ZIJN WIJ KLAAR OM HET BIOCHEMISCH
TERRORISME AAN TE PAKKEN?
Een
andere wereld.
Een rampscenario in de
Nieuwstraat.
De hulpverlening.
De rampenplannen.
De medische training en meer.
Initiatieven van de overheid?
Een voorstel.
Ter afronding.
Een
andere wereld.
Sedert 11 september 2001 is er
iets in onze wereld veranderd. Het was geen waanzinnige rampenfilm die ons
netvlies waarnam op die dag. Het waren wel de rechtstreekse televisiebeelden van
de terroristische aanslag op de twee torens van het World Trade Center in New
York die ons verbijsterden en nog steeds met ongeloof vervullen. Wie had dit nu
voor mogelijk geacht, passagiersvliegtuigen gebruiken als vliegende bommen bij
een terroristische aanslag? Achteraf zou blijken dat de Amerikaanse
veiligheidsdiensten wel her en der wat informatie omtrent een mogelijke
dergelijke creatieve terroristische actie hadden bijeen gesprokkeld. De gegevens
bleken echter te laag te scoren op de geloofwaardigheidsschaal. Men had eerder
een biologische of chemische aanslag verwacht. Een gesimuleerde aanval van
bioterroristen in de jaren zestig op Manhattan vanuit een bootje bracht aan het
licht dat een wolk van bacteriën, verspreid door een gunstige wind, wel eens
een half miljoen dodelijke slachtoffers zou kunnen maken. Ook de terrorist is
soms in zijn daden onvoorspelbaar. De miltvuurbesmetting, die kort nadien de
nervositeit deed toenemen en de onmacht aantoonde in de Verenigde Staten maar
ook daar buiten, was kleinschalig met een beperkt aantal slachtoffers.
Ondertussen wordt de Amerikaanse publieke opinie met een zekere regelmaat
gesensibiliseerd voor mogelijke nakende aanslagen, die gelukkig uitblijven.
Tevens stelt de "homeland defense" alles in het werk elk terroristisch
initiatief in de kiem te smoren en worden de nodige middelen voorzien om het
thuisland te beschermen, te waarschuwen en medisch te behandelen. De massale
preventieve inenting tegen een pokkenepidemie, als het gevolg van een eventuele terroristische daad, is inmiddels gestart. Ook blijft men op een realistische
manier met een biochemische bedreiging rekening houden.
Het hele terroristisch gedoe lijkt echter aan deze zijde van de oceaan niet echt
meer voor veel ongerustheid te zorgen. In Europa in het algemeen, en in België
in het bijzonder wordt de terroristische bedreiging schijnbaar naar de
achtergrond verschoven. Weliswaar kan een vermeende terrorist-voetballer vanuit
de gevangenis wat belangstelling opwekken, door zijn zogezegde plannen voor een
aanslag op een militaire vliegbasis toe te lichten.
Hier en daar in Europa
verricht men degelijk huiswerk om verdachte individuen, met terroristische trekjes, achter slot
en grendel te steken. De recente actie van de Engelse politie, om een groep die zich bijzonder voor ricine (een uiterst giftige stof die
door een bacterie wordt afgescheiden) interesseert in verzekerde bewaring te
nemen, lijkt sommigen toch licht te beroeren. Evenzeer blijven specialisten van
mening dat het gevaar voor aanslagen met biologische en chemische wapens reëel
is, dat ze verschrikkelijk veel ellende kunnen aanrichten en dat we ons ertegen
moeten beschermen. Deze stelling is ook van toepassing voor België. Een
verwittigd man zou er twee moeten waard zijn. Een biochemische terroristische
aanval heeft immers heel wat meer dramatische gevolgen dan een dioxinecrisis, en
zeker indien men er niet of onvoldoende is op voorbereid. Laten we even bekijken
hoe bij ons de vork aan de steel zit.
BEGIN
PAGINA.
Een rampscenario in de
Nieuwstraat.
We kleuren even een klein rampscenario, dat op een internationaal congres aan
bod kwam, Belgisch in. Een groep terroristen verspreidt een biologisch wapen,
bijvoorbeeld op een zaterdagnamiddag in de overvolle Brusselse Nieuwstraat, het
dodelijke pokken virus. 1500 mensen geraken besmet en moeten zo snel mogelijk
met een vaccin worden ingeënt, willen ze nog enige kans hebben op overleven.
Kiezen de terroristen echter voor een chemisch wapen dan zullen er in dezelfde
Nieuwstraat minimum duizend shoppende mensen besmet geraken, waarvan er vrijwel
400 direct zullen overlijden. Het
gaat hier dus over een voorzichtige schatting van de cijfers. De weersomstandigheden, de interventietijd van de
hulpdiensten, de eerste zorgen,
het sorteren van de slachtoffers, de evacuatie, de ontsmetting, de behandeling
van de besmette personen in een uitgerust hospitaal, het zijn zowat de
belangrijkste factoren die het aantal slachtoffers nog kan beïnvloeden.
Laten we nu even chronologisch overlopen hoe we in België dergelijk scenario al
of niet als fantasie moeten bestempelen. Een moderne terrorist blijkt meer en
meer vindingrijk te zijn en zal dus vaak zijn laakbare bedoelingen op
een totaal onverwachte manier in daden omzetten. Hier spelen bijgevolg de
nationale inlichtingendiensten een cruciale rol. Vorig jaar vielen vooral in de
buitenlandse pers enkele krantenkoppen op zoals "Belgium is the launch pad
for terrorists" en "Belgium is the epicentre of terrorism in Europe".
Om verschillende redenen kunnen deze beweringen voor waar worden aangenomen. Een
klein dichtbevolkt land, met hoge industrialisatie voorzien van een dicht
wegennet zonder gecontroleerde landsgrenzen en bovendien nog de zetel van
talrijke militaire, politieke en financiële instellingen, kan een droomscenario
vormen voor de
kandidaat-terrorist. Onze inlichtingendiensten zouden dus best goed op hun hoede
zijn. Indien we de minister van Binnenlandse Zaken
horen verkondigen dat hij een aparte federale Directie voor de Veiligheid wil
oprichten (met vertegenwoordigers van de federale politie, de Staatsveiligheid,
de militaire inlichtingen, de dienst Vreemdelingenzaken, de Algemene
Rijkspolitie, met een nationaal magistraat en een vertegenwoordiger van
Buitenlandse Zaken), die verantwoordelijk zou worden voor alles wat de openbare
veiligheid aangaat, is dit één gegeven.
Nothing is so
contradictory and nonsensical as this mass of
reports brought in by spies and officers sent on scouting missions. The
former see corps in place of mere detachments, the latter report weak
detachments in places where corps are present. Often they do not even
report their own eyesight but only repeat that which they have heard from
panic-stricken or surprised people. To draw the truth from this mass of
chaotic reports is something vouchsafed only to a superior understanding;
mediocre ones are lost therein, they tend to believe that the enemy is
here rather than there, and proceed to evaluate reports in accordance with
their wishes. In this way they commit grave errors that are quite capable
of wrecking entire armies and even countries. Napoleon Bonaparte |
Een volgende gegeven is de verklaring
van de nieuwe administrateur-generaal van de Staatsveiligheid, die kort na zijn
inauguratie in 2002 te kennen geeft dat hij 100 agenten
meer wil om het terrorisme te bestrijden. Hij blijkt trouwens ook de overdreven
parlementaire inspectie- ijver via het comité I, die de diensten van de
Staatsveiligheid vleugellam maken, niet erg te waarderen. Een laatste vaststelling is de niet
aflatende druk van de federale politie om de terrorismebestrijding van de
Staatsveiligheid af te snoepen. Geef toe, dit is niet echt een comfortabele
situatie om tijdig betrouwbare inlichtingen te verzamelen aangaande mogelijke
terreurdaden. Draaide ook voor 11 september 2001 niet één en ander vierkant
bij de diverse Amerikaanse inlichtingendiensten? We zullen uiteindelijk nog
geloof moeten hechten aan het citaat van Napoleon, die niet erg veel vertrouwen
had in zijn inlichtingendiensten.
BEGIN
PAGINA.
De hulpverlening.
Vermits het voorkomen van een terroristische aanslag door een tijdige ingreep
van de inlichtingendiensten niet zo voor de hand ligt, zal een chemisch
scenario, zoals eerder beschreven, waarschijnlijk eerst de ambulancediensten op
de plaats van het onheil brengen. Zij zijn getraind om een eerste analyse te
maken van de toestand. In ons voorbeeld zal dit ongetwijfeld aanleiding geven
tot de afkondiging van de hoogste fase van het rampenplan. Men mag verwachten
dat het nationaal rampenplan binnen een redelijke termijn wordt afgekondigd. Dat
een snelle interventie veel mensenlevens kan redden bij een chemische
besmetting
hoeft geen betoog. Een hele armada van hulp- en politiediensten zal zich naar de
plaats van het onheil begeven. Hier zal de lokale commandant (on-scene commander)
de diverse activiteiten coördineren: de hulpoperaties, de medische hulp, de
beveiliging, de logistieke steun en de informatie van de bevolking. Zijn taak is
veeleisend en hij is de sleutelfiguur in de hele interventie. Tot wat een
terroristische daad, van nationale omvang kan aanleiding geven, is hier
te lezen in het verslag van de aanslag met sarin in de metro van Tokyo. Wat een ramp van dergelijke
omvang, (die zelfs kleinschaliger is dan de
aanslag uit ons Nieuwstraat-scenario), in België zou kunnen betekenen, roept
toch enkele verontrustende vragen op. Wel moet vooraf gezegd dat onze
hulpdiensten, voor rampen op lokaal niveau, blijk geven van heel wat
bekwaamheid. Ze kunnen beroep doen op degelijke alarmplannen, die spijtig genoeg
echter het grote stilzwijgen bewaren over terroristische aanslagen van
biochemische aard. De federale overheid blijkt hier ernstig tekort te schieten,
maar daarover straks meer. Indien we het internet afschuimen naar informatie van
biochemisch, terroristische aard, komen we van een erg kale reis thuis. De
lachspieren worden wel erg geprikkeld indien we via de media kunnen vernemen dat
op nauwelijks een maand na de aanslag van 11 september Volksgezondheid werkt aan
rampenplannen tegen biochemisch terrorisme en in die 4 weken tijd de klassieke scenario's
al heeft aangevuld met de allernieuwste rampenplannen die na deze aanslag zijn
uitgedokterd. Bovendien blijken op hetzelfde ogenblik de hulpdiensten in België
paraat te zijn voor terreuraanslagen want zij hebben een cursus eerste hulp bij
terroristische aanvallen gevolgd. Wat denkt u trouwens over de verklaring begin
2003 van de
minister van Binnenlandse Zaken, die via een nieuw
koninklijk besluit een noodplan voor crisisgebeurtenissen en crisissituaties wil
lanceren, dat een coördinatie of een beheer op nationaal niveau vereist. Er is
dus toch nog heel wat werk aan de winkel.
BEGIN
PAGINA.
De rampenplannen.
Het doorsnuffelen van een provinciaal rampenplan (met mijn felicitaties voor de
opstellers) leert dat men bij een nucleair incident in Doel gepast kan reageren.
Toch blijkt de ontsmetting van besmette personen een zwak punt want de
decontaminatiecapaciteit van de ziekenhuizen is onvoldoende om een grote massa
op te vangen. De niet gekwetste bevolking dient trouwens zelf thuis voor
ontsmetting te zorgen onder de eigen douche. Maar hoe gaat men dan dit
ontsmettingsprobleem oplossen bij een chemische terreurdaad? De
decontaminatiewagen van de Civiele Bescherming kan weliswaar 48 personen per uur
behandelen. Voor de grote massa kan men beroep doen op het leger. Een mobiel
Kärcher-station van de luchtcomponent is in staat na een uur voor 14
ontsmettingsspuiten te zorgen, maar dan moet dat wel in duidelijke plannen zijn
neergeschreven, met contactpersonen, met liefst gemeenschappelijke procedures te
velde en met af en toe een oefening om de plannen bij te sturen. Ik
kan me trouwens niet van de indruk ontdoen dat er op een onvoldoende wijze
beroep gedaan wordt op
de expertise van de Krijgsmacht, waar sommigen nochtans regelmatig aan strenge
NAVO-evaluaties worden onderworpen in de afhandeling van ondermeer biochemische
en terroristische incidenten, hierbij uitmuntende resultaten behalen en wiens
modern materieel meer ten dienste kan gesteld worden van de gemeenschap.
De ontsmetting van slachtoffers is dus een zwak punt. Indien dit niet op de
plaats van de ramp kan gebeuren, in ons scenario in de Nieuwstraat, dan zullen
ook in eerste instantie de ambulances besmet geraken en zal men de chemisch
besmette personen in een hospitaal binnenbrengen waar geen ontsmetting voor
handen is. Een operatief ingrijpen in een operatiezaal zal dus geschieden in een
besmette omgeving, met alle gevolgen van dien.
Dat het ook anders kan bewijst dit Amerikaans hospitaal met ontsmettingsstation,
waar de besmette patiënt grondig wordt ontsmet vooraleer hij verder wordt
verzorgd.
De medische training en meer.
Trouwens zijn velen van mening dat de noodzaak voor de training van het medisch
management bij chemische ongevallen nooit groter geweest is dan nu. Training is
trouwens het sleutelwoord dat in talrijke rapporten van de Amerikaanse General
Account Office opduikt, en zeker op medisch gebied. In
deze studie wordt de noodzaak van training benadrukt maar komt tevens de rol
van de hogere instanties aan bod. Ik kan me moeilijk voorstellen dat het bij
ons anders zou zijn. Misschien is nu het geschikte moment aangebroken om de rol
van onze federale overheid in het biochemisch terrorisme even door te lichten om
nadien enkele voorstellen te formuleren. Om het aantal slachtoffers bij een
eventueel Nieuwstraat-scenario zoveel mogelijk te beperken kunnen we voor het
ogenblik niet spreken van een geruststellende toestand. Ik hoop trouwens
dat het succesvol indijken van een mond-en-klauwzeer epidemie geen
aanleiding heeft gegeven tot overmoed, zelfoverschatting of optimisme. De
epidemie heeft gewezen op de gevaren van bioterrorisme, maar deze laatste bedreiging moet
toch iets ruimer bekeken worden. Dat de Hoge Gezondheidsraad al einde 2001
via de werkgroep Biologisch en Chemisch terrorisme inspeelde op de actualiteit
is lovenswaardig. Hun
verslag benadrukt het belang van de aanpassing van het medisch luik van de
rampenplannen, met de belangrijke taak van de doelgroepen zoals spoedopnames en
medische directeurs van de provinciale rampenplannen. De doorverwijzing naar
vooral buitenlandse, lees Amerikaanse, bronnen getuigt niet echt van veel
inventiviteit. Meer diepgaand werk wordt verricht door hun Nederlandse collega's in hun
bevindingen over de
verdediging tegen bioterrorisme. We kunnen in feite niet anders dan
toegeven dat er een grote kloof bestaat tussen de bodem en de top van de
rampen-response-piramide. Het topniveau blijkt helemaal niet overtuigd te zijn
van de ernst van de bedreiging. De noodzaak van een gepast technisch en tactisch
voorbereidingsplan wordt bijgevolg door hen niet in vraag gesteld. Het ontbreken van een
budget voor training of uitrusting is voor hen dan ook het logisch gevolg. De
man van de politiek wil geen middelen besteden aan gebeurtenissen, die waarschijnlijk
nooit zullen plaats hebben tijdens de periode dat hij aan het bewind is. Dat het
ook anders kan, bewijst de enorme Amerikaanse inhaalbeweging bij de bestrijding
van het terrorisme. Dat het ook iets minder mag zijn, leren we uit de Italiaanse
investering van 60 miljoen euro om de mogelijke aanval met
massavernietigingswapens te voorkomen. Nederland heeft van zijn kant 103 miljoen
euro voorzien om het land NBC-klaar te maken. Voor België zijn ons geen cijfers
bekend. Dat het de moeite loont om te investeren in een chemische en biologische
paraatheid ter bestrijding van van het terrorisme toont deze
analyse aan.
BEGIN
PAGINA.
Initiatieven van de overheid?
Wat zou de Belgische overheid kunnen ondernemen om haar bevolking beter voor te
bereiden op een biochemische, terroristische wandaad? De hiernavolgende
voorstellen hoeven trouwens niet eens allen kostelijk te zijn.
Wat in België op de eerste plaats ontbreekt, is informatie. In de meeste landen
rondom ons ligt dit wel enigszins anders. Dat gepaste informatie van de overheid
levensreddend kan zijn, konden we ondermeer al lezen in de editie van EOS
magazine (Wetenschap en Technologie voor Mens en Maatschappij) van
november 2001. "Daarom is het van het grootste belang dat niet alleen
mondiale, nationale en lokale overheden ons zo snel mogelijk over de mogelijke
gevolgen ervan informeren. Medici en paramedici moeten optimaal op het
onvoorstelbare worden voorbereid. Burgers moeten worden geleerd, zonder daarbij
meteen om het geringste kuchje in paniek te slaan, belangrijke symptomen van
andere te onderscheiden, want alleen snel detecteren en ingrijpen kan levens
redden". Hier wringt dus inderdaad het Belgische schoentje. Buiten de
jodiumcampagne voor personen die in een straal van 20 kilometer van een
nucleaire centrale verblijven, werd er tot nog toe weinig informatie verschaft
door onze overheid. Wat fundamentele informatie over mogelijke incidenten
(reactie, eerste zorgen, bescherming) is een morele plicht, hoeft geen
aanleiding te zijn voor paniekreacties en zal de burger ook niet aanzetten tot
het aankopen van gasmaskers, beschermingskledij of huishoudelijke
beschermingsmodules. Elke Belg zou bijvoorbeeld moeten weten dat bij een
mogelijke gasbesmetting onmiddellijk een (liefst natte) doek (sjaal,
zakdoek,...) voor de mond wordt geplaatst. Enkele overlevenden van het gebruik
van een te actieve aërosol in de opera van Moskou in oktober
2002 getuigden trouwens dat dit hun eerste reactie was. Wat deze basisinformatie
verder voor elke burger zou kunnen zijn,
kan je hier vinden. Het is een beknopte
weergave van wat ondermeer sommige van onze dienstplichtigen destijds kenden en
toepasten tijdens oefeningen en evaluaties. Bij het geven van antwoorden, op
courante vragen aangaande bioterrorisme, zou men zich
hier kunnen inspireren.
Onze eerstelijns hulpverlening (brandweer, ambulancepersoneel,
politiemensen) getuigt regelmatig van veel bekwaamheid en motivatie. Zij zouden
in eerste instantie optimaal moeten kunnen beschermd worden. Dit vraagt
bijgevolg om investeringen. Gasmaskers, beschermingskledij maar ook
detectieapparatuur (liefst zoals gebruikt in het leger) zijn een prioritaire
noodzaak. Ook ontsmettingsapparatuur, onmiddellijk beschikbaar op de plaats van
een terroristische aanslag, is van overlevingsbelang.
Van zodra de slachtoffers op een degelijke manier ontsmet zijn, kunnen zij
uiteindelijk vanuit de Nieuwstraat naar het dichts bijzijnde hospitaal vervoerd
worden. We mogen veronderstellen dat voldoende hospitalen in de omgeving in
staat zijn om de chemisch besmette personen op te vangen, desnoods meer grondig
ontsmetten en te verzorgen in daartoe uitgeruste lokalen met getraind en
volledig uitgerust medisch personeel. Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat
er nog heel wat inspanningen, en niet alleen van budgettaire aard, nodig zijn om
dit scenario, vooral voor het slachtoffer,
ideaal te doen verlopen. Het weze nogmaals herhaald dat in verschillende landen
momenteel deze inspanningen wel geleverd worden en dat men de biochemische
bedreiging, die van terroristen uitgaat, ook op het medisch vlak realistisch
benadert. De hospitalisatie van besmette slachtoffers, de opleiding en de
training kunnen niet over het hoofd worden gezien. Oefening baart nu eenmaal
kunst. Een
medisch specialist een stethoscoop laten bedienen en een injectie laten geven,
gehuld in gasmasker en beschermingskledij, zou wel eens moeilijker kunnen zijn
dan op het eerste zicht lijkt.
Ten slotte zouden we ons kunnen afvragen of er ook niet kan geïnvesteerd worden
in een automatisch alarmeringssysteem, dat permanent de medische gegevens van de
aangesloten hospitalen scant en alarm slaat van zodra er verdachte
ziekteverschijnselen optreden die kunnen wijzen op een ziekte van
bioterroristische oorsprong. Het systeem LEADERS
(Lightweight Epidemiology Advanced Detection and Emergency Response System)
lijkt in de VSA nogal wat succes te kennen. Als Bill Gates een netwerk mag
uitbouwen tussen de Belgische ambassades om vlugger terroristen-vrije visums te
verlenen, dan zou men mogen veronderstellen dat LEADERS ook zijn kans mag
krijgen.
BEGIN
PAGINA.
Een voorstel.
Om af te ronden zouden de bevoegde instanties misschien het volgende voorstel
nog in overweging kunnen nemen. Uit mijn militair verleden weet ik dat er zich
op de uit gebruik genomen vliegbasis van Brustem/Sint Truiden een vrij intacte gewezen
smaldeelbunker bevindt.
Deze betonnen constructie,
die binnenin elektrisch ontmanteld werd, is volledig uitgerust om personen die
het slachtoffer werden van een NBC- (Nucleair Biologisch Chemisch) voorval
volledig te ontsmetten. Tevens zijn er verschillende lokalen beschikbaar, die in
het kader van een optimale NBC-paraatheid en behandeling zouden kunnen gebruikt
worden. De vrij centrale ligging in België en de aanwezigheid van een gewezen
vliegveld zijn niet te verwaarlozen pluspunten. De uitbouw van deze bunker tot
een trainings-, kennis- en behandelingscentrum van NBC-incidenten en wandaden
van terroristen zou bovendien ook wel eens sommige bedrijven kunnen
interesseren. De markt van individueel en collectief NBC beschermingsmaterieel
en aanverwante uitrustingen blijkt immers een gestadige groei te kennen.
Voor diegenen die zich nog verder willen verdiepen in de materie van
biochemische paraatheid kunnen terecht bij de KSMD
(Koninklijke School Medische Dienst) of bij
deze gedetailleerde beschrijving van alle medische aspecten van chemische en
biologische oorlogvoering.
Ter afronding.
Hopelijk is hetgeen voorafgaat een kleine bijdrage tot het sensibiliseren van
alle betrokkenen, politieke autoriteiten, openbare diensten zowel als private
ondernemingen die (on)gewild hand- en spandiensten kunnen leveren aan malafide
individuen of organisaties. Ook ben ik van mening, dat het brede publiek recht
heeft op dit soort informatie. Om op een geloofwaardige manier
het
hoofd te kunnen bieden aan de dreiging van het
biochemisch terrorisme zijn geld, goede wil en luisterbereidheid onmisbaar.
Voorlopig, en laten we hopen dat het zo blijft, behoort een Nieuwstraat-scenario
tot het domein van de fantasie. Laten we ons echter toch maar goed voorbereiden op de
eventualiteit. De situatie in België, in de bestrijding van het terrorisme van
biologische en chemische aard, is in meer dan één domein verontrustend te
noemen. Kleine initiatieven kunnen een enorme meerwaarde hebben. De verlaten
smaldeelbunker op de voormalige vliegbasis van Brustem kan nu nog in aanmerking
komen als een NBC trainingscentrum.
Zich verzekeren voor een calamiteit, van welke
omvang dan ook, kost nu eenmaal geld. En inderdaad, een goede voorbereiding
spaart tijd en spaart ook mensenlevens.
BEGIN
PAGINA.
Preparation saves time and saves lives. Roberto Bertollini World Health Organisation Europe |
Updated 22 februari 2006.