België onder aanval. |
Een treffende gelijkenis.
De Rwanda-crisis.
De vervanging van de C-130.
De vloot van luchttaxi's van de regering.
De vervanging van de helikopters.
De verdwijning van de tanks en van de rupsvoertuigen.
Andere heikele punten.
De inning van belastingsgelden.
Het militair personeel.
De macht van het profitariaat.
Aanval op nationale eenheid en veiligheid.
Nieuwe afbouw van het leger naar socialistisch
model, een ware kaakslag.
Een korte historiek en flauwe reacties.
De naïviteit op zijn best.
De specialisatie als synoniem van profitariaat.
Ons veiligheidsbeleid in Europees verband.
Onrealistische spelregels.
Pakt de NAVO zijn koffers?
Eindbeschouwingen.
Een treffende gelijkenis.
De laatste maal dat de krantenkoppen wereldwijd
blokletterden "België onder aanval" dateert van mei 1940. Het onderwerp was
sedertdien, gelukkig maar, niet meer aan de orde. Behalve indien men heel
even wat aandacht durft schenken aan een welig tierend fenomeen namelijk de
totale desinteresse van de Belgische overheid voor zijn defensie en de mogelijke
toekomstige gevolgen voor de brozer wordende samenleving. Met de nationale
verkiezingen in het verschiet, is een kleine denkoefening zeker niet
misplaatst. De politieke partijen, en zeker diegenen die
haantje de voorste willen spelen om het leger steeds opnieuw weer een hak te
zetten, moeten de waarheid onder ogen durven
nemen. De kiezer zal immers weldra beslissen.
De noodkreet "België onder aanval" getuigt misschien niet van originaliteit.
Inderdaad, in augustus 2005 publiceerde M. Paul Cook een erg ontluisterend
boek "Canada under attack". In een zeer grondige analyse schetst de
auteur de verwaarlozing van de Canadese strijdkrachten te wijten aan de
onverantwoorde passiviteit en ondoordachte beslissingen van opeenvolgende
regeringen. Zijn oproep tot meer engagement van de gemiddelde Canadees, van
de media en van de politiekers om deze schrijnende evolutie een halt toe te
roepen, wordt door een overtuigend feitenrelaas onderbouwd. Kenmerkend
hierbij is dat een hele resem aan vaststellingen en aanbevelingen integraal
in de Belgische omgeving passen. De transplantatie van enkele van zijn
belangrijkste overwegingen kan ter illustratie volstaan. In de Belgische
context vallen bovendien nog enkele typische anomalieën te noteren. Toch wekt
de Canadese toestand een waar gevoel op van medeleven al was het maar omdat
de machteloosheid van lotgenoten ook vaak informeel ter sprake kwam en komt
als blijk van goed nabuurschap tijdens de diverse en talrijke
NAVO-bijeenkomsten.
BEGIN
PAGINA.
De Rwanda-crisis.
Het volgende citaat uit het boek van M. Paul Cook kan volstaan om de toon te
zetten. "The Rwandan genocide and our inability to even support our
own nation's soldiers, who we placed in harms way, showed how impotent
Canada was in foreign policy matters, which required military competence. It
also proved how meaningless the arguments put forward by 'Soft Power Only'
advocates were. ... As we mark the tenth anniversary of the Rwandan
genocide, let us remember the victims, as well as those - including many
Canadians - who showed commitment and raw courage in defence of humanity.
Let us remember that is there is any lesson from the tragedy it is that
non-intervention is the domain of the gullible, callous and weak".
Deze "verbelgste" zinsnede zou in het verslag van de Belgische
Rwanda-commissie kunnen thuishoren, waarin ook de verbloemde politieke
verantwoordelijkheid erg storend overkomt. De militairen, die ter plaatse de
klus moesten klaren, met te weinig middelen en een kreupel mandaat, met alle
zonden overladen, getuigt van een wankele politieke ethiek. Met meer centen
vooraf voor een betere uitrusting, is er achteraf minder nood aan
monumenten, die blijkbaar ook als remedie dienen voor een gekwetst politiek
geweten.
BEGIN
PAGINA.
De vervanging van de C-130.
De wanhoopskreet van M. Paul Cook voor de vervanging van oud militair
materieel is al even frappant. Men zou zich warempel in een Belgische
omgeving wanen.
De toestand van de C-130 is een bron van veel kommer en zorg. In Canada
blijkbaar meer dan in België, voorlopig althans.
"The bulk of our CC-130 Hercules aircraft are in need of replacement.
...CF Hercules aircraft No. 315 is the longest-flying military transport of
its type in the world, ... most of the Hercules transports in the Air Force
fleet, ..., are from the same 'generation" as No. 315. This places an
incredible amount of pressure on ground crews to keep these 'relics'
operational. ... The problem is that above and beyond the general
maintenance any aircraft is required to undergo, including replacing parts,
etc., the older Hercules aircraft have parts for those very old models that
incur an ever-increasing price tag. ... These aircraft also require
substantially more down time for maintenance for each hour flown compared to
newer aircraft. All of us taxpayers are collectively paying million of extra
dollars keeping these relics flying."
De optimisten zullen wellicht in koor verkondigen dat de situatie van de
Belgische C-130H grondig verschilt van zijn Canadese soortgenoot. De Belgische Herky is immers gemoderniseerd en structureel versterkt. Men kan zich echter
wel afvragen hoe lang het huidige werkritme van dit werkpaard nog kan worden volgehouden
vooraleer een identieke Canadese alarmbel zal moeten geluid worden want 2019
is nog zeer veraf. De opvolger van de C-130H, de Europese A-400M, zou immers
dan pas voor België beschikbaar zijn tenminste als er geen bijkomende
vertragingen optreden tijdens de ontwikkeling van het nieuwe technologisch
hoogstandje van de Europese vliegtuigindustrie. De constructeur Airbus is
trouwens nog niet volledig hersteld van de uppercut na het A-380 debacle en
heeft bekend gemaakt dat de eerste vlucht van de A-400M een vertraging van
enkele maanden heeft opgelopen.
Bovendien zal een stokpaardje van de Vlaamse socialisten en hun voorzitter
Johan Vande Lanotte, namelijk het vertrek van de 15de Wing Luchttransport
uit Melsbroek, althans volgens ingewijden, met de komst van de A-400M tegen
het einde van volgend decennium onafwendbaar zijn. In 2000 was de hap uit
het schrale defensiebudget om de verhuis mogelijk te maken, zelfs voor de
socialisten te groot. De discussie zal zich wellicht toespitsen of het Waals
Brabantse Beauvechain, naar alle waarschijnlijkheid dan als chartervlieghaven
van Zaventem (waar een juridisch steekspel en hoogoplopende boetes over
geluidsoverlast voor veel narigheid kunnen zorgen over het economisch
verantwoord voortbestaan van de nationale vlieghaven) ook nog het militair
luchttransport kan onderbrengen. Of zal het socialistisch boegbeeld ook in
dit dossier weerom triomf willen oogsten en de luchttransportvloot een nieuwe thuis
bezorgen aan zijn Belgische kust, zoals hij al eerder onomwonden te kennen
gaf.
In het kader van het A-400M programma zal trouwens ook nog een ander typisch
Belgisch akkevietje voor de nodige turbulenties zorgen. De industriële verdeling
van de koek moet in principe evenredig over de landsgedeelten geschieden. De
laksheid van de federale Minister van Economie destijds om bij haar collega
van Defensie toch enige inspraak te krijgen in het industrieel aspect van de
A-400M ligt aan de basis van veel gemor en tandengeknars. Met de A-400M
hebben we niet te maken met het schimmige en kostelijke spel van economische
compensaties maar wel met een directe deelname of coproductie. De industrie
die de beste kwaliteit aanbiedt voor de beste prijs, wordt een contract
toegekend. De Turkse deelname aan de A-400M is een voorbeeld hoe het moet.
Van Belgische zijde plukt men nogmaals de vruchten van een jarenlange stiefmoederlijke
behandeling van de defensie-industrie in het algemeen, van de
luchtvaartindustrie in het bijzonder.
BEGIN
PAGINA.
De vloot van luchttaxi's van de regering.
We kunnen misschien nog even vertoeven in de luchttransportwereld. Onze
Canadese schrijver merkt op: "... it took the PM (Prime Minister) and his
inner circle but one day to approve the $100-million acquisition of two
brand new luxury Challenger jets for him and for the use of the cabinet,
while the military was still awaiting the replacement for the Sea Kings."
Ook hier past weer een Belgisch deksel op een Canadees potje. De
levering van twee fonkelnieuwe Embrears ERJ135LR in 2001 gevolgd door twee
exemplaren van de Embrear ERJ145LR het jaar nadien en de modernisering van
de twee Falcons 20 tot fonkelende feniksen in 2005 illustreren overduidelijk
waarmee de regeringsploeg geen probleem heeft als het over defensie gaat.
Zeer typerend is bovendien de vaststelling dat deze militaire luchttaxi's
van het gouvernement als enige middelen van defensie een schrale
fotografische aandacht verdienen in de balans van 8 jaar Verhofstadt, recent
beschreven in zijn publicatie "Een open boek", waarin hij als eenzame reiziger aan
boord van een Embrear op de voorzijde pronkt.
De vervanging van de helikopters.
En M. Paul Cook hanteert nog andere pijlen, die ook op een Belgische
boog bruikbaar zouden kunnen zijn. Het Canadese helikopterdossier vertoont veel
vertrouwde trekjes. "The state of the Sea Kings is now so poor that it has been
reported that for every one hour of flight time, 30 hours of maintenance are
required. Much of this is due to the age of the helicopters, whereas newer
aircraft could operate at a significantly smaller maintenance schedule.
Acquiring parts for these older aircraft is more expensive, therefore a
larger drain on the military's meagre budget. ... It is unusual to have so
many different types of snags, i.e., fuel, blades, pumps, heater, engine,
gyro system and flight controls in such a short period of time ...
technicians worked extremely hard to keep the aircraft flying, but there are
only so many battles that can be won with a 41-year old (aircraft). ... It's
a national disgrace, the fact that it's taken 10 years for the Liberals to
make up their minds."
Zowat een decennium geleden bestond er ook in Belgische militaire middens
nog een stille hoop dat een geloofwaardige aëromobiliteit van onze grondtroepen
ondermeer zou worden ingevuld door de aankoop van de nodige helikopters.
Nederland realiseerde zijn wensen. In ons land was er in 1998 nog sprake van
een versterking van de Seaking vloot. Tijdens het luchtvaartsalon van Le
Bourget van 2005 wordt eindelijk een doorbraak geforceerd. Eerste minister Verhofstadt
kondigt tijdens zijn bezoek aan het salon aan dat een tiental helikopters
zullen worden aangekocht ter vervanging van de 5 Seakings van de
Luchtcomponent en van de 3 Alouette III's van de Marinecomponent. Vermits
deze beslissing niet in de budgettaire planning van Defensie was opgenomen,
zullen de 300 miljoen euro worden weggeknipt uit de geplande aankoop van de AIV 's (Army Infantry Vehicles). Begin december 2005 beslist
de regering dat de voorkeur uitgaat naar de NH90 helikopter, een
helikopter uit een Europees programma.
In 1991 kreeg België de kans om samen met Nederland, Frankrijk, Italië en
Duitsland in het samenwerkingsproject te stappen, maar weigerde. Portugal
wordt het vijfde lid in 2001. De
finale NH90 beslissing zal aanslepen tot 27 april 2007, dag waarop de
laatste ministerraad van de paarse regering tijdens een marathonzitting de
knoop eindelijk doorhakt. Onderhandelingen over een billijke verdeling van
een pakket van economische weerslag over de gewesten en de daaruit volgende meerkost van 50
miljoen euro voor tien toestellen liggen aan de basis van dit onaanvaardbaar
tijdverlies. Weerom treden de Vlaamse socialisten van de sp.a op het
voorplan. De meerkost en voorzichtige pogingen om de SAR (Search And
Rescue) van de Seaking te privatiseren zijn de veelzeggende
wrijvingspunten van het vertragingsgevecht. Johan Vande Lanotte en zijn trawanten willen van geen wijken
weten. Het uiteindelijk resultaat is dat slechts acht NH90's (met twee in
optie) worden aangekocht die voor SAR (voorlopig?), maritiem en tactisch
transport zullen worden ingezet.
Vermeldenswaardig is ook het feit dat een van de troetelkinderen van Johan Vande
Lanotte, NHV (Noordzee Helikopters Vlaanderen) onlangs op de Internationale
Luchthaven Oostende-Brugge zijn intrek heeft genomen in gloednieuwe
gebouwen, met daartegenaan geplakt een Maintenance Center van Eurocopter,
een
constructeur van de NH90.
Met alle politiek getreuzel en met de vertragingen die de ontwikkeling van de
NH90 kenmerken, zal de eerste Belgische NH90 pas ten vroegste
in 2011 kunnen geleverd worden. Voor hetzelfde prijskaartje had men nu
wellicht tien NH90's kunnen aanschaffen, hadden de Belgische
autoriteiten in 1991 de juiste
strategische keuze durven maken om tot het Europese helikopterprogramma toe
te treden. Een meer gespierde aanwezigheid in de luchtvaartindustrie en de
daaruit voortvloeiende technologische meerwaarde zou heel wat meer vruchten
voor onze economie hebben kunnen afwerpen dan de doodbloedende Belgische automontage-industrie. Blijkbaar heeft België ook nu weer de boot gemist om
in het Europees Neuron-programma te stappen, een veelbelovend UCAV (Unmanned
Combat Aerial Vehicle)-project.
Terloops is het in dit verband toch wel verhelderend vast te stellen dat de deelname
aan het JSF (Joint Strike Fighter)-programma Nederland geen
windeieren heeft gelegd. Einde 2005 stond trouwens al vast dat 70
Nederlandse bedrijven aan de ontwikkeling van de JSF kunnen deelnemen ter
waarde van 700 miljoen $. De productiefase kan leiden tot een omzet van meer
dan 8 miljard $ en veel extra hoogwaardige werkgelegenheid.
BEGIN
PAGINA.
De verdwijning van de tanks en van de rupsvoertuigen.
We zijn even van onze Canadese koers afgeweken. De verdwijning in het
Canadese leger van alles wat zich op rupsen voortbeweegt, lokte voor
enkele jaren heftige reacties uit. Ook laat M. Paul Cook zich in deze
materie niet onbetuigd. En weerom passen zijn argumenten met een minimum aan
verbeelding in de Belgische omgeving. "The Liberal Government appears to
have taken great pains to ignore the lessons of wars and conflicts since
WWII that clearly show that the main battle tank remains the mainstay of
armoured capabilities in any modern army. ... Putting light armoured
vehicles in a head to head confrontation with main battle tanks is a sure
prescription for disaster. The Stryker MGS (Mobile Gun System, which mounts
the M68A1E1 105 mm canon), cannot sustain the battlefield punishment, nor
offer the high level of survivability for its crews, that a heavier armoured
thank can. Light armoured vehicles using 10, 15, 20 mm of armour, are only
capable of surviving attacks by small individual or crew served weapons like
machine guns. ... The Stryker is not a tank ... It is a direct-fire weapon
but it is not designed to support infantry in an assault. We are always told
you do not use or hold ground without infantry but you don't take ground
with infantry without including tanks. ...The action to remove the M-109 SP
gun and replace it with a 81 mm mortar would be laughable, were the
circumstances not so serious. ... Their assumption that Canada will never
again find itself in conditions requiring tanks shows the presumptive
arrogance, and total lack of understanding of historical and modern military
realities. It would appear that the only 'cheap' part of the Liberals
approach to the military, is in how cheaply they value the lives and welfare
of our nation's sons and daughters serving in the military. ... What is one
to think of a government that deliberately 'strangles' its armed forces, and
in doing so precludes the military from protecting its own people?"
Deze citaten, in grote mate toepasselijk op de pijnlijke Belgische
realiteit, noodzaken toch enkele kleine verduidelijkingen. De Stryker is een
versie van de zopas door België aangekochte AIV, waarvan één van de zeven
versies zal worden uitgerust met een kanon van 90 mm. De lezer kan
ongetwijfeld extrapoleren en besluiten wat de slagkracht, bescherming en
steun aan de Belgische infanterist zal betekenen. De vervanging van de
Belgische M-109 SP door een mortier van 120 mm is zeker geen compensatie
voor de te povere kwaliteiten van het kanon van 90 mm. Het zij ook
duidelijk dat in het Belgische politieke landschap de Canadese "liberals"
zonder schroom kunnen gesubstitueerd worden door sp.a-politiekers.
Om het Belgische verhaal volledig te maken moet voor alle duidelijkheid nog
worden aangestipt dat voorlopig enkel de vaste schijf van de AIV in
uitvoering is, zijnde 138 voertuigen. Een identieke bedenking geldt voor de MPPV
(Multi-Purpose Protected Vehicle) want in de vaste schijf worden
slechts 220 Dingo II's voorzien. De resterende voertuigen uit het
aankoopprogramma (nog 132 MPPV's en
nog 78 AIV's) zullen in twee
voorwaardelijke schijven worden ondergebracht. Blijkbaar zal men politiek
pas definitief beslissen als alle voertuigen zijn geleverd zijnde
respectievelijk 2011 en 2012 voor de MPPV en de AIV. De offertes zijn echter
respectievelijk tot 2008 en 2010 geldig waarna een prijsaanpassing
onafwendbaar wordt. Met belangstelling wordt bijgevolg naar het vervolg van
het MPPV- en AIV-verhaal uitgekeken, dat hopelijk een happy end zal
kennen.
Maar ook het Canadese verhaal verdient een aanvulling. In de loop van 2007
hebben de Canadese autoriteiten hun visie over het gebruik van de tank
grondig herzien. Na talrijke Canadese gesneuvelden in Afghanistan, vooral
te wijten aan de explosie van wegbermbommen, werd beslist vele tientallen
van de modernste Leopard-tank, de A6M, aan te kopen en te huren in
Nederland en Duitsland. De moderne asymmetrische oorlogvoering en de hoge
tol aan mensenlevens hebben de Canadese autoriteiten eindelijk doen inzien
dat de troepen te velde over de best mogelijke bescherming en slagkracht
moeten kunnen beschikken. Ook werden daarom met de nodige spoed andere
investeringen tot een goed einde gebracht ten voordele van vooral de troepen
in Zuid-Afghanistan waar de Canadezen met enkele NAVO-partners (en voor alle
duidelijkheid zonder Belgen) alles in het werk
stellen om ook tijdens risicovolle gevechtsopdrachten er de democratie in al zijn geledingen te helpen herstellen.
Ook de volgende waarheid is integraal meer dan ooit op België van
toepassing. "It should also be understood that in the international
diplomatic and military community, a nation must properly fund and equip its
military in order to be taken seriously."
BEGIN
PAGINA.
Andere heikele
punten.
De inning van belastingsgelden.
Onze Canadese schrijver plaats ook nog een ganse reeks andere heikele punten
in de kijker, die veel raakpunten vertonen met de
Belgische realiteit.
Het choquerende wanbeheer bij de inning van belastingsgelden waarmee
miljarden dollars worden ontlopen klinkt erg vertrouwd. "The December 3,
2002 report by the Auditor-General scathing report highlighted how poorly
the government has served us taxpayers. This has had a terrible impact on
emergency services, such as the military, by denying them the funding
because of a 'lack of money', while at the same time members of the
government and its bureaucracy have been involved in reckless spending, and
alleged criminal spending behaviour."
Het militair personeel.
Ook in het beheer van zijn personeel heeft Canada belangrijke lessen
getrokken. Ze spreken voor zichzelf en vinden voor de Belgische militairen
een toepassing in het nieuwe GLC (Gemengde Loopbaan Concept) , waarin de
carrièremogelijkheden grondig worden hertekend.
"A former mandatory retirement age of 55 was a bad choice for the
military. ... we forcibly retired them at an age when many civilian
executives finally 'break into their own'. ... If a member of the military
is willing to serve until 65, and as long as they are competent, and there
are positions they can properly fill, then we should retain them. ... In
looking for efficiencies, the common complaint is that the Canadian Forces
are top-heavy with generals."
BEGIN
PAGINA.
De macht van het profitariaat.
M. Paul Cook stelt ook vast dat zijn land profiteert van het militair
engagement van zijn machtige buur. "We are taking a free ride, ..., on the
American defence machine - a ride which makes us so vulnerably dependent on
and beholden to our powerful neighbour that we have become a colony of the
Pentagon." België, als slechtste leerling van de NAVO-klas, met een
defensiebudget dat slechts 1,1 % bedraagt van het BBP daar waar de NAVO-norm
is vastgelegd op 2 %, en decennia lang als grootste profiteur van de NAVO-aanwezigheid op zijn
grondgebied, past volledig in dit nefaste Canadese plaatje.
Aanval op nationale eenheid en veiligheid.
De mogelijke aanval op de eenheid van Canada is tevens een zeer
verontrustende ontwikkeling. "Does a country that is unwilling to treat
all of its member provinces, territories and citizens equally, and
simultaneuously ignores their prime responsibility of protecting its citizens,
lose the right to expect their allegiance?" Het antwoord op deze vraag
kunnen wij, wat België betreft, vanuit een dubbele gezichtshoek benaderen.
In het licht van de komende nationale verkiezingen is een politiek opbod
tussen de partijen een steeds weerkomend verschijnsel. De kiezer trachten te
overtuigen dat geen 200.000 maar zeker 260.000 nieuwe jobs zullen worden
gerealiseerd, mag dan al bij de modale burger op de lachspieren inwerken.
Wat anderzijds een enigszins verontrustend gevoel opwekt is de gedrevenheid
van enkele partijen om nogmaals een nieuwe staatshervorming door te drukken
met ondermeer nog
meer zelfstandigheid voor de gewesten. De Belgische staatsstructuur is nog
niet ingewikkeld en kostelijk genoeg. En het dictaat, dat door
sommige Vlaamse politieke kopstukken aan het Waalse gewest wil worden
opgelegd, valt in het zuidelijk landsgedeelte begrijpelijkerwijze helemaal
niet in goede aarde. Het zo gelauwerde Belgisch overlegmodel zou met deze
harde standpunten wel eens kunnen falen. Het is trouwens merkwaardig dat
vanuit syndicale hoek vrij energiek gepleit wordt om de zoveelste
staatshervorming af te zwakken omdat inderdaad de Belgische burger er
echt geen boodschap aan heeft.
Een tweede gezichtshoek spits zich toe op de bescherming, de beveiliging van
de Belgische burger. In het domein van defensie wil België meer dan ooit de
anderen de kastanjes uit het vuur laten halen. Maar ook in het domein van de
best mogelijke bescherming tegen terroristische wandaden of tegen het
uitbreken van een epidemie zoals de vogelgriep, pleit de Belgische overheid
voor de minimale inspanning. Ons land opteert immers, om over een voorraad
vaccins te beschikken, waarmee nauwelijks 20 % van de bevolking kan
worden ingeënt. Onze buurlanden gaan ervan uit dat de volledige bevolking
moet kunnen worden geholpen.
Ook op het gebied van de fysieke beveiliging van kernmateriaal inclusief de
bescherming tegen sabotagedaden blijkt de overheid zich heel wat getalm te
kunnen veroorloven. Op de ministerraad van 20 april 2007, bijna twee jaar na
de ondertekening van de internationale overeenkomst op het IAEA in Wenen,
wordt de eerste voorzichtige stap gezet om de nationale reglementering aan
te passen aan het gewijzigde internationale verdrag. De verantwoordelijkheid
komt voortaan volledig bij de nationale overheden te liggen. Dit wordt weer
een interessant dossier want de beveiliging van onze bevolking mag immers
niet te veel kosten. Anderen van buiten de landsgrenzen zullen hopelijk te
hulp snellen indien zich een calamiteit voordoet.
BEGIN
PAGINA.
Nieuwe afbouw van het leger naar socialistisch
model, een ware kaakslag.
Een korte historiek en flauwe reacties.
Vooraleer M. Paul Cook een laatste maal het woord te geven in zijn gespierde
eindbeschouwingen, is het noodzakelijk een alarmerende ontwikkeling in
verband met de Belgische Defensie uit te diepen. Een uiterst desastreus
initiatief, en hoe kan het anders weerom van Vlaams-socialistische origine,
wordt in bedekte termen te grabbel gegooid in de verkiezingspropaganda. De sp.a-leider Johan Vande Lanotte verkondigt dat hij de premier wil worden
maar wat erger is, dat hij ook het leger verder wil afbouwen.
Defensiemiddelen moeten versast worden naar Ontwikkelingssamenwerking. Dit
programmapunt is één van de vijf speerpunten van zijn partij. Dit toppunt
van arrogantie verdient een woordje uitleg.
De snode plannen van de socialistische voorman komen voor de eerste maal in
de openbaarheid wanneer hij met zijn intentieverklaring vanaf de zomer van
2005 zijn verkiezing als partijvoorzitter wil ophemelen. Hij mag weliswaar
in de voorzittersstoel plaatsnemen, en nog wel met een stalinistische score,
maar het onheil is geschied. Vande Lanotte heeft de kiemen gezaaid om de
Belgische Defensie echt tot een lilliputterleger te verschrompelen, met alle
mogelijk gevolgen van dien. Enkele uittreksels uit zijn intentieverklaring
kunnen volstaan. "Samen met de pensioenen belopen de militaire
uitgaven 1,1 % van het BBP. In 2002 werd op de top van Praag vastgelegd dat
elke lidstaat minstens 2 % aan defensie moet besteden. ... We mogen gerust
stellen dat de kans dat onze buren België met wapengekletter binnenvallen
vrij onrealistisch is. ... We willen de oorzaak van zoveel (burger)oorlogen
bestrijden door te vermijden dat ze ontstaan; we willen niet defensief maar
offensief werken. ... Daarom kiezen we voor een kleiner, beter uitgerust en
beter werkend leger. ..., er blijven ongeveer 20.000 mensen. Dit leger wordt
meer gespecialiseerd in vredeshandhaving en in de onderdelen waar het goed
in is (transport via de C130's, genie, para's,...) ... kan zich tot de
internationale top opwerken. Besparen door specialiseren, verbeteren door
specialiseren, verbeteren en besparen door integratie met andere Europese
legers: ... Dit betekent dat zo'n 900 miljoen euro van defensie naar
Ontwikkelingssamenwerking gaat ... In de beginfase moeten hiermee ook de
lonen betaald worden van de 15.000 mensen die we in hoofdzaak in andere
ministeries of in de gemeenten zullen tewerkstellen. Maar een beperkt aantal
mensen zal effectief mee verhuizen naar ontwikkelingssamenwerking, waar ze
ingezet worden bij burgerlijke bouwprojecten."
Zijn uiting van tomeloze besparingsdrift lokt weinig reactie uit. Enkel op de website van
de partij zwelt een lawine van ongezouten protest aan, vooral afkomstig van op
rust gestelde militairen, tot veroordeling
van de snode plannen. De webmaster besluit vrij vlug deze regelrechte aanval
op het gedachtegoed van zijn jonge voorzitter te verwijderen.
Wanneer het begin 2006 duidelijk wordt dat het menens is met de
defensieplannen van de socialistische voorman, durven de media toch
voorzichtig reageren. Een toonaangevende Vlaamse krant schildert Johan Vande
Lanotte af als de kampioen van het net-niet-haalbare. Zijn ideeën over een
nieuwe halvering van het leger worden als onuitvoerbaar, populistisch,
ondoordacht, onvoorzichtig, onverstandig en als een blunder van formaat
bestempeld. Schaamteloos, zonder enig respect voor de militairen, hun
werkzekerheid, beroepsfierheid en motivatie blijven ondergraven door van de
ene hervorming in de andere te willen tuimelen is een vorm van politieke
normenvervaging, die vooral de socialistische familie typeert.
Tijdens het ideologisch nieuwjaarscongres einde januari 2007 volhardt de
sp.a in de boosheid.
Ontwikkelingssamenwerking zal belangrijk worden ten nadele van defensie. Wel
valt het op dat men in de beginselverklaring voorzichtig met cijfermateriaal
omspringt. De sp.a-voorzitter heeft dan toch enig oor gehad voor de
suggestie van de vakbonden om niet meer te spreken over 20.000 militairen
die zouden moeten verdwijnen in de toekomst, tenminste als de dromerij van
de sp.a werkelijkheid zou worden.
Buiten een schaarse lezersbrief in één of andere krant vindt men in de media
weinig sporen terug over de beginselverklaring en hoe Defensie verder zou
moeten geslachtofferd worden in de toekomst.
Wel durft één politieke partij enkele dagen later alle moed bijeen te
sprokkelen. Tijdens de parlementaire bespreking van het GLC-wetsontwerp,
in afwezigheid van de sp.a, legt men de vinger op de wonde. Wouter Beke van
de Vlaams-christelijke CD&V-partij legt de grote verantwoordelijkheid over de
afbouw van het leger niet bij de minister van Landsverdediging André Flahaut,
die als een uitvoerder van de socialistische familie het
befehl-ist-befehl-principe huldigt, maar wel bij de voormalige minister van
Begroting, inderdaad Johan Vande Lanotte, die er met waarachtige
begrotingsacrobatie in slaagde om op enkele jaren tijd 200 miljoen euro aan
Defensie te ontfutselen.
We moeten wachten tot 27 maart 2007, dag waarop het sp.a-boegbeeld
zelfverzekerd zijn kandidatuur als eerste-minister verduidelijkt. We kunnen
spreken van een
schriele mediarapportering. In heel wat kranten wordt
gewag gemaakt van de opwaardering van Ontwikkelingssamenwerking waaraan de
kandidaat-premier hardnekkig wil vasthouden, maar vaak wordt zelfs de link
niet gelegd naar de kwalijke gevolgen voor defensie. Men zou toch mogen
veronderstellen dat het grote publiek recht heeft op een volledige en
duidelijke verslaggeving, zeker als het gaat over haar veiligheid en
bescherming en over de verdwijning van 20.000 jobs bij Defensie.
Begin april 2007 reageren de socialistische burgemeesters in de provincie
Limburg rijkelijk laat op de snode plannen van hun partijvoorzitter om de
tewerkstelling bij defensie in hun provincie te halveren. Dit belooft
inderdaad voor de tweede werkgever en voor de tewerkstelling een zware klap
te worden als nagenoeg 3500 banen bij het leger zouden geschrapt worden in
hun provincie.
Bij het losbarsten van de finale verkiezingsstrijd blijkt het behoud van het
absolute stilzwijgen over defensie bij de meeste politieke partijen weerom
de favoriete tactiek. Toch durft de fractievoorzitter van de CD&V, Pieter De
Crem, verduidelijken dat "defensie echt een reddingsoperatie nodig heeft en
moet het leger zelfs opnieuw voor risico-missies worden ingezet. We moeten
billijk onze taken ten opzichte van onze NAVO- en EU-bondgenoten opnemen. En
voor de zoveelste maal geeft hij André Flahaut een vernietigend eindrapport.
Hij heeft van Defensie echt een puinhoop gemaakt." In hoeverre de uitspraken
van Pieter De Crem passen in het politiek opbod, valt nog te bezien. De
kiezer zal in zijn stemhokje uiteindelijk beslissen of de CD&V bij een
toekomstige regeringsdeelname zijn woorden over Defensie in daden kan
omzetten.
We kunnen bovendien niet nalaten om de zwijgzaamheid van oprust gestelde
militairen maar ook die van het senior management van defensie aan de kaak
te stellen. In dit land heeft eenieder het recht om zich vrij te uiten. Het
is niet in de gesloten kring van diverse verenigingen dat men zich
discreet moet uitlaten over het rood gekleurde zwaard van Damokles, dat
het leger op termijn wil onthoofden. Het grote publiek heeft daaromtrent
nood aan objectieve informatie. Blijkbaar heeft men voor André Flahaut
binnen zijn departement geen contacten naar buiten toe zonder zijn zegen. Hij alleen voert het
hoge woord en komt in beeld. Bij mondjesmaat mag de chef van Defensie (CHOD),
in
zijn afwezigheid de situatie van het leger verduidelijken. Zijn ideeën
omtrent voor de
hand liggende bijsturingen, zoals verder besparen op personeel om te kunnen
investeren en degelijk te kunnen trainen, worden hem niet in dank
afgenomen door de socialistische regeringsleden. Dat trouwens André Flahaut
weinig tegenspraak duldt, moge blijken uit zijn explosieve uitlatingen
en handelingen tijdens militaire topvergaderingen en uit zijn recente
beslissing om de adjunct chef van Defensie (VCHOD), een erg gewaardeerd
generaal die ondermeer zijn sporen verdiende in ex-Joegoslavië,
de laan uit te sturen en om hem weg te promoveren als hoogste militaire vertegenwoordiger van
België in de NAVO . Zeer treffend is in dit verband ook de
vaststelling dat voor de vacante functie van VCHOD slechts één generaal zich
kandidaat stelde.
BEGIN
PAGINA.
De naïviteit op zijn best.
Misschien is het opportuun even enkele overwegingen over de desastreuze
voornemens van de sp.a in verband met defensie op een rij te zetten. Hoe
kunnen partij-ideologen nog zoveel naïviteit aan de dag leggen door te
promoten dat de oorzaak van veel conflicten kan bestreden worden door zich
offensief in te stellen, namelijk door Ontwikkelingssamenwerking significant
meer middelen toe te kennen? Is dit een restant van de capriolen van het
kabinetslid van Ontwikkelingssamenwerking, die in 2003 werd
ontslagen omdat hij zich in smadelijke termen uitliet over het
vorstenhuis en buitenlandse staatshoofden en de aanslagen van 11 september
in de VS bejubelde?
Of maakt het sp.a-hersenspinsel deel uit van een nieuwe
partijstrategie om op een schalkse manier de partijkas te
helpen spijzen na de ridiculisering van de rode familie naar aanleiding van
het Agusta- en Carapace-schandaal in 1998. De socialistische wapenbroeders
van het zuiden kunnen blijkbaar nog steeds moeilijk aan de lokroep van "zakkenvullerij"
weerstaan want de fraude-schandalen halen er met de regelmaat van een klok de
actualiteit.
De specialisatie als synoniem van profitariaat.
De specialisatie van het leger is in België synoniem geworden van inkrimpen,
geen risico's, profiteren en besparen (of een budgettaire marge boeken zoals
het in socialistentaal heet). De partners in de NAVO en Europa (EU) blijken
inmiddels genoeg te hebben van de vele Belgische loze beloftes en
worden het gebulder van overtrokken en triomfalistische slogans over de
Belgische defensie-inspanningen grondig beu. Onze
mannen en vrouwen leveren
prachtig werk in de bescherming van de luchthaven van Kaboel maar hun
aanwezigheid staat toch wel in schril contrast met de NAVO-operaties in Zuid-Afghanistan, waar enkele ware partners de
risicovolle strijd aandurven en
niets onverlet laten om resultaten te boeken in een moeilijke strijd op het
terrein. Een nagenoeg gelijkwaardige overweging is van toepassing in Zuid-Libanon waar België trouwens voor een première zorgt. In UNIFIL worden
de klassieke rollen van gesteunde en steunende capaciteit omgedraaid. De
Genie en de Medische Dienst zijn de gesteunde capaciteit terwijl de
gevechtstroepen in een ondersteunende rol worden geplaatst. Men kan zich ook afvragen hoe humanitaire operaties vlot
zullen verlopen indien elk deelnemend land zijn eigen beschermend detachement
inzet. Men kan zich niet van de indruk ontdoen dat UNIFIL een testoperatie is
voor de socialistische partij-ideologen om hun toekomstig defensiemodel op
stapel te zetten. Laten we hopen dat deze ideologen ook de moed kunnen
opbrengen om het eindverslag te analyseren van het ongeval van 7 maart 2007
in Libanon, dat het leven heeft gekost aan drie Belgische militairen. Dit
verslag zal zonder twijfel treffende en onmiskenbare aanwijzingen bevatten
die bevestigen, indien men de citroen te hard uitperst op het gebied van
continuïteitstraining het verlies aan
mensenlevens een van de meest tragische gevolgen is.
Ongetwijfeld heeft het feit, dat met de financiële
vergoeding voor de deelname aan UNO-operaties terug zaad in het bakje
terecht komt (hetgeen bij NAVO-operaties niet het geval is waar iedere
deelnemer moet opdraaien voor alle onkosten), de rimpelloze toezegging van
Belgische troepen voor Libanon vergemakkelijkt.
In een
welvaartsstaat klinken begrippen als "alles gratis" en "luilekkerland van de
sociale zekerheid" inderdaad populairder dan "verantwoordelijkheidszin" en
"beperking van de veiligheidsrisico's". Van deze laatste twee begrippen
heeft vooral de socialistische familie ogenschijnlijk nog steeds geen kaas
gegeten. Toch zijn het deze begrippen die in internationaal verband een land
tot een betrouwbare partner maken of tot een meeloper zonder ruggengraat. Solidariteit, niet
door holle woorden en besparingsnonsens maar wel door een
geloofwaardig leger, zal dit partnerschap bestendigen.
BEGIN
PAGINA.
Ons veiligheidsbeleid in Europees verband.
Zo belanden we dan bij de socialistische visie over ons veiligheidsbeleid,
waarbij we moeten kiezen voor een Europese Defensie. Opnieuw is dit een
monumentaal excuus om een minimale inspanning te leveren en te profiteren,
in de lijn van de partijvisie over specialisatie. Hoe kan men immers spreken
over een Europese Defensie, als men het nog niet eens is over een eigen
veiligheidsbeleid. Men moet ook nog instemmen met de
Europese grondwet, die in zijn huidige versie voor sommige landen een brug
te ver is omdat men nog niet wenst te veel soevereiniteit te verliezen. Er zijn enkele successen geboekt in de Europese militaire
integratie, waarbij vooral over samenwerkingsverbanden van landlegers nogal
eens triomf wordt gekraaid. Toch blijkt de ambitieuze Europese snelle
interventiemacht nog steeds enkel op papier te bestaan. De meer
bescheiden Europese battlegroups beseffen eindelijk dat ze de klus niet
kunnen klaren zonder de steun van een luchtmacht en een marine. De lezer zal
niet verrast zijn indien we vaststellen dat de Belgische bijdrage tot de
Europese battlegroup-formule zeer beperkt, bijna symbolisch is. De
gestadige ontwikkeling van het Europese Defensie Agentschap is
misschien de magische evolutie om de Europese defensie-industrieën beter te
betrekken bij militaire aankopen met mogelijkerwijze lagere aankoopkosten en
betere samenwerking en hopelijk ook een betere standaardisatie van de
landmachtmiddelen.
Men kan zich in dit verband niet van de indruk ontdoen dat Europa
het benijdenswaardige voorbeeld van de NAVO tracht na te hollen, steeds weer
hoopt over onmisbare militaire NAVO-middelen te mogen beschikken mocht de
nood zich doen gevoelen en in alle stilte ploetert om zowel kwantitatief als
kwalitatief de evenknie te worden van de NATO Response Force.
De Europese luchtmachten en hun marines voelen zich wat
stiefmoederlijk behandeld. Toch zijn het juist deze krijgsmachtdelen die
het verst gevorderd zijn in geïntegreerde operaties met hun Europese en
NAVO-partners. Vijf Europese luchtmachten, (Nederland, België, Denemarken,
Noorwegen en Portugal) hebben al bij herhaling bewezen, zij het boven het
oefengebied van de Nevada-woestijn, boven de bosrijke gebieden van Canada of
het fjordenlandschap van Noorwegen, maar ook boven het voormalige
Joegoslavië en Afghanistan als een geïntegreerde eenheid te kunnen
functioneren, tot algehele voldoening van al diegenen die op hun steun
beroep doen. De EPAF (European Participating Air Forces)
Expeditionary Air Wing of EEAW is een eenheid geworden met naam en faam, die
binnen een uiterst kort tijdbestek inzetbaar is om bijvoorbeeld de
grondtroepen krachtdadig te ondersteunen, indien deze laatste de organieke
steun moeten missen die zij in een crisissituatie broodnodig hebben. De EEAW
is een schoolvoorbeeld van een volhardende geïntegreerde samenwerking met
F-16 met als niet onbelangrijke sleutelbegrippen regelmatige training,
minder middelen en personeel, economisch voordeel en kwalitatief hoogstaande
ondersteuning van de aanvrager dank zij een uitgebreid takenpakket. Waartoe
vereende vleugels al niet in staat zijn.
BEGIN
PAGINA.
Onrealistische spelregels.
Tenslotte getuigt de uitstapregeling, voorzien door het socialistische verschrompelingsinitiatief van
Defensie voor nagenoeg 20.000 militairen, van
weinig realiteitszin. Het strategisch plan van defensie, dat tegen 2015 zou
moeten zijn uitgevoerd, en dat momenteel halfweg is, slaagt er nauwelijks in
om enkele honderden militairen een andere baan te bezorgen. Outplacement
naar de privé-sector mag geen eurocent kosten. Er zullen ook
geen naakte ontslagen vallen. Riante ontslagvergoedingen zijn politiek niet
bespreekbaar. Bijgevolg tekent zich een onheilsscenario af waarbij het
aandeel van de personeelsuitgaven de huidige astronomische 75 % ver gaan
overschrijden en waarbij men zich kan afvragen wat er met de resterende
kruimels nog kan besteed worden aan training, werking en aankoop van nieuw materiaal.
Pakt de NAVO zijn koffers?
En laten we toch ook niet over het hoofd zien dat de voortschrijdende
verwaarlozing van de Belgische militair vooral in NAVO-middens voor meer en
meer gemor zorgt. Van een land dat al sedert 1967 als gastland fungeert
voor de NAVO wordt algemeen verwacht dat eindelijk de eentonige tendens van militaire
onderbesteding wordt omgebogen. Met een zwaartepunt van de NAVO dat
aanvankelijk meer zuidoostwaarts leek op te schuiven maar nu wellicht op een
andere plaats zijn evenwicht zal vinden nu de Russische beer zich niet meer
in de hoek laat drummen en er niet voor terugdeinst zijn economische troeven
uit te spelen vooral dan op het gebied van energievoorziening, is een
mogelijke verhuis van de NAVO een heter wordende item.
Aan de geplande
ingebruikname van een nieuw NAVO-complex tegen 2012, gelegen aan de
overzijde van de huidige inplanting in Evere, zullen wellicht nog heel wat
prangende discussies voorafgaan. Of de eerste steen warempel in 2008 zal
gelegd worden (na de uitvoering van een bodemonderzoek en na het
platwalsen van de voormalige luchtmachtinfrastructuur ter waarde van vele
honderden miljoenen euro inclusief het erfgoed van de burgerluchtvaart
bestaande uit de oorspronkelijke vooroorlogse SABENA-luchthavengebouwen), zal
in de komende maanden duidelijk worden. Evenzo zal ongetwijfeld klare wijn
worden geschonken omtrent de blijvende inbreng van de hoofdsponsor van de
NAVO, de VS, die meer en meer geïrriteerd geraakt over de kreupele strijd
van de NAVO tegen het wereldterrorisme. In hoeverre de VS en talrijke
bondgenoten onder de indruk zouden komen van een veredelde
Ontwikkelingssamenwerking in België ten nadele van defensie blijft voorlopig
een open vraag. Voor al diegenen die met het lot van een krachtdadige NAVO
zijn begaan kan de eventuele Belgische beslissing, gestimuleerd en
geïnspireerd door de socialistische achterban om defensie nog verder af te
bouwen, alleen maar koren op de molen zijn van de aanzwellende groep van
ontevreden landen die de NAVO niet meer in Brussel
maar elders wil zien functioneren. De eerste steen van het nieuwe
NAVO-complex is immers nog niet gelegd en het contract ter waarde van 300
miljoen euro en de vergoeding van 3 % van dit bedrag voor België zou
bijgevolg zonder te veel scrupules en administratieve rompslomp naar een
ander meer aantrekkelijk gastland van de NAVO kunnen versast worden.
Het valt te
bezien of de beslissing om de Tactical Leadership Programme
vanuit Florennes naar Albacete in Spanje te verhuizen, en het voorbereidend
stafwerk om onderdelen van het militair hoofdkwartier van de NAVO te Casteau
zoals het NATO AWACS Headquarters in Luxemburg in te planten, de
voortekenen zijn van een volledige
NAVO-verhuis.
BEGIN
PAGINA.
Eindbeschouwingen.
En zoals beloofd, deze analyse zou niet volledig zijn zonder de
eindbeschouwingen van M. Paul Cook, met de reeds vertrouwde
oefening om Canada door België te vervangen voor hij of zij die een Belgische
versie wil assimileren.
Toch lijkt het gepast een Belgische Minister van
Landsverdediging te citeren, die naar mijn bescheiden mening wel zinnige
taal mocht en durfde openbaar maken over Defensie. We hebben het hier over Jean-Pol Poncelet, die als Minister van Landsverdediging tijdens de
openingszitting van het academiejaar aan het Koninklijk Hoger Instituut van Defensie op 19
september 1996 het woord richtte tot een erg geïnteresseerd en gemotiveerd
publiek. "Er is te weinig beraadslaagd over wat de herstructurering van de
Krijgsmacht werkelijk op het spel zet vooraleer de verwezenlijking in
geforceerd tempo op te leggen met inachtneming van het ritme van een vaak
blinde budgettaire dwang. ... in ons land is de onderste limiet van de
openbare investeringen bereikt; wil men nog verder gaan, dan lopen de
eigenlijke funderingen van onze maatschappij het gevaar zware averij op te
lopen. ... Wat gebleken is de wrede waarheid te zijn voor Justitie, is het
evenzeer voor de infrastructuur, de diplomatie of het leger. Ik hoop dat ik
nooit diegene zal zijn die op een bepaalde dag verplicht zal worden, ten
opzichte van de publieke opinie die een beschuldigende vinger uitsteekt, te
moeten vaststellen,..., dat de Krijgsmacht niet
meer in staat is, bij gebrek aan voldoende middelen, met de gewenste
veiligheid de taken uit te voeren die de natie van haar verwacht. ... er
moeten meer inspanningen worden geleverd om de middelen, het personeel en de
infrastructuur gemeenschappelijk te maken ten behoeve van de verschillende
componenten van onze Krijgsmacht. ... Pour qu'une armée professionnelle
de qualité voit le jour l'effort financier correspondant devra être admis,
supporté et poursuivi pendant des années. Ce changement important de la
société devra également s'accompagner d'une évolution des esprits, d'une
attention renouvelée du pays pour ceux qui auront fait le choix de porter
les armes."
Ziehier dan de kern van de eindbeschouwingen van onze Canadese schrijver. "
The interest of the public in things military, must not only occur during
elections. We must hold accountable those politicians who put the military
and Canada in jeopardy economically, or in harms way by under funding, and
otherwise undermining our nation's sons and daughters who regularly put
their lives on the line. We must not be fooled by election promises,
rhetoric, misleading statements, or outright lies and fear mongering, which
far too often placed our nation, and our military's ability to serve and
protect us, at a distinct disadvantage. An example of this are those
politicians and their like-minded advocates that suggest we can only have a
credible military by cutting health care and social services, which as our
country's history has shown, is absolutely false. For far too long, an
uninformed media and public have allowed politicians to bluff their way
through difficulties concerning the military, to our nation's detriment. To
correct this requires an informed electorate that will review past and
current statements of politicians, not only on defence, but also on all
serious federal matters. The electorate needs to compare a politician's
statements with their actions, or lack thereof, and where these are at odds;
the voter must take actions to correct the situation by showing their
displeasure at the ballot box.
In closing, I have a final question for your. What part will you play in
this critical role? "
Mijn eindbeschouwingen kunnen kort zijn. Een leger, die naam waardig
dat niet alleen operationeel is voor de landgenoten
maar ook voor de hulpbehoevenden in het kader van humanitaire operaties en
voor onze internationale partners, verdient over de nodige middelen te
beschikken en de waardering te bekomen van de overheid. Gelukkig vormt de
negatieve houding tegenover het leger niet het handelsmerk van alle
politieke partijen. Toch springt de socialistische familie, en dan vooral de Vlaamse
tak, erg uit de ban, door elke mogelijke gelegenheid te baat te nemen om
defensie de middelen te ontzeggen die het zo broodnodig heeft. Het voorstel
van de partijvoorzitter van de sp.a, Johan Vande Lanotte, om de effectieven
tot 20.000 militairen te halveren nog voor het huidige zoveelste
herstructureringsplan tegen 2015 tot een goed einde kan worden gebracht,
zodat
een veredelde Ontwikkelingssamenwerking kan worden ingewijd, is echt
de spreekwoordelijke druppel die de emmer doet overlopen. Onze zonen en
dochters, die het beste van zichzelf geven en soms in uiterst moeilijke en
gevaarlijke omstandigheden gedurende een lange periode ver van huis de
NAVO-, UNO- of EU-opdracht voor ons land tot een goed einde brengen,
verdienen echt beter.
De Belg die tijdens de komende verkiezingen de socialistische partij in
het algemeen en de sp.a in het bijzonder zijn of haar stem wil toekennen
moet beseffen dat hij of zij ook het mes helpt scherpen waarmee men de reeds
sterk verzwakte defensie
de definitieve doodsteek wil toebrengen, met alle mogelijke nefaste gevolgen
van dien.
La Belgique sous attaque.
Belgium under attack.
BEGIN
PAGINA.
Met
dank aan de auteur van het boek "Canada under attack" |