| BRONNEN: |
Kasteel Hoensbroek
http://www.kasteelhoensbroek.nl/file.php?1
Op 6 februari 1712 werd erfmaarschalk Willem
Adriaan van en tot Hoensbroeck door de leenhof van Cranendonck
beleend met de Oesterse tol. Zijn zus, de douairiere Schenck,
kreeg in 1720 weer toestemming om met de molenaarskar van Swalmen
naar Roermond te gaan. Op 23 maart 1733 deed de markiezin, onder
voorbehoud van vruchtgebruik, afstand van haar rechten op de nalatenschap
van wijlen haar man, ten voordele van haar broer en diens kinderen.
Enkele dagen later, op 2 april, oorkondde de markiezin dat zij
vasthield aan het vruchtgebruik van de goederen die haar volgens
huwelijkse voorwaarden en krachtens landrecht toekwamen, aangezien
de heren baronnen De Villers bij hun verzoekschrift van 6 oktober
1732 het proces tegen haar hadden hervat inzake deze goederen
die deel uitmaakten van de nalatenschap van wijlen haar echtgenoot
Arnold. De verklaring werd mede ondertekend door haar broer Willem
Adriaan van en tot Hoensbroeck. Deze nam op 29 april 1733 de plaats
in van zijn zus en vervolgde de gerechtelijke procedures.
www.loegiesen.nl/toponiemen/KasteelHillenraad.htm
Zu den wenige Rittersitzen am Niederrhein, die
durch Vorburgen mit mächtigen Türmen und Wassergräben noch heute
als einst stark befestigte Burganlagen zu erkennen sind, gehört
das Schloss Haag bei Geldern. Der Name "Haag" stammt
vom altdeutschen Wort "Haeg" und bezeichnet ein Gehölz.
Haus Haag war ursprünglich vollständig von Wäldern und Sümpfen
umgeben. Seit Mitte des 14. Jahrhunderts war der Haag Wohnsitz
des mächtigen Rittergeschlechts "deren von Boedberg".
Diese Familie baute zwei Höfe "in gen Haeg" nach und
nach zu einer befestigten Burganlage aus. In dieser Zeit entstanden
die beiden noch erhaltenen trutzigen, mit Schießscharten versehenen
Rundtürme sowie Teile der Umfassungsmauer mit einem weiteren viereckigen
Turm. Die Umfassungsmauer war mit einem Wehrgang versehen, der
auf breiten gotischen Spitzbögen verankert war. Oberhalb des Wehrgangs
befinden sich noch heute regelmäßig angeordnete Schießscharten.
Wie das gesamte Land am Niederrhein hatte Schloss Haag im spanisch
- niederländischen Krieg (1568 - 1648) unter den Ausschreitungen
der hier einquartierten Truppen so stark zu leiden, dass sich
der Magistrat der Stadt Geldern auf Bitte der Familie von Boedberg
an den in spanischen Diensten stehenden Gouverneur und Herrn von
Parma, Alexander Farnese, wandte, mit dem Wunsch, die Befestigungsanlagen
des Hauses Haag zu schleifen.
Als die Familie von Boedberg keine direkten Nachkommen mehr hatte,
gelangte das Haus 1613 an ihren Schwager Ulrich von Hoensbroech.
Im Jahre 1618 fiel Ulrichs Sohn Adrian von Hoensbroech das alleinige
Erbe zu, mit dem auch das Amt des Erbmarschalls verbunden war.
Adrians Sohn, Arnold - Adrian Freiherr von und zu Hoensbroech,
wurde wegen seiner Verdienste als spanischer Abgesandter an fast
allen deutschen Höfen 1675 von Carl II., König von Spanien, in
den Marquisen - Stand erhoben. Er ließ das Schloss und die axial
angelegten Vorbauten von Grund auf erneuern.
Bron:http://www.kreis-kleve.de/kommunen/kreis_kleve/sehensw.nsf/0/205ed01333eb887a41256a1e003dccfd?OpenDocument
|
