REPORTAGE. Power vrouwen.
Voor F-16 pilote Anne-Marie Jansen is the sky the limit.

Luc Van Loon in Flair, Juni 1997.

"Laatst nog vroeg een man naar mijn beroep. ‘F16-pilote’ antwoordde ik. Hij grapte ongelovig: ‘Dan ben ik koning Albert!’ " Ze kan er mee lachen, Anne-Marie Jansen (29) –squadron-name: Mie – één van de vier Europese straaljagervrouwen. Wat tien jaar geleden een utopie leek, dwong ze zelf af, puur passie en wilskracht. The sky was her limit en nu voelt Mie er zich thuis als een vis in het water.

"Ik vloog voor het Belgisch-Nederlands detachement dat de grondtroepen steunde in Bosnië. Onze opdracht was peacekeeping, de vrede bewaren, maar we hadden wel live bommen en raketten bij. De vluchten vertrokken in het Italiaanse Villafranca, we tankten bij in de lucht om minstens twee uur te kunnen vliegen. Dat is ontzettend zwaar en geconcentreerd werk. En spannend, want elk moment kan het gebeuren dat je beschoten wordt of bommen moet droppen."

                        PROFIEL
Naam: Anne-Marie Jansen (29), nickname Mie.
Al bereikt: "Ik haalde in '92 mijn vleugels, het piloteninsigne, en heb het nu geschopt tot luitenant-vlieger.
Wil nog bereiken: "Binnenkort word ik kapitein, ik hoop te blijven groeien tot section leader, misschien squadron leader, maar mijn grootste ambitie is om zo lang mogelijk te blijven vliegen

Anne-Marie kijkt bloedserieus als ze over Bosnië vertelt. Ze is bereid haar leven op het spel te zetten voor de belangen van onze natie en haar bondgenoten, dat hoor je tussen de regels door. Zij is een echte militair, dat merk je aan haar uniform, aan haar resolute stap, aan haar wat korte manier van praten. Maar voor ons zit ook een vrouw met een mooi kapsel, een subtiel lijntje onder haar ogen en een doorzettingsvermogen waar veel mannen een puntje aan kunnen zuigen. "Twee jaar lang heb ik in mijn eentje getraind voor het toelatingsexamen. Ik wilde absoluut dat niemand een reden kon vinden om mij te laten zakken. Ik ben in het leger beland met avontuur in mijn hoofd. Maar ik kwam als onderofficier binnen en kreeg een baantje als secretaresse. Na een jaar wist ik het zeker, dat bureau, dat nine to five, die eentonigheid was niks voor mij. Ik wilde spanning, avontuur, een veelzijdige, plezierige job. ’s Middags ging ik joggen langs de parallelpiste en dan zag ik de F16-toestellen opstijgen en landen. En ineens wist ik wat ik zocht. Ik had geen contact met piloten, ik kende hun wereld niet, sterker nog, ik had nog nooit in een vliegtuig gezeten. Toch gingen de vliegtuigen me passioneren. Al was ik een complete buitenstaander, vliegtuigen en vooral de F16 trokken me onweerstaanbaar aan. Dat ging erg diep, het werd een fascinatie, een obsessie bijna. Zo’n toestel besturen werd een droom, maar leek een utopie. Het was eind jaren tachtig en vrouwen mochten wel meedoen aan het toelatingsexamen, maar er was nog geen enkele vrouw geslaagd. De proeven zijn in België namelijk voor iedereen hetzelfde, dus ook de fysieke tests die natuurlijk voor mannen ontworpen zijn. Acht keer jezelf optrekken aan een balk bijvoorbeeld, daar is een vrouw niet op gebouwd. Ik wist niet eens of ik wel de juiste kwaliteiten had voor dat toelatingsexamen, of ik door de medische controle zou komen, maar toch heb ik me er twee jaar intensief op voorbereid: acht uur per week fitness, vijf keer per week lopen en zwemmen, oude cursussen opfrissen, sommige vakken grondig studeren. Alleen voor mezelf, ik wilde absoluut proberen zodat ik later geen spijt kon krijgen. In Scandinavische landen waren al enkele vrouwelijke piloten. Ik kende ze niet, maar ik wist wel dat het mogelijk was. Ik dacht: ‘Die piloten zijn geen Superman of Einstein, dus hun werk moet als vrouw ook mogelijk zijn’. De mensen rondom mij lieten me mijn gang gaan. De één vond het de moeite van het proberen waard, dat ander dacht dat het leger toch nooit een vrouw erdoor zou laten. Maar ik leefde van de ene training naar de volgende, ik wilde sterk staan voor de ingangsproef, verder keek ik niet."

"Met een grote mond kom je nergens in het leger."

"Over afvallers wordt niet gepraat: misschien ben jij de volgende. Ik had maar één doel voor ogen: slagen. Ik wilde met een F16 vliegen."


Twee jaar en ettelijke examens later, zijn er van de vierhonderd kandidaten negen over om hun vleugels in ontvangst te nemen, Anne-Marie incluis. "Het moeilijkst waren de vluchten op Marchetti, het eerste toestel dat je zelf mag besturen. Elke vlucht is een examen, elke dag kun je weer aan de deur staan, in het begin van de week weet je niet of je aan het einde van die week nog in de running bent. Dat is ontzettend stresserend. Over afvallers wordt niet gepraat: misschien ben jij de volgende. Ik had maar één doel voor ogen: slagen. Het moest lukken van mezelf, ik dacht aan niks anders. Elke volgende vlucht was mijn motivatie. Ik leefde alleen voor het volgende examen. Ik had niet het gevoel dat ik er iets voor moest opofferen hoewel ik nooit meer tot ’s morgens vroeg op stap ben kunnen gaan. Ik heb ook nooit getwijfeld: vanaf de eerste minuut is de F16 blijven trekken." En het is duidelijk dat de F16 nog steeds trekt. Anne-Marie heeft er ondertussen al bijna duizend vlieguren opzitten. Ze voelt zich thuis tussen de andere piloten. Er hangt een hartelijke sfeer in de kantine van het three-four-nine-squadron . De goedendag, hun symbool, hangt overal te pronken tussen foto’s van vliegtuigen, bekers van stuntwedstrijden en wapentekens van bevriende squadrons over de hele wereld. Aan een andere tafel discussiëren enkele piloten over het aantal vlieguren dat ze dit jaar nog mogen presteren, enthousiast alsof het gaat over het aantal verlofdagen dat hen nog rest. Wanneer de squadron-leader en een andere piloot terugkeren van een vlucht, bespreken ze vol vuur het aantal voltreffers dat ze onderweg hebben gescoord. Net kinderen na een middag oorlogje spelen. Toch een mannenwereld dus? "Dat heeft me niet gestoord. Tijdens de opleiding was het natuurlijk voor iedereen aanpassen geblazen, maar onoverkomelijke problemen zijn er nooit gerezen. Ik werd af en toe geplaagd, maar met wat weerwerk was dat vlug van de baan. Pas op, met een grote mond kom je nergens in het leger: gehoorzamen en bevelen uitvoeren is de boodschap. Ik denk dat ik respect afdwong door voor dezelfde proeven te slagen als de mannen. Wat zij kunnen, kan ik ook en dat weten ze. Er zijn natuurlijk mensen die deze job niks voor een vrouw vinden. Zij zeggen dat meestal niet rechtstreeks. Dus trek ik mij er niks van aan. Er zijn genoeg mensen die me wel steunen: vrienden, mijn ouders die altijd achter mij zijn blijven staan."

"Ik ben net zoals mijn mannelijke collega’s."

"Ik ben geslaagd voor dezelfde proeven als de mannen en daardoor heb ik respect afge- dwongen. Wat zij kunnen, kan ik ook en dat weten ze."


"Eén keer heb ik mijn schietstoel moeten gebruiken", vertelt Anne-Marie terwijl we over het tarmak lopen, verstopt tussen het vele groen op het gigantisch militair domein van Kleine Brogel. "Het was tijdens de landing, ik had drie seconden de tijd om die beslissing te nemen en heb dat ook gedaan. Ik had een gebroken ruggenwervel, maar de dokters zeiden meteen dat dat in orde zou komen. De volgende dag wilde ik alweer gaan vliegen. Het ergste vond ik dat ik drie maanden niet de lucht in kon. Het was mentaal en fysiek vechten om er weer bovenop te komen. En weer was het de aantrekkingskracht van het vliegtuig die me deed doorbijten." Om de paar minuten wordt ons gesprek overstemd door overvliegend gebrul. Dan kijkt Anne-Marie telkens omhoog en je ziet dat ze het liefst zelf daarboven zou voorbijrazen. Bij het toestel geeft ze met verterende trots een korte rondleiding rond de honderden knopjes en lampjes in de cockpit. "Eén van de grootste moeilijkheden is de druk waaraan je onderhevig bent door de snelheid. Bij een versnelling van 9G wordt al je bloed krachtig uit je kop geperst. Je moet er dus voor zorgen dat je hersenen genoeg bloed krijgen door zonder ophouden alle spieren in je nek en je hele lijf keihard samen te persen. Als je dat niet doet, krijg je eerst een soort tunnelzicht en daarna verlies je onherroepelijk het bewustzijn."

      SUCCESTIP VAN ANNE-MARIE
"Weet waaraan je begint en bereid je dan goed voor. Ik krijg heel veel telefoontjes van vrouwen die me vragen hoe ze zich moeten voorbereiden op zoiets als het toelatingsexamen voor F16-piloten. Ze willen dan leren zich acht keer aan de balk op te trekken, maar ze hebben nog drie weken de tijd. Zo kom je er niet. Vandaar de tip die mij goed geholpen heeft."  

Enthousiast dist Anne-Marie stoere verhalen op over gesimuleerde luchtgevechten boven de Noordzee, over very low flying –oefeningen in Marokko en over de Red Flag-gevechten boven de Nevada-woestijn. Daaraan nemen meer dan 100 fighters uit alle NAVO-lidstaten deel met precisiebombardementen op nagemaakte targets en met echte luchtgevechten waarbij ze elkaar elektronisch of met verfkogels beschieten. "Daar kijkt niemand nog verbaasd als ze een vrouwelijke piloot zien lopen. Zo moet het ook, ik ben niks speciaals, ik voel me net hetzelfde als mijn collega’s. Ik weiger ook alle interviews, al heb ik voor jullie een grote uitzondering gemaakt. Je houdt het niet voor mogelijk hoeveel aanvragen er komen, alleen omdat ik een vrouw ben. Het enige verschil tussen mij en mijn collega’s is dat ik geen gezin kan stichten. Niemand verbiedt me dat, maar dat heb ik vanaf de eerste minuut voor mezelf besloten. Na negen maanden niet vliegen is terugkomen bijna onmogelijk. Maar een celibatair bestaan vind ik geen opoffering. Ik heb de kans te doen wat ik graag doe, dus waarom zou ik dat voortijdig afbreken? Ik ben 29, ik heb nog alle tijd. Ik denk niet verder dan enkele jaren en zolang kan ik kinderen best uitstellen. Want ik zei het al, mijn enige ambitie is zo lang mogelijk in die F16 te blijven vliegen.

                                                                       

Copyright Flair.