CBRN BEDREIGING EN OVERZICHT VAN RESPONS.


Het hiernavolgend artikel werd gepubliceerd in INTERSEC van april 2003, het tijdschrift van Internationale Veiligheid. De visie van een expert, vanuit een Engelse gezichtshoek, heeft veel raakpunten met de Belgische context. Enkele vaststellingen zijn weliswaar achterhaald door de gebeurtenissen. Toch is het artikel tevens een vervolgstuk op de publicatie over de biochemische bedreiging, dat sedert enige tijd op deze webstek kan worden geraadpleegd.

Recente onthullingen in de media over CBRN aanvallen hebben om begrijpelijke redenen alarm en grote ongerustheid veroorzaakt. Tom Pine schetst de punten aangaande de bedreiging, bedoeling en reactie op een terroristische aanval, waarmee we willens nillens worden geconfronteerd.

Inleiding.

Gedurende de laatste weken is de internationale spanning erg toegenomen met het probleem van Irak, de opkomende splitsing tussen de leden van de Verenigde Naties en ongerustheid over de bedoelingen van Noord Korea. Maar de bedreigingen en onzekerheden zijn veel ruimer. Onthullingen in de media de jongste weken omvatten het volledige spectrum van chemische, biologische, radiologische en nucleaire (CBRN) ongerustheden. In het bijzonder is er de toenemende evidente bedreiging van een CBRN aanval of vindplaats in Irak met daarnaast de krantenkoppen die alle aandacht schenken aan de "emmer-en-spons" procedure die sommige brandweerkorpsen in het VK (Verenigd Koninkrijk) zullen moeten toepassen tijdens een ontsmetting en aan de plotse wereldwijde verspreiding van een mysterieuze besmettelijke longinfectie (SARS) met gelijkaardige symptomen als de griep (en de meeste biologische wapens). Er is ook een kort verslag over de groeiende dodentol na de uitbraak van Ebola in de Congolese republiek. Als resultaat van deze intense aandacht van de media weet de gemiddelde burger vandaag waarschijnlijk meer over CBRN bedreigingen dan over het bakken van een omelet.

De bedreiging.

Het uiteenvallen van de burgerlijke orde in de Sovjet Unie heeft honderden tonnen van nucleair, chemisch en biologisch materiaal achtergelaten, verspreid in onbeveiligde sites in de landen van de voormalige USSR. Men had Hebben de hulpdiensten aangepaste middelen om zelfs het hoofd te bieden aan een accidentele chemische lek? de meeste aandacht voor nucleair materiaal, zowel wat de potentiële beschikbaarheid als de miniaturisatie van nucleaire wapens betreft. Het gebruik van een nucleair wapen in een vrachtwagen of een boot tegenover een Amerikaanse stad is het onderwerp geweest van veel boeken en films - tot vandaag zijn al deze scenario's fictie gebleven maar worden nu beschouwd als een werkelijke bedreiging. Maar dit is allemaal de waargenomen wijsheid van veiligheidsspecialisten. De "wat indien" scenario's zijn niet te overzien en zijn nog gemakkelijk in te beelden. Het is heel wat moeilijker om voor steden en gemeenten de werkelijke bedreigingen te beoordelen en stappen te ondernemen om hen te beschermen.

In de meeste hedendaagse discussies over de bedreiging van CBRN terrorisme worden de woorden kan, zou kunnen en eventueel te veel gebruikt. Dit is niet te voorkomen gezien de klare omvang en variëteit van schadelijke materialen en organismes die de moderne maatschappij gebruikt en die kunnen geëxploiteerd worden. Er zijn zowat 120 microbiologische referentie verzamelingen in de wereld waar uitheemse en gevaarlijke organismes beschikbaar zijn voor commerciële en wetenschappelijke doeleinden, grote hoeveelheden van nucleair afval zowel in opslagplaatsen als in transit over de hele wereld en onbeperkte voorraden van half afgewerkte chemische producten, die zonder hinder kunnen worden aangeschaft. Op Internet zijn instructies beschikbaar voor het maken van allerlei soorten CBRN wapens. Gewone industriële materialen kunnen aangepast worden om er een vuile bom van te maken bv. een chemische tanker met chloor (chemisch wapen van 1ste Wereldoorlog) voor waterbehandeling of stralingsbronnen uit hospitalen.

Bedoeling.

Sommige normen van het terrorisme werden te niet gedaan. Het VK heeft decennia lang ervaring met terrorismeAfhankelijk van de aard van de aanval zou de beste strategie kunnen bestaan uit inperking met ontsmetting en het gebruik van noodshelters zoals hier geleverd door Aireshelter. waarbij de samenleving van Noord Ierland betrokken was en heeft heel wat geleerd uit het voorkomen van conventionele aanvallen en over de verzachting van de gevolgen. Men zou de motieven maar niet de methodes kunnen respecteren van de terroristen. Inmiddels is het politieke proces geleidelijk op gang gekomen om de toestand in Noord Ierland te stabiliseren. Terroristen zoals de IRA en de PLA hadden strategische objectieven, gewoonlijk een verlangen naar deelname aan besluitvorming, de zogenaamde plaats aan de tafel. Een massa slachtoffers, vooral burgers, was contraproductief en zou de terroristen vervreemden van hun volgelingen. Dit alles veranderde met de aanval op het World Trade Centre in New York in 1993 en de aanvallen op de ambassades van de VS in Dar es Salaam en Nairobi in 1998.  

Kwetsbaarheid van moderne stedelijke samenleving.

Het is niet genoeg om te spreken over bedreigingen zonder de kwetsbaarheid van onze in toenemende mate verstedelijkte wereldgemeenschap in overweging te nemen. Volgens de Vooruitzichten van de Wereld Urbanisatie van de Verenigde Naties woont bijna de helft van de wereldbevolking nu in steden, een trend die alleen maar toeneemt. Tegen 2030 zullen er 24 megasteden zijn; dat zijn steden met meer dan 10 miljoen mensen, met inbegrip van Tokyo met zijn meer dan 26 miljoen burgers, en nagenoeg 380 steden met tussen één en negen miljoen mensen. Het grootste gevaar ligt in de onvoorziene uitstulpingen van deze steden zoals de gecekondus van Istanboel en de favelas van Rio de Janeiro waar er enkele diensten zijn, geen politie en povere sanitaire voorzieningen - een werkelijke voedingsbodem voor zowel terroristen als voor ziekteverwekkers. Deze trend, om in steden te gaan leven, is bijzonder opvallend in Azië maar de grootste voorspelde toename situeert zich in Noord Amerika, waar reeds meer dan 77 % van de bevolking in steden leeft en in Australië waar het cijfer 85 % bedraagt.

Het leven in steden levert aanzienlijke voordelen op gaande van handel en industrie, bestuur, kunst en ontspanning tot transport en andere diensten. Maar de keerzijde van de medaille is een niet te vermijden concentratie van risico. Met risico bedoelen we de weerslag van gevaren en bedreigingen op mensen. De duidelijke aantallen en de concentratie van mensen verhogen de kwetsbaarheid voor een terroristische aanval en in het bijzonder voor CBRN wapens. Om de zaken nog te verergeren betekent het reizen via de lucht dat deze steden met mekaar verbonden zijn in een wereldwijd netwerk en het is geen verrassing dat terroristen dit in hun voordeel gebruiken.

De respons.

De bedreigingen van chemische, biologische, radiologische en nucleaire terroristische aanvallen worden gewoonlijk voor eigengemak over één kam geschoren. De enige dingen die ze in feite gemeen hebben zijn onwetendheid en schrik. Aldus zou de strategie bij een chemische aanval of een "vuile bom" de evacuatie van de plaats van het incident en een vermindering aan de blootstelling kunnen zijn terwijl een biologisch wapen onopgemerkt kan blijven voor verschillende dagen. In het geval van miltvuur zou inperking de beste strategie kunnen zijn zodat testen en medische behandeling snel kunnen verlopen.

Bij omzeggens alle hedendaagse aanvallen werden zowel conventionele springstof en vuurwapens als "Improvized Explosive Devices (IEDs) gebruikt. De aanvallen op de VS op 11 september 2001 en in Bali waren allen IEDs. Springstof heeft veel voordelen voor een terrorist, en niet in het minst zijn betrouwbaarheid. De meeste autoriteiten geloven dan ook dat ze de grootste bedreiging zullen blijven vormen. Zo zou men voor het ogenblik de veiligheidspolitiek en de fysieke maatregelen moeten verder zetten, die tot stand kwamen bijvoorbeeld in het VK als resultaat van de IRA bedreiging. Dit betekent tegenmaatregelen zoals inkomende post controleren, identificatie van verlaten tassen, belangrijke structuren bestand maken tegen ontploffing en bescherming verzekeren tegen rondvliegend glas. Gelukkig bieden vele van deze strategieën enige bescherming tegen de nieuwe bedreigingen en het weze herinnerd dat in elk geval een explosief ontstekingsmechanisme nodig is om een "vuile bom" of een biologisch/chemisch wapen tot ontploffing te brengen.

Zij die als eersten de respons starten.

Zij die als eersten de respons starten duidt niet op de hulpdiensten. Uit de ervaring van uitgebreide natuurrampen weet men dat de eerste respons van de slachtoffers zelf komt. Mensen in shock, maar verder ongedeerd, zullen geleidelijk het proces van hulp en herstel starten, waarbij ze meestal beroep doen op familie of gelijkaardige netwerken, en dit wel eens voor een lange tijd. Het is een mythe dat bevolkingen hulpeloos zijn en het is evenzeer een mythe dat oproer en plundering niet te vermijden zijn. Ze komen in feite eerder zelden voor.   

Deze overdracht van kennis van een discipline van crisisbeheer naar een andere wordt bestempeld als isomorfisme. Ontegensprekelijk zal een strategie die het grote publiek informatie verstrekt ook de personen beter voorbereiden, die als eersten de respons starten. Dit moet natuurlijk afgewogen worden tegen het probleem van het veroorzaken van onnodig alarm en vrees, juist hetgeen de terrorist tracht te bereiken. Nochtans wijst het meeste onderzoek in de richting van het feit dat informatie verstrekken en het publiek in staat stellen haar eigen oordeel te vormen over risico, doeltreffend is.

Vooraf geplande respons.

Er werd over de ganse wereld een enorme inspanning geleverd in planning, training en uitrusting van de burgerlijke hulpdiensten om de nieuwe bedreigingen het hoofd te bieden. Nochtans lijkt het zeer fragmentarisch en tegenstrijdig geweest te zijn. Een aanmoedigende trend is de erkenning dat publieke gezondheid en milieudiensten een rol hebben; inderdaad een biologisch incident kan alleen maar aan het licht komen dank zij gezondheidstoezicht en medische medewerkers op het terrein. De uitrusting en in het bijzonder de training die nodig is, vereisen een gespecialiseerde respons met een nogal verschillende commandostructuur. Crisisbeheer zal steeds een functie blijven van de politie: de sleutelvraag zal zijn, wie heeft ons dit aangedaan? Het beheer van de gevolgen zou wel eens niet erg kunnen verschillen van het beheer van een epidemie of van een milieuramp.

Planning voor een noodtoestand.

We kunnen heel wat leren door te kijken naar de politiek en de procedures, die tot stand zijn gekomen om de risico's van gevaarlijke activiteiten te beheren zoals de nucleaire en chemische industrieën, het transport van hun producten inclusief hun afval, en de informatie van het publiek over deze industrieën alsook het bestaan van verwittigingssystemen indien er iets fout gaat. De planning van verschillende agentschappen is goed gevorderd, gedreven door het Seveso II directief van de Europese Commissie. Plannen zijn één zaak maar nu de algemene aandacht wordt gevestigd op de CBRN bedreiging is het duidelijk dat het nog heel onlangs twijfelachtig was of de nooddiensten in feite over aangepaste middelen beschikten, bv. gasdichte pakken, ontsmettingsuitrusting enz. om zelfs maar het hoofd te bieden aan een accidentele chemische lek.
Een vooraf geplande respons om het hoofd te bieden aan een CBRN aanval vereist gespecialiseerde training en uitrusting om elke situatie aan te kunnen.
Een andere kwestie is commando en controle. In het VK ligt de respons (en vaak de planning) voor een belangrijk incident duidelijk bij de lokale autoriteiten en de lokale politie, een politiek die vervat is in de doctrine van Geïntegreerd Beheer van een Noodtoestand en gepubliceerd door de "Home Office" in een boekje onder de titel "Dealing with Disasters". Er is een gelijkaardige regeling om belangrijke terroristische incidenten aan te pakken, waar het gaat om een nationaal plan maar waar het beheer van het incident ligt bij één van de 42 lokale zonechefs van de politie. De idee van een lokale respons van de basis naar de top heeft goed gewerkt voor wat wij nu beschouwen als "gewone" belangrijke incidenten maar kan in vraag gesteld worden in het licht van de nieuwe bedreigingen. Het is zeer waarschijnlijk dat diegenen die verantwoordelijk zijn voor de respons en het beheer van een incident zich reeds onder de slachtoffers zullen bevinden zodat goed gecoördineerde wederzijdse afspraken voor hulp zullen nodig zijn.

Eenvoudige voorzorgen.

Publieke gezondheid en milieudiensten delen een prominente rol bij de identificatie van een biologisch incident.
Wij kunnen misschien weinig ondernemen om een misleidende en vastberaden terrorist te stoppen, die relatief gemakkelijk een wolk van giftig, besmet of radioactief materiaal in een afgesloten ruimte kan laten ontsnappen en verschillende honderden of zelfs duizenden mensen kan doden. De meest recente CBRN aanvallen waren het werk van tamelijk onbekwame groepen en het grootste probleem is het vals alarm of de fopperij. Dit verschilt niet zozeer van conventionele IED bedreigingen en conventionele beveiliging kan in grote mate helpen. Hieronder worden enkele eenvoudige stappen weergegeven, die bewoners van gebouwen kunnen nemen:
l Voer een risicoanalyse uit van uw zakelijke en gevoelige contracten
l Beveilig de omheining van uw gebouw en bescherm de luchtinlaten
l   Beveilig de deuren van de lokalen van de verwarming, de ventilatie en de airconditioning (VVAC)
l   Beveilig de plannen van uw gebouw en van het ventilatiesysteem
l Voorzie eenvoudige bijkomende training voor uw veiligheidsstaf en uw brandwachters
l Plan en oefen uw respons op een incident
l Wees zeker dat ge uw airconditioning gemakkelijk kunt afsluiten, enz.
De bedrijven, die zelf vinden dat ze risico lopen, kunnen adviezen bekomen van specialisten en kunnen extra maatregelen nemen zoals verbeterde filters op VVAC-systemen en overdruk in portalen, enz. Op de eerste plaats hebben sterk leiderschap en een goed getrainde veiligheidsstaf vol zelfvertrouwen keer op keer bewezen een gezonde investering te zijn.

Besluit.

De moeilijkheid bij elke discussie over de CBRN bedreigingen, waarmee we te maken hebben, is hun werkelijke aard, die grotendeels onzichtbaar en ontastbaar is, misschien wel zoals een wolk, zowel van radioactieve deeltjes als van chemische damp of van microbes. Men zegt soms wel eens dat achter elke wolk de zon schijnt. Wel misschien is de zon achter de wolken het feit dat we verplicht zijn de bedreigingen te vergelijken, die afkomstig zijn van ons misbruik van de technologie, waarvan heel wat niet bijzonder nieuw is, en dat we dezelfde intellectuele kracht om deze wapens te ontwerpen gebruiken om de bedreiging te neutraliseren of ten minste toch te controleren. Om een verslag van het Belfer Centrum van de Harvard Universiteit te parafraseren zouden we ons kunnen inbeelden, dat we op de tweede dag zijn van een terroristische aanval en dat we onszelf afvragen wat we nu graag in al die tijd, die we beschikbaar hadden voor de aanval, zouden gedaan hebben.

Na 32 jaar dienst in de Metropolitan Police in Londen is Tom Pine een Associate Consultant in Crisis Management en Contingency Planning bij Visor Consultants. Hij is ook de secretaris van het Institute of Emergency Management, een lid van de Association of Airport and Seaport Police, de Emergency Planning Society en bestuurslid van de European Academy for Crisis Management.

Copyright INTERSEC, with courtesy of its publisher.