe voorwerpen, getuigen van de nodige eerbied voor de partner.  Goed geknoopte gordels, het achterwege laten van onnodige gesprekken, het dragen van gepast schoeisel, gereserveerdheid tegenover hogere - en hulpvaardigheid ten opzichte van lagere gordels : het maakt allemaal deel uit van de etiquette voor beoefenaars van Japanse krijgskunsten.  Nonchalante houdingen leiden naar spel.  Dat resulteert dan weer in kwetsuren.  Het moet duidelijk zijn dat er in de dojo geen plaats is voor ongedisciplineerden.
 
Naar het begin van de pagina