Op jagerbommenwerper in Florennes. |
Au
2 Esc Ch B du 2 Wing de Florennes .
Vol
zelfvertrouwen trekt de meerderheid van onze groep jonge piloten begin april
1970 naar Florennes. We zullen er onze operationele conversie cursus of OCC
volgen op
F-84F Thunderstreak, een jagerbommenwerper die tijdens de Koreaanse oorlog werd
ontwikkeld en die sedert 1955 in gebruik was in onze luchtmacht. Het toestel zou
in de komende jaren uit gebruik genomen worden. Zijn vervanger, de Mirage V zou
trouwens op het einde van het jaar zijn intrede doen.
De F-84F was in alle geval een imposante vertoning: pijlvleugels met daaronder
volumineuze brandstoftanks; 14,5 m lang; 4,5 m hoog; 12,5 ton zwaar;
supersonisch in steile duikvlucht, enz. Het toestel had in het kader van
de NAVO in volle koude oorlog ook een oorlogsopdracht. Tevens deed het in de
luchtmacht dienst als leerschool voor de jonge piloten, die nadien konden
overstappen op de F 104 Starfighter.
Gewoontegetrouw begint de OCC met een grondcursus, waarvan een eerste deel
plaats heeft in Saffraanberg en een tweede meer praktisch deel in Florennes door
de vlieginstructeurs wordt gegeven. Einde april heeft onze eerste vlucht al
plaats, natuurlijk van de eerste maal solo, want er bestaat geen dubbelzitter
van de F-84F. Evenmin kunnen we beroep doen op een vluchtsimulator. Onze
vlieginstructeur volgt ons wel nauwgezet gedurende de ganse vlucht en coacht ons
doorheen de meest kritieke fases. Uit die fameuze eerste vlucht onthoud ik een
voorval, dat het rechtstreeks gevolg was van een ruime interpretatie van een
briefing over de landingsfase. Hierbij werd verteld dat de F-84F nauwelijks na
de landing moest worden afgeremd. De startbaan was lang genoeg en de logge
driewieler zou nagenoeg vanzelf tot stilstand komen. Een van onze collega's
besloot dan maar minimaal te remmen en eindigde bijgevolg tijdens de eerste
vlucht op het einde van de startbaan in het vangnet, zonder veel ergs
overigens.
Het
waren weer eens behoorlijk drukke maanden. We vlogen aan een intensief ritme, de
beste methode immers om alle nieuwigheden vlot onder de knie te krijgen. Alle
disciplines, die we tijdens onze opleiding inoefenden, kwamen nu in een meer
operationeel kader aan bod. Wel werd er meer de nadruk gelegd op de typische
jagerbommenwerperstraining, waarbij de navigatie op lage hoogte (aan een
kruissnelheid van ongeveer 650 Km/u) en de training op het schietveld
(mitrailleur, rockets, oefenbommen) bijzondere aandacht kreeg.
Tevens werd het accent gelegd op de gebruikslimieten van de F-84F, die vooral te
maken hadden met zijn beperkte stuwkracht. Vooral in de zomer met volledige
belasting moest men geduldig zijn tot de laatste meters van de startbaan om de
zware locomotief in de lucht te krijgen. Soms konden we JATO's (Jet Assisted
Take Off) gebruiken, uitwendige stuwladingen, met een 1000 pond extra
stuwkracht, om op een meer elegante manier op te stijgen. Het tekort aan
stuwkracht deed zich ook gevoelen bij vluchten op grotere hoogte, waar het in de
zomerperiode soms moeilijk was om boven de onweerswolken uit te stijgen. Een van
onze collega's herinnert zich waarschijnlijk nog levendig het moment waarop hij
in zo'n cumulonimbus terecht kwam, zijn brandstofsysteem deed bevriezen zodat
hij uiteindelijk een achttal kilometer lager,nog steeds in de tumultueuze
wolken, zijn F-84F terug normaal kon doen functioneren.
Einde juli 1970 hebben we ons OCC-programma van 65 uur afgewerkt en zijn we
klaar om ons smaldeel te vervoegen. Voor mij wordt mijn eerste thuis het 2de
smaldeel, dat sinds 1947 in Florennes verblijft. Ondanks alle
onheilsvoorspellingen is de OCC vlot verlopen. De inzet en bekwaamheid van de
OCC-bevelhebber is daar zeker niet vreemd aan. We vinden allen dat hij terecht
een pluim op zijn helm mag steken. We voelen ons echt klaar voor onze opdracht
van jagerbommenwerperspiloot.