Bij ons in Kleine
Brogel.
Kleine
Brogel, een ras apart.
Fortuna Favet
Fortibus: het geluk staat aan de zijde van de sterksten. Of deze lijfspreuk van
de 10de Tactische Wing van Kleine Brogel ook met de werkelijkheid overeenstemt,
zal ik vanaf 24 februari 1989 als vijftiende korpsoverste kunnen ervaren.
Alhoewel mijn voorganger in zijn afscheidstoespraak van oordeel is dat mijn
dagen al geteld zijn, ben ik er toch vast van overtuigd om van mijn nieuwe
functie zo lang mogelijk en met volle teugen te genieten. Met een
personeelsbezetting van 1750 mannen en vrouwen, exclusief het Amerikaanse
detachement, beschouw ik de vliegbasis met een oppervlakte van 450 hectaren als
een waar bedrijf dat vrede produceert.
De aanpassing aan mijn nieuwe werkomgeving verloopt vrij vlot. Na een attente observatie en na de nodige tijd besteed te hebben aan
het luisteren naar het personeel ben ik na enkele weken klaar met mijn
beleidsbrief. De operationele geloofwaardigheid is en blijft de topprioriteit en
vraagt om een volgehouden training van alle personeel. Toch meen ik dat we het
hoofd moeten bieden aan een zekere verzuiling: het personeel moet meer vertrouwd
geraken met mekaars werkdomein. Verder geloof ik dat het hoog tijd is om de
eenheid binnen de omheining te verfraaien, door de afvalerfenis te verwijderen
en door de eigen werkomgeving proper en net te houden. Ten slotte vind ik dat er
meer aandacht kan besteed worden aan onze dienstplichtigen.
Natuurlijk ben
ik erg tevreden dat ik terug F16 mag vliegen, zij het met een karig jaartotaal
van 85 uren. De vlieguren zijn ondertussen in die mate herschikt dat de
smaldeelpiloot 165 uren per jaar mag vliegen en dit ten nadele van de piloten
met een staffunctie, waarvan sommigen bezoeker worden op Fouga of Marchetti. Ik
tracht weliswaar wel me alle facetten van het operationeel vliegen eigen te
maken met het besef dat tijdens oefeningen mijn plaats niet in de cockpit maar
in de bunker zal zijn. Mijn vliegherinneringen zijn velerlei met bezoeken aan
ontplooide smaldelen, zendingen op het schietveld, acrobatie, navigaties en
instrumentvliegen. Eén voorval blijft me bij: wanneer ik op een gegeven dag bij
valavond wil landen, vuurt de startbaancontroleur een rode vuurpijl af. Ik start
door en scheer daarbij rakelings over het dak van een voertuig, dat zonder
toelating de startbaan wil oversteken. De controleur krijgt een eervolle
vermelding. De chauffeur ontvangt een gepaste sanctie.
In het
domein van de publieke relaties wil ik ook de goede initiatieven van mijn
voorgangers verder uitbouwen. Sedert 1984 heeft Kee Bie het peterschap aanvaard
van de Vlaamse MS-liga. Twee jaar later wordt de 10de Tactische Wing een
petekind van de stad Peer. Op het niveau van de Verdedigings- en Steungroep
bestaat al sedert geruime tijd een petekindrelatie met de stad Maaseik. Deze
hechte banden geen aanleiding tot talkrijke contacten en initiatieven waarbij
het jaarlijkse galaconcert ten voordele van de Vlaamse MS-liga toch wel erg in
de smaak valt.
Met de regelmaat van een klok vereren vooral de hoogste buitenlandse militaire
autoriteiten onze eenheid met een bezoek. Maar ook elke landgenoot, die een
bezoek wil brengen, verschaffen we de nodige faciliteiten. Voor honderden
Belgen, voor jong en oud, zetten we de deuren open. Zo worden talrijke
misverstanden uitgewist. Publieke relaties is immers een begrip met
inhoud. Wanneer ik na enkele maanden terugblik heb ik de indruk dat we een goede start
hebben genomen. Het is nu nog een kwestie om de dynamiek in de verschillende
domeinen te behouden.
1989 vliegt letterlijk en figuurlijk voorbij. Eventjes hebben we geluk. Tijdens
de eindnadering voor de landing krijgt een F16 een motorstoring. De piloot kan
niets aan het voorval verhelpen en verkiest wijselijk gebruik te maken van zijn
schietstoel. Het toestel stort neer enkele honderden meters binnen België in
een bos. Wanneer ik me naar de plaats van het ongeval begeef, ben ik
heel tevreden dat ik de ongedeerde piloot een stevige knuffel kan geven. Een
plaatselijk senator, die vrij ongerust is over het gebeuren, kan ik na een open
gesprek (zonder knuffel) kalmeren.