Hongarije

Hongarije - 1100 jaar in het hart van Europa

De oppervlakte van het land bereikt nog niet eens de 100.000 km˛, de taal wordt nergens andersgesproken, de volksliederen zijn niet met anderen te vergelijken, en toch: al meer dan 100 jaar leeft en woont het Hongaarse volk in het midden van Europa. Ondanks de veelvuldige mensen en waardevernielingen in de loop van de geschiedenis kan het nog zulke waardevolle dingen de zijne noemen, waarvoor velen uit verre landen komen om ze op te zoeken
Hongarije ligt in Midden-Europa in het bekken van de Karpaten. De twee belangrijkste rivieren zijn de Donau en de Tisza. Het klimaat is continentaal, koudste maand januari ( gem. temp. -1,3 ş C ), warmste maand juli ( gem. temp. 23,2 ş C ).

Druif en wijngoden moeten erg van het Hongaarse land - Pannonia - hebben gehouden. Ze hebben dit land immers gezegend met een grote variatie aan bodemsoorten en de noodzakelijke zonneschijn voor de druif. Dankzij de gulle gaven van moeder natuur is er sinds vele eeuwen een bloeiende wijncultuur.Het waren de Romeinen die de eerste wijnstokken in het vruchtbare Karpatenbekken introduceerden. Rond het Fertó-meer , in Szerémség, Baranya, Tolna en het Buda gebergte werden de eerste wijngaarden aangelegd. Strijders van Atilla de Hun namen het goddelijke vocht tot zich tijdens hun bacchanale riten en feesten.

Ten tijde van de landbezetting (896), gaf het Hongaarse stamhoofd Árpád complete wijngaarden gelegen op de legendarische Tokaj helling- aan trouwe volgelingen. De nectar afkomstig uit Szekszárd Somlóvásárhely, Pannonhalma, Mór, Eger en Csopac werd spoedig waardevolle handelswaar en vormde een voorname bron van inkomsten. In de 14e eeuw werden er tal van nieuwe wijngaarden gesticht. In Sátoraljoújhely en Somló ontstonden adellijke en koninklijke wijndistricten. De vraag naar wijn uit Gyöngyös, Debró Verpelét en Domoszló nam sterk toe. De steden Sopron, Poszony, Köszeg en buda beschermden de eigen wijnen op strenge wijze. De invoer en verkoop van vreemde wijnen was in deze steden ten strengste verboden.
Al vóór de 150 jaar durende Turkse overheersing werden Italiaanse en Franse druiven naar Hongarije geëxporteerd. Het recept van de witte wijn vermout was op dat moment al bekend. De Serviërs, die voor de Turken op de vlucht waren brachten de Kadarka-wijn naar Eger. Op de laagvlakte rond Alföld komen druiven voor die de naam Rode Karmazijn (Veres Karmaszint) en Zwarte Muskadet ( Fekete Muskotäly) dragen.

Met de technieken geleerd van de Serviërs produceerden de Hongaren al vroeg gedroogde druiven, rozijnen, brandewijn en was zelfs het bereidingsproces van rode wijn bekend. De 16e eeuw stond in het teken van de zoete witte wijn Tokaj. Rond 1560 werd in Tokaj-Hegyalja de grond al drie keer omgeploegd, en nam de late druivenoogst van van gedroogde (Aszu) druiven een vogelvlucht. 28 oktober , de naamdag van Júda Simon, werd benoemd tot de eerste dag van de nieuwe druivenoogst.

" Wijn der koningen, koning der wijnen"' Zo refereerde de Franse koning Lodewijk de XIVe aan Tokaj. Deze wijn werd de meest geliefde drank aan de verschillende Europese hoven. Voor het produceren van de Aszú wijnen zijn steeds modernere technieken ontwikkeld en er is ooit een ware klopjacht geweest op de recepten van de verschillende wijnen.

Van alle wijnen uit de Balaton streek ,wordt de wijn uit Badacsony het meest gewaardeerd. In het laatste decennium van de 18e eeuw ontstonden er grote zandvlakten door ontginning van de poesta's in het gebied tussen de Donau en de Tisza. Er zijn hier gigantische hoeveelheden druiven geplant om zo verstuiving tegen te gaan. Ondanks vele tegenslagen is sinds de 90er jaren de productie van kwaliteitswijnen en daarmee de traditionele wijncultuur en haar waarden weer op gang gekomen. Kenners voorspellen een mooie toekomst voor de traditionele druivenrassen en streekwijnen.

Hongarije behoort tot de meest veelzijdige en beste wijnlanden van Europa. Het overtreft op vele gebieden de dikwijls overroepen (en geprijsde) Franse kwaliteitswijnen. Hongarije produceert een serie wijnen met een volstrekt eigen en uniek karakter. Al deze wijnen komen voort uit een rijke wijnbouwtraditie die teruggaat tot zelfs voor de tijd dat de Romeinen hier hun provincie Pannonia stichtten. Een traditie die invallen van de Mongolen in de 13e eeuw, de bezetting van een groot deel van het land door de Turken in de 16e en begin 17e eeuw, en, in de meer recente geschiedenis, het verlies van grote gebieden aan buurlanden overleefde. In het midden van de 16e eeuw ontdekte men in Hongarije het hoe en waarom van het verschijnsel botrytis cinerea (edele rotting). Dit was de sleutel tot het latere succes van Tokaj.

Evenals in de buurlanden had de nationalisatie van de wijnbouw na 1945 een ongunstige uitwerking op de ontwikkeling daarvan. De liberalisering van de economie heeft echter gezorgd voor de komst van kapitaalkrachtige buitenlandse investeerders, onder wie enkele zeer gerenommeerde wijnproducenten. Dit leide dan  tot het ontstaan van individuele domeinen. Hongarije kreeg in 1997 een nieuwe wijnwetgeving die de nodige ruimte biedt voor experimenten. Het land profileert zich internationaal vooral met droge witte wijnen.

Kwalificatie van de wijnen:

De Hongaarse wetgeving onderscheidt, naast de mousserende wijnen (pecsenye bor), drie soorten stille wijnen:

Tafelwijnen (asztali)

Gewone kwaliteitswijnen (minöségi bor)

Speciale kwaliteitswijnen (kölönleges minöségi bor).

Druivensoorten:

Hongarije is een vrij vlak land, waardoor vrijwel het hele grondgebied geschikt is voor de verbouw van druiven. De wijnexport in dit land beperkte zich voorheen tot de zoete Tokajwijnen. Hier is de laatste decennia veel verandering in gekomen. Met groeiend succes worden tafelwijnen geproduceerd, die gedeeltelijk afkomstig zijn van Franse druivensoorten Cabernet franc, Cabernet sauvignon en Merlot, waardoor ze vaak een westerse indruk wekken. Een groot deel van de productie draait echter op Hongaarse druiven, zoals de witte Furmint en de blauwe Kadarka.

De wijngebieden:

Hongarije bezit 22 wijngebieden waar uiteenlopende soorten wijn worden geproduceerd van vele soorten druiven die een bijdrage leveren aan het ontstaan van vele kleuren smaken en geuren in elke afzonderlijke wijn. Hieronder vind je een opsomming van de 22 wijngebieden:

1.     Csongrád: "De vurige Csongrádi Kadarka".

2.     Hajós-Baja: "De vurige wijnen uit kelders".

3.     Kunság: "De schat van het gouden zand".

4.   Ászár-Neszmély: "De parel van de blauwe Donau".

5.   Badacsony: De wijngebieden van Badacsony en Balatonfüred-Csopak (op de noordelijke oever van het Balatonmeer) produceren de "vurige wijnen van de slapende vulkaan".

6.     Balatonfüred-Csopak: De omgeving van het Balatonmeer levert een goede Chardonnaywijn. Omschrijving van de wijnen uit dit gebied: "De vurige wijnen van de rode grond".

7.   Balatonmellék:  "De wijnen uit het vurige Keteldal".

8.     Etyek-Boeda: Hier wordt een uitstekende zure wijn geproduceerd, die dient als basis voor mousserende wijnen. Men produceerd ook zelf  wijn en schuimwijnen (Champagne). Veel van de hier geproduceerde most of druivensap wordt uitgevoerd naar andere schuimwijn- producenten (Champagne).

9.   Mór: Hier wordt o.a. de typische Hongaarse Móri Ezerjó geproduceerd; een groenachtige witte wijn, die jong gedronken wordt. Omschrijving: "De geheimen van de kapucijner kelders".

10.   Pannonhalma-Sokoróalja: In deze vrij recente toevoeging aan de Hongaarse wijngebieden worden geurige, frisse wijnen gemaakt. Omschrijving: "De wijnen van de Benedictijnse abdij".

11.   Somló: Deze kleinste Hongaarse wijnstreek bevindt zich op een vulkanische ondergrond. De hier geproduceerde wijnen doen denken aan droge Szamorodni uit de Tokaj-streek. Omschrijving: "De vurige Somlai wijnen voor tijdens de huwelijksnacht......"

12.  Sopron: Geografisch gezien grenst dit gebied aan het Oostenrijkse Burgenland, ondanks dat de ondergrond anders is. In tegenstelling tot de rest van Hongarije, zijn de zomers er koeler en valt er meer neerslag. De rode wijnen bevatten er meer tannine dan elders, waardoor ze na een langere rijpingstijd voller worden. De witte wijnen uit deze streek kunnen van de plaatselijke omstandigheden profiteren, waardoor ze fris en levendig zijn. Omschrijving van de wijnen: "De wijnen van de Poncichter trouw".

13.    Zuid-Balaton: "De wijnen van hoop & geloof".

14.  Mecsekalja: "Het land van de kruidige wijnen".

15.   Szekszárd: Dit is één van de oudste wijngebieden van Hongarije en tevens een van de bekendste producenten van rode wijn, waarbij van oudsher de kadarkadruif een belangrijke rol speelt. Deze druif vereist bij het verbouwen en bij het late oogsten speciale zorg. De vervaardigde wijn is slechts in kleine hoeveelheden beschikbaar. De overheersende rol van de Kadarka is recentelijk overgenomen door de Cabernet, Kékfrankos en Merlot. Dit doet echter niet af aan de goede kwaliteit van de wijnen uit deze streek. Uit deze streek is eveneens de Szekszárdi Bikavér afkomstig, die niet onder doet voor het Stierenbloed. De omschrijving van de wijnen uit dit gebied luidt: "De wijnen van Schubert en Liszt".

16.    Villány-Siklós: Dit is de meest zuidelijke wijnstreek van Hongarije met een ondergrond van leisteen. In Villány worden rode wijnen geproduceerd op basis van o.a. cabernet sauvignon, kékoporto, kékfrankos, merlot en pinot noir. In Siklós worden witte wijnen gemaakt van de chardonnay, olasz rizling en traminer. De wijnen worden omschreven als "de vurige wijnen van de duivel".

17.    Bükkalja: "De gouden schat van de oude kelders".

18.    Eger: Uit deze streek is het bekende Stierenbloed (Egri bikavér) afkomstig, dat vervaardigd wordt uit verscheidene wijnen (Kékfrankos met Cabernet, Kékoportó of Merlot). Uit deze streek is eveneens de witte Egri Leányka (op basis van de Leánykadruif) afkomstig. Eger levert daarnaast ook uitstekende Olasz Rizling- en Traminerwijnen.

Nota: Het "Stierenbloed" (of Egri Bikavér in Hongaars) is niet meer de vat-gerijpte, volle en rijke rode wijn die het ooit geweest is. De Kékfrancos (Blaufränkisch of Pinot Noir) werden vervangen door de Kadarka-druiven in de mengeling. Het "bloed" werd hierdoor veel "dunner" en schraler. Het resultaat ervan zou zeker de oude Hongaarse krijgers niet meer bekoren. Het bloed is veranderd in  "zweet en tranen", ...zeker geen geld aan kwijt spelen dus....!!!!

19.     Mátraalja: "Wijnen afkomstig van een eiland in de Pannonzee".

20.    Tokaj-Hegyalja: Tot voor kort was de wijnproductie in deze streek beperkt tot de Tokaji-dessertwijnen. Deze wijnen doen aan Sherry denken en worden geproduceerd in diverse zoetheidsgradaties (van droog tot zoet). De Tokajwijnen (waarvan al in stukken uit de 15e eeuw melding wordt gemaakt) worden ingedeeld op basis van hun suikergehalte: naarmate ze zoeter zijn, krijgen ze meer 'puttonyos'. Deze benaming is afkomstig van de traditionele manden waarin de druiven vergaard worden.
 De zoetste Tokajiwijn is de Aszú-eszencia. Deze wijn draagt de titel  "Wijn der koningen, koning der wijnen". De druiven waarvan deze wijnen worden gemaakt, zijn zeer geconcentreerd, door een natuurlijk proces dat wordt aangeduid met de term "edele rotting". Door een speciaal soort schimmel drogen de druiven in, d.w.z. dat er vocht aan de druiven wordt onttrokken. Een druif heeft na deze indroging relatief meer suikers en smaak- en aromastoffen. Dit proces doet zich alleen voor in wijngaarden waar een naburige beek of rivier voor ochtendnevel zorgt. In Frankrijk maakt men met behulp van hetzelfde natuurverschijnsel (daar noemt men het "pourriture noble") de bekende Sauternes-wijnen. Er wordt in de Tokajstreek overigens ook een goede "gewone" Tokajwijn geproduceerd: de Szamorodni. Deze Tokajwijn is verkrijgbaar in een droge (száraz) en zoete (édes) uitvoering. Zie ook hoofdstuk "Tokaj".

21.  Zala: "Het gebied van de gastvrije kelders".

22.  Tolna: "Vreugde voor de wijnproevers".

 

[Alcohol] [Grondbeginselen] [Praktisch Stoken] [Sterke Dranken] [Kruiden] [Likeuren] [Wijn & Bier] [Technisch] [Informatie]