De laatste etappe op T-33.



Op
overwintering in Overijssel.
Vanaf begin oktober 1969 is het inpakken en wegwezen in noordoostelijke richting, zowat een kleine 200 Km verwijderd van onze vorige thuisbasis. Onze professionele bestemming is de vliegbasis van Twenthe, vlakbij Enschede en aanleunend tegen de Duitse grens. Ons huiselijk oord wordt voor enkele maanden een bungalow in een vakantiedorp, gelegen op dertigtal kilometers ten zuiden van de vliegbasis. Het wordt onze eerste verhuis. Er zouden er in de komende vijf jaar nog een vijftal volgen.

In oktober volgen we de grondschool te Soesterberg, vlakbij Utrecht. Ook wordt de nodige aandacht besteed aan de vliegveiligheid en de overleving. Zo maken we voor het eerst kennis met een schietstoel. Het overhalen van de handgreep in de linker armleuning volstaat inderdaad om ons in minder dan een seconde bovenaan een lange rail te doen belanden, waarop de schietstoel perfect wordt omhoog gestuwd. Kwestie van vertrouwen te kweken, want de schietstoel zal voortaan, voor elke vlucht op de T-33 onze overlevingsgezel zijn.

Met zijn viertjesBegin november begint dan het eigenlijke werk. Op 19 november zijn we getuige van de aankomst van de eerste NF5. De Lockeed T-33 Shooting Star, een opleidingsversie van een gevechtsvliegtuig dat in het begin van de Koreaanse oorlog naam en faam verwerft, wordt voortaan ons werkpaard. En het moet gezegd, de T-33 geeft ons het gevoel van een echte straaljager. Met een maximum snelheid van meer dan 900 Km/u, met een gewicht van ruim 3,5 ton en met een vliegbereik van ruim 2000 Km: het zou er voortaan gewichtig aan toegaan.

Na een zestal vluchten in dubbele besturing, met de sappige en vakkundige richtlijnen van mijn Nederlandse vlieginstructeur, zijn we al toe aan onze eerste solovlucht. Mijn tweede solovlucht is me wel vrij goed bijgebleven. Tijdens de landing stel ik de hoge-druk-banden van mijn T-33 ietwat te zwaar op de proef met een dubbele klapband tot gevolg. Andere indirecte gevolgen zijn dat ik gedurende een zekere tijd de landingsbaan blokkeer, zodat mijn collega, die zijn eerste solo uitvoert, zijn brandstofvoorraad zienderogen ziet verminderen. Na enkele bange momenten komt alles toch nog in orde.
Het werkritme tijdens de Transitie Vliegopleiding ofte TVO ligt zeer hoog. Buiten het lucht-grond vuren worden alle disciplines uit onze vorige opleidingsfase verfijnd. Voor het einde van de volgende lente moet het volledige programma van nagenoeg 85 vlieguren worden afgewerkt.
Een glibberige winterDe strenge winter van 1969/1970 is echter wel een heuse spelbreker. De sneeuwruimploegen moeten bij herhaling uitrukken. We leren er op de glibberige ondergrond onze T-33 op de grond wel beter besturen. Zelfs op een droge ondergrond is dit voor velen geen sinecure. De beweging van het neuswiel is zo onvoorspelbaar tijdens het alternatief remmen op de hoofdwielen (er is op dit toestel immers nog geen neuswielbesturing beschikbaar), dat men zich nogal eens in een quasi geblokkeerde toestand bevindt ergens te velde, met een wispelturig neuswiel dwars op de gewenste rijrichting.

Toch zal koning winter de planning niet in de war sturen. De opleiding wordt afgewerkt zoals voorzien. Wat echter niet was voorzien, was de beslissing om de vleugeluitreiking niet in Twenthe, maar wel in Brustem te doen plaatsgrijpen. Inmiddels was er beslist dat de Belgisch-Nederlandse samenwerking in de vliegopleiding zou worden beëindigd. Dit had ook nog tot gevolg dat wij niet in Eindhoven maar in Florennes onze opleiding op gevechtsvliegtuig zouden starten. We zouden dus vanaf eind april 1970 op de F 84 F Thunderstreak vliegen in Belgische en niet in Nederlandse cocardes. Maar 3 april 1970 wordt de grote dag: de leerling-piloten van de 68 C promotie krijgen  de fel begeerde vleugels op hun fiere borst gespeld. De jongensdroom van velen gaat eindelijk in vervulling. We zijn gelukkig en tevreden voortaan tot de groep van piloten van de Luchtmacht te mogen behoren. Nieuwe uitdagingen wenken. Beproevingen staan ons zeker nog te wachten. Maar de wings, onze wings zullen ons door ontij en onheil helpen.