|
Deze tabel is
enkel van toepassing voor het hulpkader
|
Proef |
Beschrijving |
Minimum
om te slagen |
Maximum
der
punten |
| Pendelloop (shuttle
run) |
4 x 10 m
lopen, heen en weer, vertrekkend vanuit buiklig (max. 3
pogingen, beste resultaat telt) |
11 sec
4/10 |
10
sec 2/10 |
| Sit-up |
Ruglig, benen
samen en gebogen, voeten op de grond vastgehouden door een
helper, het bovenlichaam oprichten en de knieën raken met de
kin. |
30 |
66 |
| Hockeybal
werpen |
Zo ver
mogelijk gooien (max. 3 pogingen, beste resultaat
telt) |
28
m |
60
m |
| Verspringen |
Verspringen zonder aanloop (max. 3
pogingen, beste resultaat telt) |
1,80
m |
2,50
m |
| Optrekken |
Hangend
aan een balk, armen gestrekt, het lichaam optrekken, de kin
boven de balk brengen en terugkeren naar gestrekte
houding. |
3 |
12 |
| 2400
m |
Vlak
lopen |
14 ' |
11
' |
| Zwemmen |
Een
afstand van 50 m kunnen afleggen zonder
rustpauze |
50 m zonder
tijdslimiet |
50 m in 30
'' |
Het minimum om te slagen
is 8/20 per proef met een totaal van
70/140.
|