REPORTAGE. Vrouwelijke piloten in het leger staan hun mannetje
Touch and go met Val en Karen Van onze redactrice
Veerle Beel
14/06/2002
BEVEKOM -- Tegen 850 kilometer per uur in een straaljager door het zwerk
klieven: veel jongens dromen ervan. Maar ook Karen Vandenbroucke (20) en Valerie
Verkeyn (21) maken die 'jongensdroom' waar. Tien jaar na de eerste vrouwelijke
pilote in de luchtmacht, verzekeren zij de opvolging. ,,Mijn moeder maakt zich
meer zorgen als ik op zondagavond met de auto van Gent naar de basis rijd. In de
lucht gebeuren lang niet zo veel ongevallen als op de weg.''
Ze zien er niet speciaal
stoer of 'macha' uit, de twee meiden die hun mannetje staan op de
luchtmachtbasis van Bevekom. Niet te groot, veeleer tenger, allebei lang haar in
een staart gebonden. Hun groene vliegoverall is een paar maten kleiner dan die
van de jongens, en ook het G-pak dat ze voor elke vlucht rond hun benen en buik
moeten spannen is speciaal voor hen versmald.
,,In zekere zin heeft Val voor mij de weg gebaand'', zegt Karen. Zij is een jaar
jonger en zit nog volop in de opleiding tot gevechtspiloot op de Alpha Jet.
Valerie, 'Val' voor de kameraden, is na die opleiding tot instructeur van
beginnende leerling-piloten op de kleinere Marchetti-toestellen aangesteld.
In 1992, liefst 17 jaar nadat het Belgische leger zijn deuren opende voor
vrouwen, kreeg de eerste vrouwelijke pilote in het leger haar vleugels. Maar
sinds Annemie Janssens bleef het terrein bijna een decennium vrouw-vrij.
Karen: ,,Toen 'Val' zich aanbood, was er onder de instructeurs niemand meer die
nog les had gegeven aan haar voorgangster. Een jaar later keken ze al weer niet
meer op van mijn komst. Dat zij slaagde in het toegangsexamen, heeft mij zeker
aangemoedigd om het ook te proberen. En ik heb een G-pak van Valerie in gebruik:
ze hadden er voor haar twee laten verkleinen. We hebben ongeveer dezelfde
maat.''
In dat soort praktische details vervallen ze als ik vraag naar eventuele
hindernissen die ze in het leger als vrouw hebben moeten nemen. Valerie: ,,Er
stond ook geen afvalemmertje in de toiletten.''
Maar verder voelen ze zich bij de luchtmacht even goed thuis als de jongens van
hun 'prom', met wie ze sinds het begin van hun opleiding een hecht team vormen.
Drie maanden hebben ze samen door de modder en het slijk gekropen, koude nachten
doorgebracht onder een open hemel: dat soort dingen schept een band.
Karen en Valerie waren als tiener allebei bij de Luchtmachtkadetten aangesloten.
Dat is een vzw van het leger die aan jongeren de kans geeft om gratis te leren
zweefvliegen. Ze kregen er de microbe te pakken, raakten gefascineerd door het
zicht op de wolken en het landschap dat geluidloos onder hen door schoof.
,,Je moet er ook een soort uniform aan en er komen geregeld piloten van het
leger langs om over hun ervaring te vertellen. Zo kregen we zin in meer en we
leerden er ook wat er van een kandidaat-piloot wordt verwacht'', zegt Karen, die
toegeeft dat ze zich intens op het toegangsexamen heeft voorbereid. ,,Ik ben
speciaal op kracht gaan trainen in de fitnesszaal. En ik heb lessen in
crawlzwemmen genomen, want dat kon ik niet.''
Toch beklemtonen ze dat ze geen 'supervrouwen' zijn. Valerie heeft in haar jeugd
weliswaar acht jaar geturnd en Karen speelde volley en was actief bij de scouts.
,,Ieder meisje dat een beetje haar plan kan trekken en dat zich grondig
voorbereidt, kan een kans wagen'', denken ze beiden.
Bij de fysieke proeven moesten ze het steeds afleggen tegen de jongens, die
bewezen over meer kracht en meer snelheid te beschikken. ,,Maar toen onze
conditie werd getest, op een loopband, behaalden wij betere resultaten. Van
nature zijn wij fysiek misschien niet zo sterk, maar we waren dus wel beter
getraind, ja.''
Al jaren kampt de luchtmacht met een rekruteringsprobleem. Er gaan meer piloten
met pensioen, of er stapten er de voorbije jaren meer naar de burgerluchtvaart
over dan er nieuwe aan de opleiding begonnen. Er zijn nu ruim 300 piloten bij
het Belgische leger, terwijl er plaats is voor meer dan 400. Stemmen gaan op om
de selectiecriteria te veranderen, zegt de basiscommandant van Bevekom.
,,Niet om de grens te verlagen, maar om de uitval te verminderen. In geen enkel
ander leger is die zo groot als bij ons. De helft van de kandidaten valt hier
nog tijdens de opleiding af, omdat ze in een of ander stadium niet blijken te
voldoen. In andere landen is dat hooguit 15 tot 20 procent.''
Karen is met 20 jongens en één ander meisje aan de opleiding op de Marchetti's
begonnen. ,,We zijn met 14 naar de Alpha Jets overgestapt en nu blijven we nog
met acht over. Elke keer opnieuw moet je je bewijzen. Van vlucht naar vlucht.
Tot nog toe gaat het goed. Ik moet nog 30 uur vliegen voor ik in augustus de
eindmeet haal.'' Straks zal ze een demonstratie geven, die niet meetelt
voor haar lessenschema. ,,Dat geeft niet, ik zie dit als een kans om nog eens
extra te oefenen. Zoiets is altijd meegenomen.''
Op theoretisch vlak hebben ze allebei uitgeblonken. ,,Je vertrekt met een
achterstand ten aanzien van de jongens, omdat zij veel meer dan ons door
techniek en technologie gebiologeerd zijn. Wij moesten op dat vlak van nul
beginnen, hebben hard geblokt op al die theorie en behaalden uiteindelijk vaak
ook betere punten.'', zegt Val.
Lichtere proeven voor meisjes, ook wel positieve discriminatie genoemd, zien ze
geen van beiden zitten. Karen: ,,Je moet toch net hetzelfde kennen en hetzelfde
kunnen als de jongens wanneer je in zo'n stuurcabine zit. Je staat aan dezelfde
fysieke uitdagingen bloot. Dan is het maar normaal dat je dezelfde proeven moet
ondergaan, ook als dat betekent dat er dan minder meisjes door de selectie
geraken.''
Na hen zijn er nog vier meisjes door de selectie geraakt, die nu aan het begin
van hun opleiding staan.
Val is nu instructrice, maar wou eigenlijk liefst helikopterpilote worden in
Koksijde. ,,Het humanitaire werk spreekt mij meer aan dat het vechten. Maar in
Koksijde was geen plaats vrij. Na drie jaar als instructeur liggen alle kansen
weer open. Misschien draai ik wel bij. Misschien grijp ik alsnog mijn kans als
ik dan naar de F16's mag. Al blijf ik ook hopen dat ik op een dag bij de Sea
Kings terechtkom.''
Karen wil wel doorstoten naar 'de top'. Annemie Janssens, nog steeds F16-pilote,
deed het haar voor. ,,Ik hoop dat het mij lukt. Nee, tegen het oorlogsaspect van
dat vliegtuig heb ik niets. Natuurlijk oefenen we in strategie en
precisievluchten. Maar ik ga ervan uit dat we als gevechtspiloot niet per se
opdrachten zullen uitvoeren die de mensen embeteren. In gevaarlijke
gebieden controlevluchten uitvoeren om de vrede te bewaken, dat wel. En als het
moet, dan moet het. Ik ga er ook van uit dat de mensen die ons bevelen, weten
wat ze doen.''
Gek, in het begin koos ze veel meer voor het vliegen, dan voor het leger. Nu
neemt ze het leger er graag bij. ,,Al moet je begrijpen dat de luchtmacht niet
zo strikt functioneert als de rest van het leger. We springen hier niet direct
in de houding voor een hogere overste. Militairen met een lagere rang die iets
heel goed kunnen, krijgen evenveel waardering.''
,,Wat me hier geweldig is meegevallen, is de sfeer. We zijn hier allemaal
vrienden onder mekaar. Het vreemde is dat je in deze job zowel een individualist
moet zijn, als iemand die graag met anderen samenwerkt. Je moet echt op elkaar
kunnen vertrouwen. Je moet per slot 'samen naar de oorlog' kunnen.''
Toevallig heeft Karen een relatie met een jongen van dezelfde prom: ,,Maar die
hadden wij al voor wij bij het leger kwamen. We lopen er zeker niet mee te koop.
Die relatie blijft voorbehouden voor het weekend. Je kunt het niet maken om hier
hand in hand te lopen en zo de sfeer te verknallen omdat anderen hun vriendin de
hele week moeten missen.''
Aan een gezin denkt ze nog lang niet: ,,Eerst nog veel vliegen, en dat mag niet
als je zwanger bent. De G-kracht heeft een veel te felle uitwerking op je
lichaam. Ik kan mij niet voorstellen dat zoiets goed zou zijn voor een kind in
je buik. Maar ik ben nog jong en ik heb nog negen jaar voor de boeg voor ik moet
beslissen om al dan niet bij te tekenen. En dan zien we wel weer.''