Euripides
Euripides (480-406 v.C.) wordt met Aischylos en met zijn vriend
Sophocles gerekend tot de grootste Griekse tragediedichters. We zijn niet erg
zeker over zijn biografische gegevens, die eerder een samenraapsel zijn van
geruchten en verzinsels. In zijn komedies steekt Aristophanes de draak met Euripides,
maar dat materiaal is evenmin betrouwbaar als zijn levensloop afleiden uit zijn
eigen tragediestukken. Hij werd geboren op het eiland Salamis, net op de dag
dat daar de fameuze zeeslag plaatsvond uit de Tweede Perzische oorlog. De Griekse
stadstaten versloegen toen de vloot van Xerxes I nadat ze die door een list
in tweeën hadden gesplitst. Omdat zijn moeder van adel was, genoot Euripides
een goede opleiding. Hij legde zich toe op schilderkunst en gymnastiek, werd
een leerling van Anaxagoras (natuurwetenschappen) en van Protagoras (agnost,
relativist en dialecticus). Euripides trad twee keer in het huwelijk, maar had
telkens een ongelukkig huwelijksleven. Dat zorgde mogelijk voor zijn reputatie
van vrouwenhater, maar anderzijds laat hij in dit stuk bijvoorbeeld juist zien
dat de vrouwen het meest te lijden hebben onder de oorlogen en het hanig gedrag
van de mannen. In 455 nam Euripides voor 't eerst deel aan het jaarlijks theaterconcours
in Athene, de Dionysia, opgedragen aan de god van het goede leven, van dansen
en plezier, van vruchtbaarheid, landbouw en wijn (Bacchus bij de Romeinen).
Tijdens de Dionysia vonden wedstrijden van lyrische koren plaats, later (vanaf
530 v.c.) stond het opvoeren van tragedies centraal, en nog later kwam er een
komisch festival bij (485 v.C.). Pas in 441 behaalde Euripides een eerste prijs.
In 415 v.C. haalde hij met Trojaanse Vrouwen (en 3 andere stukken) een tweede
prijs. Alles bij elkaar schreef hij bijna 100 toneelstukken, waarvan er 19 bewaard
gebleven zijn. Veel van zijn tijdgenoten stoorden er zich aan dat hij de traditionele
vormen verliet. Vergeleken bij Aeschylos, die 13 keer won, en Sofocles, 18 keer
winnaar, was Euripides met zijn 4 eerste prijzen, de minst geëerde, maar zeker
niet de minst geliefde. Na zijn dood werd hij de meestgespeelde auteur in het
antieke Griekenland. Ook de Franse renaissance dweepte met hem. Volgens sommige
bronnen verliet hij Athene in 408, na de opvoering van zijn Orestes. De redenen
voor zijn vertrek uit Athene zijn onduidelijk: politiek of miskenning van zijn
werk? Hij vestigde zich aan het hof van de Macedonische koning Archelaos II.
Twee jaar later stierf hij daar onder tragische omstandigheden: in gepeins verzonken
werd hij het slachtoffer van de loslopende waakhonden van het hof... Dat verhaal
is mogelijk ook een verzinsel, want meer betrouwbare bronnen stellen dat hij
in de buurt van Athene stierf, in 406.
Van zijn 90 stukken zijn er 17 bewaard, nl. 'Alceste' (438), 'Medea' (431),
'Hippolytus' (428), 'Andromache' (ca. 426), 'De Heracliden' (ca. 425), 'Heracles'
(ca. 421), 'De smekelingen' (ca. 420), 'Hecabe' (417), 'Trojaanse vrouwen' (415),
'Electra' (ca. 413), 'Helena' (412), 'Iphigenia op Tauris' (412), 'Ion' (ca.
411), 'Foenicische vrouwen' (ca. 411), 'Orestes' (408), 'Iphigenia in Aulis'
(405' 'De bacchanten' (405). Ook bewaard bleef het satyrspel 'De cycloop' (ca.
423).
Bron: Softkey's Nederlandstalige Encyclopedie