Geschiedenis: antw
Omhoog

Geschiedenis van de van de genees -en verpleegkunde

Inleidende zoekopdrachten:

  • Zoek op de site van Hôpital notre-dame à la Rose  [Lessines (Henegouwen)] de reden voor het gebruik van "De klisteerspuit"
    Tip: Klik op: "Een blik op het museum">laatste foto (rechterbovenhoek)

  • Zoek op de site van Hôpital notre-dame à la Rose  een "anesthesiemasker uit het begin van de 19° eeuw".

  • Zoek op de site van Museum Dr. Guislain [Gent (Oost-Vlaanderen)] het antwoord op onderstaande vraag:
    Voor Guislain is de geestesziekte op de eerste plaats een gemoedsstoornis. Guislain hecht een grote betekenis aan morele oorzaken, als reden voor een geestesziekte. Wat bedoelt hij met morele oorzaken?
    Tip: Klik op: Collectie>geschiedenis>onderaan heb je foto's.>Guislain en de morele therapie (Vergeet de horizontale schuifbalk niet te gebruiken.)

  • Zoek op de site van Het Dolhuys [Haarlem, Nederland] het antwoord op volgende vraag.
    Wat deed men vroeger (toen er nog geen psychiatrie bestond) met iemand die schopt, bijt of naakt door de kou loopt, die in zichzelf snijdt of zwaait met een mes?
     

  1. Het toedienen van kruiden, uitvoeren van schedelboringen, de tempelslaap en droomtherapie, bestond dit al voor de middeleeuwen?
    ja
  2. Geef één term voor een samenlevingsvorm waarbij God centraal staat.
    theocentrisme
  3. Bespreek volgende afbeeldingen.

    Vroeger geloofde men dat er in het hoofd van psychisch zieke patiënten een boze geest zat. Via een schedeltrepanatie (=schedelboring) kon men deze boze geest laten ontsnappen. In de middeleeuwen, wilde men het geloof in deze behandeling bewijzen door een kei uit het hoofd te halen, vandaar de term keisnijden, een kwakzalversbehandeling waarbij de genezer dan vlug een kei uit zijn mouw moest zien te toveren.
  4. Hoe noemt men het deel van de bijbel dat handelt over de periode voor Christus?
    het oude testament
  5. Wat verstaat men onder prehistorie?
    de periode voor het schrift
  6. Vul aan met: voor Christus / na Christus / middeleeuwen / nieuwe tijd / 19° E /20° E / 21° E
    Verfaillie Catherine 21° eeuw
    Asclepios voor Christus
    Semmelweis 19°eeuw
    ziekte als straf van God(en) voor Christus
    Marie Curie 20° eeuw
    Alexander Fleming 20° eeuw
    medicijnmannen en tovenaars voor Christus
    Louis Pasteur 19° eeuw
    Florence Nightingale 19° eeuw
    Antonie van Leeuwenhoek 17° eeuw
  7. In welke periode werd ziekte gezien als een straf van God?
    in de periode voor Christus
  8. Wat is het symbool van de geneeskunde?  Wat is de naam van dit teken? Naar wie of wat verwijst dit symbool? 
    Geef de naam, de nationaliteit, de eeuw en de belangrijkste verwezenlijking(en).
    1. staf met een slang
      artsen-autosticker
    2. Esculaapteken
    3. Asklepios (Griekse God van de geneeskunde, zoon van Apollo de zonnegod)
    4. Griek
    5. 13° eeuw VOOR Christus
    6. ontstaan eerste "ziekenhuizen", tempels met gasthuizen, turnzalen, badhuizen
  9. Hoe noemt men in de Griekse God van de geneeskunde?
    Asclepios
  10. Situeer in tijd en ruimte: "De eerste ziekenhuizen waren in feite tempels waarin de goden werden vereerd.".
    Griekenland, 13° eeuw voor Christus
  11. Wie schreef de bekendste gedragscode voor geneesheren? 
    Geef de naam, de nationaliteit, de eeuw en de belangrijkste verwezenlijking(en).
    1. Hippocrates, de vader der geneeskunde
    2. Griek (geboren op eiland Kos)
    3. 5°-4° eeuw voor Christus
    4. ziekte staat los van God!!!!, gezondheid = soort evenwicht tussen 4 sappen (bloes, slijm, zwarte gal en gele gal),
      ziekte een onevenwicht tussen de 4 humoren (sappen), een teveel van een sap
  12. Wat had volgens Hippocrates een invloed op het evenwicht tussen de 4 lichaamssappen?
    Hoe kon een dokter het evenwicht herstellen?
    dieet en levenswijze
    door in te grijpen op de levenswijze, de voeding, geneesmiddelen toe te dienen, zweetkuren, braakmiddlen, en aderlatingen.
  13. Wie is de vader van de geneeskunde? Wanneer leefde hij?
    Hippocrates (460-377 voor Christus)
  14. Mevrouw X is zwartgallig.
    Bespreek de oorsprong van deze uitdrukking.
    Deze dame heeft teveel van 1 van de 4 humoren (vloeistoffen of sappen) dat Hippocrates voor het eerst beschreef.
    Deze dame heeft namelijk teveel zwarte gal.
  15. Student X is een echte slijmbal.
    Bespreek de oorsprong van deze uitdrukking.
    Deze student heeft een teveel aan 1 van de 4 humoren (vloeistoffen of sappen) dat Hippocrates voor het eerst beschreef.
    Deze student heeft namelijk teveel slijm.
  16. Wat is de eed van Hippocrates?
    een gedragscode voor artsen
  17. Geef 3 elementen uit de eed oorspronkelijke van Hippocrates.
    beroepsgeheim, geen hulp bij actieve euthanasie, geen chirurgie werk doen (dit was toen minderwaardig en vuil werk voor arbeiders (barbieren)), geen seksuele relaties met patiënten
  18. Wat weet je van Celsus?
    Geef de nationaliteit, de eeuw en de belangrijkste verwezenlijking(en).
    1. een Romein
    2. 1° eeuw na Christus
    3. het was een encyclopedist die de symptomen van een  inflammatie beschreven heeft,
      rubor, dolor, calor, tumor
  19. Wat weet je van Soranus?
    Geef de nationaliteit, de eeuw en de belangrijkste verwezenlijking(en).
    1. een Romein
    2. 1° eeuw na Christus
    3. het was een vrouwenarts, dit was vrij een uitzonderlijk voor een man in die tijd
    4. hij beschreef kering op de voet
  20. Wat weet je van Galenus?
    Geef de nationaliteit, de eeuw en de belangrijkste verwezenlijking(en).
    1. een Grieks-Romeins arts/filosoof
    2. 2° eeuw na Christus
    3. hij bouwt verder op de humorentheorie van Hippocrates en voegt er de temperamentleer aan toe
      vb choleriek type, zwartgallig type
      hij had een verkeerd idee van de bloedsomloop, als eb en vloed
      secties op dieren, apen en varkens
  21. Was Galenus (130-200 na Christus) een filosoof?
    ja
  22. Wie verbeterde er Galenus werk wat betreft anatomie, (het werk van de grote Grieks-Romeinse arts).
    Wanneer was dat?
    Wat was zijn nationaliteit?
    de Belg Andreas vesalius in de 16° eeuw (PS Toen bestond België nog niet.)
  23. Hieronder vier afbeeldingen.

    Welke afbeelding past bij welke term?
    flegmatische type
    cholerische type
    melancholische type
    sanguinische type
    Welke term past bij welke beschrijving?
    opvliegend van aard/choleriek
    kalm en bedaard/slijmbal
    levendig/warmbloedig
    neerslachtig/zwartgallig
    Welke verklaring past bij welke afbeelding/type/beschrijving?
    overheersing gele gal
    overheersing zwarte gal
    overheersing slijm
    overheersing bloed
    Bespreek de oorsprong van de woorden humor, humeur.
    Deze woorden komen van humoren of vloeistoffen. De oorsprong van de humorenleer ligt bij Hippocrates (Griek, 5° eeuw voor Christus), deze leer werd door Galenus van Pergamon (Griek/Romein 2° eeuw na Christus) bewerkt tot temperamentenleer. Een goed humeur of een slecht humeur, veel of weinig humor heeft te maken met de samenstelling van de humoren slijm, gele/zwarte gal en bloed.
     

    sanguinische type melancholische type flegmatische type cholerische type
    levendig/warmbloedig neerslachtig/zwartgallig kalm en bedaard/slijmbal opvliegend van aard/choleriek
    overheersing bloed overheersing zwarte gal overheersing slijm overheersing gele gal
  24. Het historische jeugdboek "Kruistocht in een spijkerbroek" (van Thea Beckman) speelt zich af, rond het jaar 1212. Op bladzijde 72 kan je lezen:
    "Ondanks slechte verbindingen deden berichten en geruchten in deze tijd snel de ronde. Tot tachtig mijlen in de omtrek was het lot van de stad Spiers bekend geworden. Iedereen wist hoe de burgers van die welvarende stad het kinderleger aanvankelijk zelfzuchtig hadden bejegend en hoe God hen diezelfde nacht het hemelvuur zond om hen voor hun hardheid te straffen. Slechts aan de vurige smeekbeden van de heilige kinderen hadden de burgers van Spiers het te danken dat alleen een deel van de stad werd verwoest."

    1. In welke periode spelen de kruistochten zich af?
      in de Middeleeuwen

    2. Welke Godsbeeld heeft men hier?
      de straffende God

    3. Hoe kan men God beïnvloeden?
      door te bidden

  25. Wanneer situeer je de middeleeuwen?
    5° tot 15° eeuw (476 val van het West Romeinse rijk - 1492 Columbus ontdekte Amerika)
  26. Ik loop rond in de stad Ieper en tref er het Stedelijk Museum. Op een infobord bij een gebouw lees ik: St.-Godelievekapel van het Sint Jansgodhuis.
    Het gebouwtje maakte als wasplaats deel uit van het St. Jansgodshuis. Volgens sommige bronnen zou Godelieve van Gistel ca. 1070 in het godshuis de nacht hebben doorgebracht toen ze voor haar man Bertolf op de vlucht was van Gistel naar Boulogne.
    Godshuizen -bestemd voor opvang van zieken, pelgrims en reizigers verrezen nabij de stadspoorten. Dit 'passantenliedenhuis', zoals het vroeger genoemd werd, gaat terug tot een stichting ontstaan tijdens de crisisperiode (1270-1274) in de Ieperse lakennijverheid ten gevolge van een verbod op de uitvoer van wol.


    Vanaf welke eeuw was er in Europa een opbloei van handel en steden?
    In welke eeuw werden in vele Vlaamse steden hospitalen opgericht?
    12° eeuw
    einde 12° eeuw
  27. Wie zorgde in de middeleeuwen voor de zieken?
    In de middeleeuwen bouwde de kerk gathuizen of hospitalen.
  28. Leg de oorsprong van het woord hospitaal uit.
    hospes = gast, dus hospitaal komt van gasthuis, huis om gasten te ontvangen
    In de beginne kwamen daar vooral pelgrims en reizigers, later zieken
  29. Wanneer werd het Sint-Janshospitaal in Brugge gesticht?
    in 1150
  30. Door wie werd het Sint-Janshopitaal opgericht? Pas op laat je niet vangen!
    1. door de zusters Augustinessen
    2. in opdracht van de stedelijke gemeenschap
    3. Het antwoord is in opdracht van de stedelijke gemeenschap
  31. Ik loop rond in de stad Ieper. Niet ver van de Menenpoort staat een gebouw van 75 meter hoog.

    In de 12° eeuw werd hier een Romaanse kerk opgericht, maar in de 14° eeuw werd ze vervangen door een gotische hallenkerk, die zwaar heeft geleden onder de godsdienstoorlogen, onder andere de geuzen.
    De kerk werd tijdens de franse revolutie onder andere gebruikt als voedermagazijn. Tijdens de eerste wereldoorlog werd de kerk op de onderbouw na geheel verwoest. De wederopbouw gebeurde identiek zoals voor de oorlog met een hallentoren geflankeerd door 4 hoektorentjes.


    In welke periode situeer je het ontstaan van deze kerk? Geef de meest gekende naam voor dit tijdperk.
    Wanneer was de Franse Revolutie (jaar + eeuw)?
    Wanneer was de eerste wereldoorlog (jaar + eeuw)?
    middeleeuwen (500-1500)
    1789, 18° eeuw
    1914-1918, 20° eeuw
  32. "In de middeleeuwen werden mensen die leden aan een besmettelijke ziekte opgevangen in pesthuizen en leprozerijen.
    Wat is de oorzaak van de pest en lepra?
    een bacterie?
  33. Wat weet je van de ziekte de pest?
    1. Synoniem?
      de zwarte dood
    2. Infectieziekte?
      ja, een besmettelijke ziekte veroorzaakt door een micro-organisme (organisme enkel te zien met microscoop)
    3. Verwekker?
      bacterie, Yersinia pestis
    4. Voorkomen?
      vaak endemisch of pandemisch
    5. Besmettingsbron?
      ratten
    6. Besmettingsweg?
      overdracht gebeurt door de rattenvlo of pestvlo
    7. Incubatietijd?
      2 tot 6 dagen, dus minder dan een week
    8. Symptomen?
      de symptomen van builenpest wordt veroorzaakt door zwelling van lymfeklieren, later gevolgd door longontsteking
    9. Diagnose (onderzoeken)?
      kliniek, dit zijn de symptomen
    10. Behandeling (vroeger)?
      zweetkuren, aderlatingen, en uitsnijden van builen
    11. Preventie (vroeger)?
      Lange tijd heeft men ook gedacht dat de pest werd verspreid door 'bedorven en besmette lucht'. In de straten brandde men tonnen met pek en soms ook kruiden.
    12. Prognose?
      vaak de dood
  34. Wat weet je van de ziekte de lepra?
    1. Synoniem?
      melaatsheid
    2. Infectieziekte?
      ja, een besmettelijke ziekte veroorzaakt door een micro-organisme (organisme enkel te zien met microscoop)
    3. Verwekker?
      veroorzaakt door de aan de tuberkelbacterie verwante bacterie Mycobacterium leprae, de leprabacil
    4. Voorkomen?
      sinds de middeleeuwen komt het hier niet meer voor, wel endemisch in ontwikkelingslanden
    5. Besmettingsbron?
      de mens
    6. Besmettingsweg?
      overdracht gebeurt van mens op mens, via de ademhaling door hoesten of niezen
    7. Incubatietijd?
      enkele jaren
    8. Symptomen?
      huid- en slijmvliesaantasting
    9. Diagnose (onderzoeken)?
      kliniek, dit zijn de symptomen
    10. Behandeling (vroeger)?
      afzondering, nu antibiotica
    11. Preventie (vroeger)?
      afzondering, zich aankondigen met de klepper.
    12. Prognose?
      vaak de dood
  35. Vul aan, met de naam van "de grootste Belg".  Tweemaal dezelfde naam.
    Bij aankomst in Honolulu (1864) wordt ...................... bij gebrek aan priesters meteen tot priester gewijd. De melaatsenkolonie op Molokaï wordt al in het daaropvolgende jaar gesticht. Maar tot aan de komst van ....................................  blijven de lepralijders aan hun lot overgelaten.
    pater Damiaan
  36. Het historische jeugdboek "Kruistocht in een spijkerbroek" (van Thea Beckman) speelt zich af, rond het jaar 1212. Op bladzijde 72 kan je lezen:
    "Op het hoogtepunt van de roodvonkepidemie, drie dagen nadat ze het kamp hadden ingericht, stierven er dertig kinderen op een dag."

    1. Leg uit: epidemie
      een groot aantal personen, op een bepaalde plaats, op een bepaalde tijd (plots), dezelfde infectieziekte

    2. Zoek betekenis van roodvonk in je "zakwoordenboek der geneeskunde".

    3. Hoe behandelde men in die tijd roodvonk?
      door de kinderen zo goed mogelijk te voeden, drank toe te dienen (kruidenthee) onderdak te geven, en veel te laten slapen, zodat hun eigen afweer de ziekte kon bevechten

    4. Hoe zou men nu roodvonk behandelen?
      met antibiotica

    5. Waarom waren ze toen niet bang van de dood?
      omdat ze overtuigd waren dat ze direct naar Gods Koninkrijk mochten

  37. Bespreek de functie van een barbier, doctor en chirurgijn.
    doctor = artsen, die zich bezighielden met interne geneeskunde
    chirurgijn = scheren en amputeren van lichaamsdelen
    barbier = scheren, knippen, aderlaten, spalken,tanden trekken en zweren en open wonden verzorgen.
  38. Wat weet je van steensnijden of keisnijden?
    een kwakzalversbehandeling uit de middeleeuwen
  39. Wat weet je van de schilder van "Het Laatste Avondmaal" en de "Mona Lisa".
    Leonardo Da Vinci, Italiaan, 15° eeuw, ontleedde en schilderde mensenlichamen.
  40. Welke kunstenaar kreeg van de paus toestemming om menselijke lichamen te ontleden?
    Leonardo Da Vinci
  41. Wie is de auteur van "De Humani Corporis Fabrica Libri Septem", (Over de structuur van het menselijk lichaam)?
    Geef de naam, de nationaliteit, de eeuw en de belangrijkste verwezenlijking(en).
    Andreas Vesalius, Belg, 16° eeuw, schrijver van her eerste moderne boek over de anatomie van de mens. Hierin toonde hij aan dat Galenus veel fouten had gemaakt.
  42. A. Vesalius verwierp een theorie over de anatomie van het menselijk lichaam die 1400 jaar had stand gehouden.  Van wie was deze theorie?
    Geef de naam, de nationaliteit, de eeuw en de belangrijkste verwezenlijking(en).
    Galenus, een Grieks-Romeins arts, 2° eeuw na Christus, hij bouwt verder op de humorentheorie van Hippocrates en voegt er de temperamentleer aan toe, vb choleriek type, zwartgallig type, hij had een verkeerd idee van de bloedsomloop, als eb en vloed, deed secties op dieren, apen en varkens
  43. Wat weet je over William harvey?
    Engelsman, 17° eeuwontdekte de gesloten bloedsomloop
  44. Vul aan:  In Nederland vervaardigde ............................................................. (1632-1723) een krachtige microscoop uit één lens waarmee hij nietige organismen kon waarnemen, of 'kleine dierkens' zoals hij ze noemde.  In de 19° eeuw onderkende de Fransman ........................................................... (1822-1885) het verband tussen micro-organismen en ziekten.   In 1876 bewees de Duitse bacterioloog ............................................ (1843-1910) dat een ziektekiem de oorzaak is van antrax, een ernstige bacterie-infectie van vee die een enkele keer op mensen overgaat.
    Antonie Van Leeuwenhoek , Louis Pasteur, Robert Koch
  45. Wie is deze man?

    Jan Palfijn, geboren in kortrijk, meester in de gilde van de barbiers en leraar anatomie en chirurgie in Gent, ontwerper van de verlostang of 'les mains de fer'.
  46. Bespreek de ontdekking van het koepokvaccin.
    Edward jenner, Brit, 18° eeuwdiende het vaccin tegen pokken toe
  47. Bespreek de oorsprong van het woord vaccinatie.
    vacca = koe, eerste vaccin was het koepokkenvaccin
  48. Wie is Vincentius a Paolo?
    Stichter van de orde (congregatie Filles de Charité, voorloper van de zusters van Liefde)
    Vincentius zag in dat er voor verpleegkunde meer nodig was dan medelijden en goed wil, het verzorgen vraagt naast inzet ook bekwaamheid.
  49. Waardoor werden pokken veroorzaakt?
    door een micro-organisme met name koepokken
    Wat waren de symptomen van pokken?
    puisten
    Waaruit bestaat is de behandeling?
    rust
    Bestaat er een vaccin? Wie ontwikkelde dit vaccin?
    Edward Jenner ontdekte dit vaccin.
  50. Wat is de oorzaak van dysenterie?
    amoebe, een protozo (er is ook een andere vorm verwekt door een bacterie)
    Wat zijn de symptomen van dysenterie?
    bloederige diarree
    Waaruit bestaat is de behandeling?
    als de oorzaak een amoebe is: een antiparasitaire middelen
  51. Wat is de oorzaak van tyfus?
    een bacterie; salmonella
    Symptomen?
    diarree
  52. Wat is de oorzaak van cholera?
    een bacterie; bacil
    Symptomen?
    diarree
  53. Wie is de "Lady with the lamp"?
    Florence Nightingale
  54. Op 12 mei is er elk jaar de internationale dag van de verpleegkunde. Geef de oorsprong van deze datum.
    Dit is de geboortedag van Florence Nightingale.
  55. Werden zwakzinnigen voor de 19° eeuw behandeld?
    neen
  56. Hoe noemde men de huizen waarin krankzinnigen geboeid en gefolterd werden?
    dolhuizen
  57. Geef een ander woord voor dollen.
    bezetenen of krankzinnigen
  58. Welke Gentse psychiater zorgde ervoor dat krankzinnigen een behandeling kregen? In welke eeuw was dat?
    Joseph Guislain, 19° eeuw
  59. Wie leefde eerst? Sigmund Freud of Guislain.
    Guislain
  60. Wie was de oprichter van onderstaande congregaties?
    1. de zusters van Liefde van Jezus en Maria
    2. de broeders van Liefde
    3. de broeders van Sint Jan de Deo
    4. de zusters van Kindsheid Jesu
      Petrus Jozef Triest
  61. Wie bedacht de rotatietherapie?
    Guislain
  62. Wat typeerde de bouw van de krankzinnigeninstelling in Gent?
    pavilioenbouw
  63. Met welk onderzoek meet men de stroomsnelheid van het bloed?
    doppler
  64. Wie lag aan de oorsprong van het blindenschrift?
    Geef de naam, de nationaliteit en de eeuw.
    de Fransman Braille, 19° eeuw
  65. Van wie moest men voor het eerst zijn handen  wassen en ontsmetten voor het assisteren bij bevallingen?
    Geef de naam, de nationaliteit en de eeuw.
    de Hongaar Semmelweis, 19° eeuw
  66. Wie beschreef de pathogenese van een embolie en een trombose
    Geef de naam, de nationaliteit en de eeuw.
    de Duitser Virchow, 19° eeuw
  67. Wie lag aan de oorsprong van de erfelijkheidswetten?
    Geef de naam, de nationaliteit en de eeuw.
    de Tsjech Mendel, 19° eeuw
  68. Wie gaf zijn naam aan een werkwoord die het volgende betekent: "Bewerking waarbij een consumptieartikel, zoals melk of bier, zodanig wordt verhit, dat dit wel zijn gunstige eigenschappen blijft behouden, maar geen schadelijke micro-organismen meer bevat en dus langer houdbaar is."
    Geef de naam, de nationaliteit, de eeuw en de belangrijkste verwezenlijking(en).
    de Fransman Louis Pasteur, 19° eeuw, pasteuriseren
  69. Wie is de grondlegger van de microbenleer (microbiologie)? 
    Geef de naam, de nationaliteit, de eeuw en de belangrijkste verwezenlijking(en).
    Louis Pasteur
  70. Wie zei: "De rol van het oneindig kleine lijkt me oneindig groot"?
    Geef de naam, de nationaliteit, de eeuw en de belangrijkste verwezenlijking(en).
    Louis Pasteur
  71. Wie gaf zijn naam aan de verwekker van tuberculose?
    Geef de naam, de nationaliteit, de eeuw en de belangrijkste verwezenlijking(en).
    Robert Koch
  72. Geef de naam van 4 bacteriologen en situeer hen in de tijd.
    I. Semmelweis, L.Pasteur, J Lister, R.Koch: 19° eeuw
  73. Wie lag aan de basis van de oprichting van het Rode Kruis?
    de Zwitserse bankier Henry Dunant
  74. Vul aan:  Tot ongeveer 1960 traden na een operatie meestal infecties op.  Den Schotse chirurg ............................................... (1827-1912) gebruikte carbolzuur als ontsmettingsmiddel.  Toen de Hongaarse arts ....................................................... (1818-1865) dokters kon overtuigen om, voor een bevalling hun handen te wassen, traden infecties van kraamvrouwen veel minder op.
    Joseph Lister, Ignaz Semmelweis
  75. Waarom schrijven verpleegkundigen vaak RR als ze de bloeddruk bedoelen?
    Dit zijn de initialen van Riva Rocci, de Italiaanse arts die de bloeddrukmeter ontwikkelde.
  76. Wie ligt aan de basis van de psychoanalyse?
    Sigmund Freud
  77. Wie ontwikkelde de bloedgroepentheorie, het A B O-systeem?
    Karel Landsteiner
  78. Wie bereidde voor het eerst het hormoon dat de β-cellen van de eilandjes van Langerhans produceren? Hoe noemt dat hormoon?
    Banting, insuline
  79. Wie ligt aan de oorsprong van een RX? Naam? Nationaliteit? Eeuw? Belang?
    Wilhelm Conrad Röntgen
  80. Wie lag aan de basis van de ontdekking van radioactiviteit? Naam? Nationaliteit? Eeuw? Belang?
    Marie Curie
  81. Hoe noemt me, het eerst ontwikkelde antibioticum? Wie ontdekte dat? Wat was zijn/haar nationaliteit? In welke eeuw? Leg antibiotica taalkundig uit. Leg het woord medisch uit. Wat was de oorsprong van het eerste antibioticum?
    1. penicilline
    2. Alexander Fleming
    3. Engelsman
    4. 20° eeuw
    5. anti = tegen, bios = leven
    6. geneesmiddel tegen bacteriële infecties
    7. Penicilline was een stof afgescheiden door een penseelschimmel (Penicillium chrysogenum, vroeger: Penicillium notatum).
      Sir Alexander Fleming (Darvel, 6 augustus 1881 – Londen, 11 maart 1955) was een Britse arts en microbioloog in het veld van de medische microbiologie, die voor de ontdekking van penicilline een Nobelprijs heeft gekregen.
      Bron foto: Wikipedia
      Sir Alexander Fleming (Darvel, 6 augustus 1881 – Londen, 11 maart 1955) was een Britse arts en microbioloog in het veld van de medische microbiologie, die voor de ontdekking van penicilline een Nobelprijs heeft gekregen.
      Antibioticagebruik in België fors gedaald.
  82.  
  83.  

 

 

Extra werkmateriaal:

 

Opleiding tot gediplomeerd verpleegkundige                                                                                  HBO Verpleegkunde Ic dien Roeselare